stamboomforum

Forum logoOnderzoek in Nederland » Arbeid migratie leiden/amsterdam 1700-1750: Dolphijn



Profiel afbeelding
Bedankt voor je reactie niepoort. Ik vermoed dat Jan gelijk heeft en er geen connectie met het westen is. Ik denk dat de hier vermelde link met de naam Dolfin die naar Wehl verwijzen, wel eens wat kunnen opleveren. ik heb nu Wehl onder de loep liggen. Heb jij een idee wat de toevoeging "in vulgo" betekent? Zie eerdere reactie.

Johannes Dolphijn - 22 mar 2014 - 08:47

Vulgo (eigenlijk Vulgo Vocatus=in de volkstaal)  kun je vrij vertalen met "ook genoemd". Dus de Henricus Dolphin die een kind laat begraven, werd (ook) Den Hertogh genoemd.

Peter Dolphijn was rooms-katholiek, dus zal hij in de lidmatenregisters (die Gereformeerd zijn) niet te vinden zijn.

Omdat hij misschien ten tijde van zijn huwelijk rooms-katholiek was geworden, heb ik in het lidmatenregister van Ruurlo gekeken. Hij komt daar niet in voor.

Ik ga er dus vanuit dat hij zelf ook rooms-katholiek was. De families Dolphijn in het Westen waren vaak gereformeerd.

Mieke Roukens - 22 mar 2014 - 09:10

Kan iemand de namen (bruidegommen) lezen op deze foto's?

http://www.filmbirth.com/img_6366.jpg en http://www.filmbirth.com/img_6367.jpg

Johannes Dolphijn - 23 mar 2014 - 16:54

Jan,

ik waag mij niet aan het ontcijferen van die namen.

Wel heb ik een hypothese opgesteld voor het gezin van Henricus Dolphin /Den Hertogh

DTB-boeken Wehl.
17-2-1729      trouwen Henricus Knelissen x Christina Janssen
24-3-1731     dopen Joannes, zv Henricus Cornelissen en Christina Janssen
4-8-1732        begraven een kind van Henricus Dolphin vulgo Den Hertogh
25-11-1733    dopen Johanna, dv Henrich Cornelissen en Catharina? Jansen
october 1747 begraven Christina Jansen uxor van den dolfin

Als deze gegevens compleet zijn (ik denk van niet), zou deze Henricus dus geen mannelijke nakomelingen hebben gehad.

Jan Clavaux - 23 mar 2014 - 17:42

Het lijkt er wel op Jan, want ik kan ook geen verdere verwijzingen vinden. Heb de meeste fotoos van de dtb's rond die tijd doorgenomen. Heb nog de twee Christina's op de fotoos en een verwijzing naar een volwassen Gertruda Dolphijn uit Nijmegen 1780, zou rond 1750 geboren kunnen zijn. De overige namen in die verwijzing vind ik terug in Arnhem. 

Voor het overige kom ik er waarschijnlijk niet onderuit om het ECAL fysiek te bezoeken. Zij hebben nog incomplete RK DTB's uit 1700-1750 uit ruurlo, welke niet online staan. 

Op een van de twee fotoos uit de vorige post,  is er een "pieter" die in 1696 met Christina Janssen trouwt. Die naam is van belang voor mij. Kan alleen de achternaam niet lezen, ik hoop dat Mieke dat wel kan. 

Hoe het ook zij, dank voor je hulp!

Johannes Dolphijn - 23 mar 2014 - 18:59

Uit welk trouwboek zijn de foto's? Soms kun je iets makkelijker lezen in de context.

Ik las ook nog iets over de kerkgang van Rooms-katholieken in Ruurlo op

http://www.oldreurle.nl/historie-r.-k.-kerk.html

Peter Dolphijn kan natuurlijk ook heel ergens anders vandaan zijn gekomen, bijv. uit Frankrijk en eigenlijk Pierre Dolphin/Dauphin e.d. heten. Vorig jaar zocht ik voor stamboomforum nog naar een Italiaan die in een dorp in de Betuwe was neergestreken, ik geloof dat hij ook schilder was.

Mieke Roukens - 23 mar 2014 - 20:04

Hoi Mieke,

http://vpnd.nl/bronnen/ge/wehl/wehl_trrk_1695-1703.pdf  eerste pagina en 

http://vpnd.nl/bronnen/ge/wehl/wehl_trrk_1686-1695.pdf  achtste pagina

Het was toen een heel verwarrende periode qua religie. Sommige dolphijnen scrheven zich zowel rk als nederduits in.

Johannes Dolphijn - 23 mar 2014 - 22:53

Jan,

RK huwelijken waren toen in dat deel van ons land niet rechtsgeldig.

Daarom werden ze ook in de nederduitse kerk (dat was de

staatsgodsdienst) ingeschreven om rechtsgeldig te zijn.

Jan Clavaux - 23 mar 2014 - 23:04

Ik lees op de eerste scan als naam van de bruidegom: Peter Helmes en op de tweede scan;

Joes (=afkorting van Joannes) Loets. Ik ben niet zeker of de laatste letter een s is.

Maar ik ben geen transcriptie-expert.

Mieke Roukens - 23 mar 2014 - 23:14

ChrisvD - 24 mar 2014 - 01:57

Hallo,


Ik ben zeer geinteresseerd in de herkomst van deze tak van 'Dolphijn".


Ook in Ermelo is de combinatie van de namen "Dolphijn" en "Hendriksen"  te vinden. 


Zie http://www.geneaknowhow.net/vpnd/bronnen/ge/ermelo/ermelo_index_geref-dopen-1703-1748.pdf


In het Nederduits Gereformeerd doopboek 1653-1748 is geregistreerd dat op 13 november 1712 te Ermelo Cornelis Hendriksen, zoon van Dolphijn gedoopt is.


"Cornelis Henriksen, soon van Dolphijn, soldaat onder de Brandenburgers, waar van moeder is, so de hoeder van de kraamwoon seijde Anna Christina sijnde Heijdens dogh getuigende te doen belijdenis des Christelijken geloofs. Ik heb haar desen selven 13 November een doopattestatue mede gegeven."

 

De verwijzing naar “soldaat onder de Brandenburgers” valt op. In Vorden zijn een drietal hele oude boerderijen Klein Brandenborch, Groot Brandenborch en Half Brandenborch (ookwel Brandenberg/Barndenbarg), thans liggende aan de Brandenborchweg te Vorden, tussen Vorden en Ruurlo. Echter, of daar nu soldaten waren, kan ik niet terugvinden. 


Wehl kent ook aanknopingspunten met de Brandenburgers. De heersers van Wehl werden indertijd soms aangeduid als de Brandenburgers. Het hertogelijke Kleefse Huis was in 1619 uitgestorven en de titel 'Hertog van Kleef', inclusief bezittingen en rechten waaronder Wehl, was overgegaan op de markgraaf van Brandenburg. 

 

Graag verneme ik jullie visie.

 

Gr. Alex

Alex - 25 mar 2014 - 12:28

Hoi Alex, ik heb die verwijzing ook gevonden. Naar mijn idee is Dolphijn Hendriksen eerder uit Groningen afkomstig omdat in die tijd Dolphijn een voornaam in die regio was. Ik heb niet het echt onderzocht, maar de Brandenburgers in die tijd waren (ook) afkomstig uit de deelstaat van Duitsland waar Berlijn in ligt. Die waren toen nog met Pruisen in de clinch. Ik heb het altijd afgedaan als een Groninger die tijdelijk voor de Brandenburgers heeft gevochten, de link naar Vorden heb ik nooit gelegd of kunnen vinden. Zou wel een doorbraak voor mij zijn, want ik zit nog hopeloos vast op Pieter Dolphijn onder Roderlo gestorven in 1782. 

Zoals je hier wel kunt opmaken heb ik overal gezocht, maar waarschijnlijk ligt het antwoord in de Achterhoek. De verwijzingen naar Wehl zijn daar prominent in.

Johannes Dolphijn - 25 mar 2014 - 15:06

Het is misschien een volkomen vals spoor,

maar ik wil het toch even melden.

Wat mij opvalt is, dat zowel "In den Dolfijn" als "In den Hertog"

zouden kunnen duiden op de naam van een huis of een herberg.

De bijgevoegde twee plaatjes dienen alleen ter illustratie en komen

niet uit Ruurlo.

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

Jan Clavaux - 25 mar 2014 - 15:43

Jan, er is een huize Dolphijn in, ik dacht, Ruurlo. Huize den Hertogh oid heb ik niet bekeken.

Johannes Dolphijn - 25 mar 2014 - 16:28

Overigens heb ik Mieke nog geen dank gezegd, voor Loets en Helmes, bij deze. Alex ben je de advocaat als ik je google met mijn achternaam?

Johannes Dolphijn - 25 mar 2014 - 17:50

Jan,

Het blijft gissen, maar de regio Wehl lijkt wel een bakermat.

Wel is opmerkelijk dat indertijd de Brandenburgse Afrikaanse Compagnie heel actief was in Nederland en op zee. De mensen in dienst van de Brandenburgse Afrikaanse Compagnie  werden wel Brandenburgers genoemd. Deze compagnie was naar voorbeeld van de VOC en werd gedreven door de Keurvorst van Pruisen-Brandenburg. De Grote Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg had in zijn jeugd veel tijd in Nederland doorgebracht en was getrouwd met Louise Henriëtte, de dochter van prins Frederik Hendrik van Oranje. Derhalve was hij goed thuis in de Nederlandse politiek en zag welke rijkdommen de kolonies opleverden. Hij wilde van zijn land ook een zeemacht maken. Zijn op het binnenland gerichte onderdanen wilden echter niet veel van zijn ambities weten zodat hij voornamelijk Nederlanders in dienst nam. De eerste en enige leider van de Brandenburgse marine werd de Vlissinger Benjamin Raule. In 1680 zond Frederik Willem op eigen rekening voor het eerst twee schepen - onder leiding van Nederlanders - naar West-Afrika. Ter bezetting van de kolonie voeren ook enige soldaten mee. Op 1 januari 1683 hees majoor von der Groeben bij de Kaap van Drie Punten de Brandenburgse vlag, legde de eerste steen van de vesting Groot-Frederiksburg (thans in Ghana). Het fort was bemand met 91 Europeanen en 130 Afrikanen. Onder de manschappen bevonden zich behalve soldaten ook allerlei ambachtslieden zoals slagers, schoenmakers, smeden, bakkers enz. Tot aan zijn dood bleef Frederik Willem voor zijn koloniale belangen strijden. Zijn kleinzoon echter, de zuinige Soldatenkoning Frederik Willem I van Pruisen (de nieuwe titel van de keurvorsten van Brandenburg), zag het belang ervan niet zo in en verkocht zijn Afrikaanse bezittingen in 1717 voor "7200 dukaten en 12 moren" aan de Nederlanders.

Mogelijk dat de tak van de familie Dolfijn uit Ermelo, zijn herkomst heeft uit bijvoorbeeld de Zeeuwse tak van de familie Dolfijn. Immers, de Brandenburgse marine werd door een Vlissingse kapitein geleid. Ook onder de VOC waren er eind 1600 en begin 1700 opvarenden met de naam Dolphijn uit Zeeland en Den Briel.

Wehl kent ook aanknopingspunten met de Brandenburgers. De heersers van Wehl werden indertijd soms aangeduid als de Brandenburgers. Het hertogelijke Kleefse Huis was in 1619 uitgestorven en de titel 'Hertog van Kleef', inclusief bezittingen en rechten waaronder Wehl, was overgegaan op de markgraaf van Brandenburg. Dit markgraafschap, tevens keurvorstendom, groeide in 1701 uit tot het koninklijke Pruisen. Eigenlijk was Berlijn daarmee voor Wehl de hoofdstad geworden, maar de meeste aangelegenheden, waarvoor men een hogere overheid nodig had, konden in Kleef (de provincie-hoofdstad) of in Emmerik worden afgedaan. In 1729 trok de landsheer de inkomsten uit de heerlijkheid Wehl rechtstreeks aan zich, althans ze kwamen enkele tientallen jaren, tot in 1765, ten goede aan de Pruisische 'Invalidenkasse'. In 1756, barstte de zevenjarige oorlog uit, waarin o.a. Pruisen en Frankrijk tegenover elkander kwamen te staan. De tol, die Wehl hiervoor heeft moeten betalen is uitermate zwaar geweest. Reeds bij het begin van de oorlog moest men grote hoeveelheden koren, boter, aardappelen, erwten en wortelen naar Wezel zenden ten behoeven van het leger. Een jaar later werd Wehl, omdat het naar de zin van de Franse bezetters van het Pruisische gebied, niet genoeg had geleverd, bedreigd met plundering en brandstichting. Wie het zich kon veroorloven, vluchtte naar het, in die tijd nog, aangrenzende "Gelderland". Op 22 juli 1757 trok een militair commando het dorp binnen, vermaakten zich in de herbergen kostelijk met flinke hoeveelheden jenever en voedsel, molesteerden enkele inwoners en vertrokken weer naar het front met een zestal karren en 25 paarden. In 1758 moesten op een kwade dag op bevel van de Fransen niet minder dan 403 broden voor het leger gebakken worden. Men kwam ze echter niet ophalen, het brood verschimmelde en werd tenslotte als veevoer verkocht, waarbij alles tezamen niet meer dan 10 gulden en 8 stuivers opbracht. Weer een jaar later moesten enorme hoeveelheden stro, haver en hooi geleverd worden. Omdat echter alle voorraden reeds lang op waren, werden de Wehlenaren gedwongen grote sommen geld te lenen om op die manier alsnog het gevraagde te kunnen leveren. De weinige boeren die nog paarden hadden, werden gedwongen in Wezel aan de versterkingen te werken. Toen in juni van dat jaar een aantal ambtenaren arriveerde om onwillige inwoners te dwingen, toonde de bevolking zich zo vijandig, dat de beambten zich ijllings in de herberg De Zwaan in veiligheid moesten brengen. Zo ging het jaar in, jaar uit. De naweeën van de oorlog waren rampzalig. De Wehlse bevolking leed door de oorlogen groot gebrek. Daar bovenop kwamen ook nog slechte oogsten en barre winters; het volk had zwaar te lijden. Meer dan een halve eeuw later zat de Wehlse gemeenschap nog zo diep in de schulden, dat men genoodzaakt was de gehele Wehlse heide te verkopen. Ook in 1795 en 1796 werd men gedwongen tot leveranties en diensten ten behoeve van zowel Pruisische als Franse troepen.

Het beroep verwer en wapenschild

Het beroep van Peter Dolphijn was “verwer”. Een “verwer” is een huisschilder. De meesterschilder werkte met zijn gezellen aan het onderhoud van de gebouwen. Daarnaast moesten de schilders het heraldisch wapen van de stad op de wapenschilden aanbrengen. 

De familie De Ranitz is een familie van lage adel. Zij hadden als familiewapen: Wapen: in groen een rode schuinbalk, vergezeld van twee zilveren dolfijnen, de koppen naar boven en naar rechts gewend. Helm: halfaanziend met helmkroon. Helmteken: een liggende, zilveren dolfijn; een rechtop geplaatste, zilveren dolfijn, de kop omlaag en plat uitgestrekt op de kroon, de staart omhoog, het lichaam rondgebogen naar de linkerzijde; een dolfijn van het schild, de kop naar beneden gewend. In de lijsten van te Doesburg in garnizoen gekomen troepenonderdeelen, en andere stukken dienaangaande, 1605-1742” blijkt dat deze familie soldaten leverden te Doesburg. Bekendmaking d.d. 17 januari 1690 door de magistraat van Doesburg inzake de legering van militairen in het voorgaande jaar 1689. -Van 6 mei tot 7 mei: ‘de Compagnie van Ritmeester Ranitz te paerd’.

Franse achtergrond (Dauphiné)

Dauphin (Latijn: delphinus, Nederlands: dolfijn) was een oude dynastieke titel in het Franse koninkrijk, oorspronkelijk gedragen door de graven van Vienne, in de Dauphiné, een gebied in zuidoost Frankrijk. Het wapenschild van de Dauphins van Frankrijk bevat afbeeldingen van dolfijnen.

In de gerechtelijke archieven van het Hof van Gelre en Zutphen staat geregistreerd dat op 7 oktober 1693 de landdrost van Veluwe, scholtenambt Barneveld, Willem la Roche, van de Dauphiné, gedeserteerd Frans soldaat is. Zijn bijzit Mary Grimmecamp van Vlaanderen veroordeeld voor het strafbare feit dat ze te Barneveld onderdak gegeven hebben aan bedelaars en onwettige samenleving. Zij zijn veroordeeld tot verbanning.

Op 21 september 1727 is te Elst geregistreerd dat voor de Nederduits gereformeerde kerk gehuwd zijn Paul Bouillet en "Marie Dauphine Vieux, de ", wat naar ik begrijp is Marie de Dauphine Vieux is. Dat zou kunnen betekenen van het oude Dauphiné.

Misschien komen we hier verder mee?

Alex

Alex - 25 mar 2014 - 20:40

Alex, een interessant stuk geschiedenis met een mooie invalshoek, de schilder met de inspiratie uit de wapenschilden. Ik heb de dtb boeken rk en nederduits (ruurlo, vorden) doorgewerkt en vooral gekeken naar de namen van getuigen. Deze heb ik vervolgens weer opgezocht met als doel een naam (patroniem) te ontdekken welke kan duiden op een naamswijziging naar Dolphijn. Ik heb geen geschikte naam kunnen vinden. Ik heb onderzocht of er een link was tussen de Leidense en Amsterdamse tak, maar, tot nu toe, ook leeg. Er was behoorlijk wat textiel migratie vanuit Leiden, met name naar Twente. Verwers waren ook namen voor zekere laken bewerkers, een kunst op zich. 

Al met al denk ik, dat we het dicht bij huis moeten zoeken. De verwijzingen naar de naam richting Wehl zijn concreet. Voor het overige veel gespeculeer. In een van de eerdere posten vermeld ik een verwijzing uit 1780 naar Gertrude Dolphijn. Zij moet dan al volwassen zijn, ze is getuige van de doop van een onwettig kind net over de Duitse grens. als zij 25 is, dan is ze rond 1765 geboren. De namen Germanpre/germonpre en maanen vind ik terug in het geldersarchief, verwijzend naar Rheden. In Rheden is later engelbartus dolphijn (1822)  achterkleinzoon van Peter Dolphijn getrouwd met maria muurman uit rheden. Hij heeft zich toen als smid in dieren, een naburig dorp gevestigd. Ik heb het sterke vrermoeden dat ook daar meer te vinden is.

http://studiezaal.nijmegen.nl/HttpHandler/file.pdf?file=24747551

Wat doen we? Ik kom vaak in wageningen, nabij Arnhem.

Johannes Dolphijn - 25 mar 2014 - 21:53

Jan,

Een bezoek aan de archieven is voor mij vrijwel onmogelijk, gezien mijn drukke agenda.

Als ik terug naar de oudste feitelijke gegevens ga, kom ik uit op het volgende relaas:

In 1784 is bij een volksteling van Ruurlo en omstreken geregistreerd dat “Peter Dolfijn”  woonachtig is “in ’t dorp Roderlo” (en dus niet in de nabije omgeving op bijvoorbeeld een boerderij). De familienaam werd dus geschreven met een “f”. Hij wordt aangeduidt als "De verver Peter Dolfijn". Op 28 mei 1789 overlijdt Peter Dolphijn en wordt begraven te Vorden.

Dan is er nog een Peter Dolphijn, waarschijnlijk een zoon van voornoemde Peter Dolphijn. Deze Peter Dolphijn is in 1807 te Vorden op 50 jarige leeftijd overleden. Ook hij was verver. Deze Peter Dolphijn was dus rond 1757 geboren. Zijn geboorteplaats is onbekend. In 1782 was hij getrouwd met Berendina/Bernardina Lankhorst. Zij huwden voor zowel de RK-kerk te Ruurlo als de ND-kerk te Vorden. Waarschijnlijk woonde hij niet in Ruurlo.

Berendina is geboren te Delden (een gehucht nabij Vorden) en gedoopt op 28 december 1751 in RK-Statie Baak (Steenderen) en was dus zes jaar ouder dan Peter. De voorouders van Berendina zijn afkomstig uit Vorden en omgeving. Er is een “Lankhorstsestraat” in Vorden waar nog steeds een boerderij “Groot Lankhorst” gelegen is en waar de familienaam van Berendina Lankhorst mogelijk mee verband houdt. Haar beroep was meid. Berendina Lankhorst overlijdt op 25 mei 1789. 

Waarschijnlijk kregen Peter en Berendina drie kinderen. Op 8 september 1789 registreert de rechtbank te Zutphen dat drie onmondige kinderen van Petrus Dolphijn (weduwnaar van wijlen Berendina Lankhorst), namelijk Petrus (7 jaar, gedoopt op 30 mei 1783 te Vorden), Hendricus (4 jaar, gedoopt op 16 januari 1786 te Vorden) en Johannes (2 jaar, gedoopt op 12 mei 1788 te Vorden) uit huis plaatst. Onduidelijk is of dit op verzoek van Peter is, of dat Peter zich hiertegen verzette. Als mombers (voogden) worden aangesteld Derk Visser, Gerrit Jan Eikelkamp en Jan Raben. Verder is vermeld “Aanstellen van voogden en afgoeding ƒ 343-9-12”, waarschijnlijk de vergoeding van overheidswege aan de voogden.

Nog geen vijf maanden na het overlijden van zijn eerste vrouw op 25 mei 1789 en het overlijden van zijn vader op 28 mei 1789, en daags na de afstand van de drie kinderen op 8 september 1789, hertrouwt Peter Dolphijn op 11 september 1789 met Teuntje Molendijk (Antonia Meulendijck) te Vorden onder de ND-kerk en op 28 september 1789 onder de RK-kerk eveneens te Vorden. De familie van Teuntje is afkomstig uit de omgeving van Vorden. Thans bestaat er nog een Molendijk in Vorden, nabij Mossel, waar mogelijk de familienaam van Teuntje Molendijk verband mee houdt.

Peter en Teuntje zouden zes kinderen gekregen hebben. De kinderen zijn Bernadina Dolphijn  (1790), Johannes Dolphijn  (1792), Andreas Dolphijn  (1796), Anna Dolphijn  (1799), Maria Catharina Dolphijn (1802), Everardus Dolphijn (1805).

Geregistreerd is dat op 26 februari 1790 een kind van Peter Dolphijn overleden is en dat het kind te Vorden begraven is op 2 maart 1790. Dit kind is overleden na het huwelijk op 8 september 1789 met Teuntje Molendijk. Precies een jaar ná het huwelijk, op 8 september 1790, wordt Bernadina Dolphijn gedoopt te Vorden. Opmerkelijk is dat tussen het op 26 februari 1790 gestorven kind van Peter Dolphijn, en de op 8 september 1990 gedoopte dochter van Peter Dolphijn iets meer dan zeven maanden zit. Dat lijkt wat kort. Het kan dan haast niet anders dan dat het op 26 februari 1790 gestorven kind reeds eerder geboren was (maar niet gedoopt), maar dan is de kans groot dat Teuntje Molendijk al zwanger was voordat zij 11 en 28 september 1789 trouwde met Peter Dolphijn. Mogelijk was Teuntje Molendijk zelfs al zwanger voordat Berendina Lankhorst op 25 mei 1789 overleed. Het is gissen hoe de uithuisplaatsing van de drie kinderen van Peter Dolphijn zich hier in laten passen.

Peter Dolphijn is – zoals reeds aangegeven - in 1807 te Vorden op 50 jarige leeftijd overleden. Opmerkelijk is dat geregistreerd is bij het overlijden “wijlen zijne ehevrouwe Berendina Jansen” en niet “Berendina Lankhorst”. Hiervoor kan ik twee verklaringen bedenken. De eerste verklaring ziet op het gebruik van de naam Jansen in de familie Lankhorst. De moeder van Berendina, Catharina ten Plekkenpoel, trouwde tweemaal. Berendina is geboren uit het eerste huwelijk. Uit dit tweede huwelijk, met Johannes Derksen (gehuwd te RK-Statie Baak (Steenderen) op 21 november 1754) kwamen vier kinderen, die de achternaam “Jansen” droegen, gek genoeg. Mogelijk dat daarom bij het overlijden van Peter Dolphijn in 1807 zijn vooroverleden vrouw met de achternaam Jansen aangeduid werd, wat mogelijk ingegeven is door een vergissing van de tweede vrouw van Peter Dolphijn, te weten Teuntje Molendijk, die misschien in ieder geval niet wilde dat geregistreerd werd dat Peter Dolphijn weduwe was van Berendina Dolphijn, zo kan men zich voorstellen. De tweede verklaring zou kunnen zijn is dat de naam Jansen een patroniem is van Peter Dolphijn. Echter, zijn vaders voornaam was ook Peter. 

In 1808 is geregistreerd dat de weduwe Dolphijn van P. Dolphijn woonachtig is te Vorden. P. Dolphijn had als beroep verver en de weduwe als beroep bouwvrouw. Het zal hier Teuntje Molendijk betreffen. In 1811 is in de betreffende woning klompenmaker D. Berenschot gaan wonen en in 1814 is daarbij in gaan wonen Dina Dolphijn, die als beroep meid had. Dit is denkelijk Bernadine Dolphijn (1790), de dochter van Peter Dolphijn en Teuntje Molendijk. Weduwe Teuntje Molendijk woonde ten tijde van een volkstelling in 1813 in een kamer bij E. Mosselman te Vorden. Zij zou zonder beroep zijn. 

Bij deze volkstelling te Vorden in 1813 is geregistreerd dat Anna Dolphijn (14 jaar) woont bij Eembert Kloekhorst in Galgengoor. Berendina Dolphijn (23 jaar) woont (nog steeds) bij Derk Berenschot in Mossel en Andries Dolphijn (17 jaar) is knecht en woont bij A. Eijkelkamp in Mossel. Hendricus Dolphijn (27 jaar) is dagloner en woont aan de Weverink 276. In 1813 staat tevens dat Joannes Dolphijn woont bij I. Rubos in Vorden. In 1814 is geregistreerd dat Hendrikus Dolphijn en ook Andries Dolphijn als knecht in Vorden wonen. Het gaat hier waarschijnlijk om Andreas Dolphijn (1796) en Hendricus Dolphijn (1786).

 

 

Klopt dit met hetgeen jij/jullie gevonden hebben? Zijn er aanvullingen te maken?

 

Ik lees het graag.

 

 

Alex

Alex - 26 mar 2014 - 12:20

Dag Alex,

Dat is een mooie samenvatting die u heeft gemaakt.

Een paar feiten kloppen niet:

Niet Peter Dolphijn overlijdt op 28-05-1789, maar zijn vrouw (=Berendina Lankhorst), zij overlijdt op 25-05-1789 en wordt 28-05-1789 begraven te Vorden.

Peter (de verver) zelf overlijdt op 11-02-1807 te Vorden, oud 50 jaar, nalatende 2 kinderen uit zijn 1e huwelijk en 6 uit z'n 2e huwelijk.

Het kind dat op 26-02-1790 overlijdt zal wel één van de drie kinderen uit het eerste huwelijk zijn, ik neem aan Johannes.

De akte in het wezenprotocol van 8-09-1789 vermeldt geen uithuisplaatsing van Petrus, Hendricus en Johannes, maar is een boedelscheiding om de rechten van kinderen uit een eerste huwelijk vast te stellen, bij hertrouw van de overgebleven ouder.  Dit was verplicht, ook werden er voogden aangesteld (vaak familieleden)

Informatie wezenprotocollen

Vr.groet

Mieke

Mieke Roukens - 26 mar 2014 - 17:47


Ook in Gouda vermeldingen van Dolphijn vanaf tenminste 1633 w.o. Pieter (Pieters) geschil over bleken van een laken, een hekelaar, een snijder (gildelid) en een weeskamerinschrijving. Zie Streekarchief Hollands Midden.

Martin Jongkoen - 27 mar 2014 - 00:49







Plaats een reactie

Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!


Inloggen Registreer nu