mixed feelings ...
enerzijds prettig anderzijds erg jammer
ik heb vele middagen doorgebracht met enkele dikke boeken van notarissen (dichtgeslagen zo'n18 cm dik) om testamenetn en boedelinventarissen door te spitten
de allermooiste was een boedelinventaris van 180 pagina's
de man was agent van de Bank van Leening, ome Jan dus (letterlijk want hij heette Jan)
een heel interessante en spannende middag was dat
bladeren in een gedigitaliseerd bestand geeft nooit dat gevoel
grtn
Nou, Jan K, ik snap wat je bedoelt. Het is heerlijk om met het papier, de handschriften, de perkamenten banden van onze voorouders in handen onderzoek te doen. De geur, het stof... Maar vrees niet, zo lang wij leven zullen de archieven nog voor meer dan 99% bestaan uit niet-gedigitaliseerd materiaal. Een bezoekje blijft de moeite waard. Het goede nieuws is toch wel dat veel meer mensen zonder hoge reis- en verblijfkosten, ook op dagen en tijden dat de fysieke deuren gesloten zijn veel grondiger te werk kunnen gaan en veel zorgvuldiger verkregen resultaten kunnen publiceren. Nu nog hopen dat dat op den duur de van-elkaar-overschrijf-troep zal gaan verdringen.
Amsterdam, ga zo door, chapeau (maar de site mag gebruiksvriendelijker en de prijzen mogen omlaag...)
Ik kan niet wachten op de dag dat niet alleen 100% digitaal beschikbaar is, maar dat het ook qua schrift herkend en catalogiseerd is.
Zo lang transcriptie van oud schrift nog mensenwerk is, zullen we zo'n mooi toekomstperspectief niet meemaken. Ooit zal er wel zelflerende handschriftherkennings software komen ...
Aan dat laatste werd/wordt wel gewerkt. Een paar jaar terug was er een project dat MONK heette; wat ervan is geworden, weet ik niet. Werd gedaan door de Groningse universiteit. Het gebruikte de agenda's van het archief van het Kabinet des Konings, want dat is makkelijk schrift. Je kon ook meehelpen; was best leuk.
Denk ook eens aan wat er met het archief in Keulen in 2009 gebeurd is. Een ongeluk zit in een klein hoekje, en dan is het hebben van een digitale backup toch wel erg welkom.
Toch blijft het oude papier het sfeervolst...de lekkere geur, het voelen van die oude boeken...ai, dat zal ik straks missen!
Inderdaad!
Bij het onderzoek naar een van mijn voorouders stuitte ik in het notarieel archief in Amsterdam op een boedelbeschrijving van 180(!) pagina's,
door dat enorm dikke boek bladeren was een waar genot.
Van een digitaal archief is het natuurlijk veel makkelijker om een "eigen" kopie te maken,
maar dat bladeren in deze boedelbeschrijving gaf toch echt een supergoed gevoel.
180 pagina's is best veel, de man was agent van de Bank van Lening en had een enorme hoeveelheid onderpanden in zijn huis.
Hij heette overigens Jan, een ware Ome Jan dus ;-)
Helaas liet hij geen rooie cent na, waardoor zijn kinderen "om eerlijke armoe" in het weeshuis terecht kwamen.
Grtn
We raken wat off topic, maar wat ik zelf altijd een bijzondere ervaring vind, is als je in een 17e eeuws katern heel fijn zand tegenkomt (om de inkt te laten drogen). Of een witte haar, die in de inkt is blijven plakken. Mogelijk ben je dan de eerste, die dat katern een paar eeuwen later weer open slaat.
De laatste keer dat ik bij Nationaal Archief stukken heb zitten fotograferen (brieven uit Batavia van ongeveer 1650-1710) maakte ik onbedoeld ook een bende van de tafel: papierstof, zand, zout en korreltjes zegellak. En dat terwijl ik bij aankomst die tafel juist zelf had schoongemaakt (was ochtend dus de schoonmakers hadden dat plekje overgeslagen)... met tranen in mijn ogen. Juist die korreljes zegellak en en pluisjes papierstof die mijn directe voorganger had achtergelaten drukten me even met mijn neus op de vergangkelijkheid van al het gearchiveerde moois.
Die middag nog twee keer tranen in mijn ogen, vooral omdat ik veel lakzegels achterop de brieven aantrof, sommige in betere staat dan ik verwacht had. Ze waren immers niet gezet om een officieel stuk te bezegelen, maar slechts omdat de gegomde envelop nog niet bestond. De afzender deed meestal niet z'n best om een mooie gave afdruk te maken, als de brief maar dichtzat... De ontvanger zag aan de zegels dat de brief niet door onbevoegden was gelezen en moest de zegels verbreken - beschadigen om de zelf de brief wel te kunnen lezen. Eeuwenlang opgestapeld bewaren en doorbladeren laten hun sporen na, evenals wisselingen in luchtvochtigheid en temperatuur. Ongeschonden zegels zijn dan een cadeautje van de tand des tijds.
Echt verdrietig ben ik dan als ik een zegel vind dat nog in de 2e helft van de twintigste eeuw beschreven is, maar nu voor minder dan de helft resteert, de rest als stof van de tafel geveegd...