Ik weet via protocol 234 (Ingen, 1756) dat Jerephaas van Grootvelt en Theodora van Breugel de ouders zijn van Jacoba van Grootveld (vrouw van Jan Klaasen van Meerten), zie beneden.

Nu ben ik op zoek naar de ouders van Jerephaas en momenteel vooral Theodora. Ik weet het volgende over Theodora:

• De naam Theodora komt ook voor bij de family van Westrhenen en Darthuijsen
  • Zie ook https://gw.geneanet.org/hoffman?lang=en&pz=hermann&nz=hoffman&ocz=0&p=theodora&n=van+westrhenen
• De naam Jerephaas komt ook voor in de familie van Westrhenen / Westreenen
• In protocol 233 (Ingen, 1756) zien we ook dat er goederen uit de boedel van P. van Westrenen komen (Waarschijnlijk is dit Ds. Petrus van Westrenen, de predikant). Petrus van Westrenen komt ook voor in protocol 234 en wordt daar "ons voorouderen" genoemd.
• Theodora van Breugel komt voor als erfgename van Theodora van Westrheenen in protocol 1242 (Ingen, 11 JAN 1724)
• Theodora van Breugelen komt voor als erfgename van Jacobus van Breugel in protocol 1260 (Ingen, 23e december 1726)
• Er komt een Johanna van Westrenen voor als weduwe van Jacob van Breugel in het trouwboek van Ingen (1696), raar genoeg geen Theodora
  • Zie ook https://www.genealogieonline.nl/stamboom-dullemen/I190568.php

Heeft iemand enige idee wat de relaties zijn? Mijn eerste gedachte was: Jacobus van Breugel is de vader van Theodora en wellicht is Theodora van Westrheenen de moeder? Maar ze worden zo nooit genoemd (er wordt gesporken van erfgenamen)

Ik weet dat er nog meer protocollen van bezwaar van Ingen zijn die ik zelf niet heb (ik heb 1724 - 1738, 1739- 1748, 1756 - 1764) en wellicht komen deze personen ook voor in PvB van Maurik.

(PS. dit is middels OCR dus er kunnen wat tekst fouten in de protocollen zitten)

----------------------------------------------------------------------------------------------------

PROTOCOL 233 (Ingen, 1756, folio 158v. - 161v.)
#Geri telijke obligatie van Jerephaas van Grootveld en Willemina van Buuren egteluiden cum suis
aan de heer en meester G. Umbgrove en vrouwe J.L. Wilbrennink egteluiden.#

Coram den hoogwelgebooren heer Steven baron van Delen in qualiteijt als
amptman des ampts van Nederbetuwe sampt gerigtsluijden, compareerde Jerephaas van
Grootveldt en Willemina van Buren egteluijden, de vrouw gesterkt als regtens en verklaerden bij
dese haare en hares vaeders ondertekening Jan van Grootveldt om desselvs hooge jaaren niet
konde compareren, mitsgaeders Arien Teunisse van IJsendoorn als in huwelijck hebbende Theo-
dora van Grootveldt, en Jan Claasen van Meerten als in huwelijck hebbende Jacoba van Groot
veldt voor haer en haere erven deugdelijk en wel wegens geleende en verstreckte penningen in
conformité van twee distincte personele obligatiën, de eenne groot seshondert guldens en de
andere groot tweehondert gulden in datis den 1° maij 1717 en 1° december 1725 die door deese
worden gehouden voor gecasseert met de daarop verlopene renten ter somma van hondertveertig
gulden mitsgaeders tweehondert en sestig gulden weegens de vervallen renten van een ander
capitaal ad agttienhondert gulden, hetwelk door t transport van de daar voor gevestigde landereij
en cum annexis is te niete gemaakt, schuldig te sijn aan den weledele gestrenge heer en meester
Gerard Umbgrove oudt-borgermeester der stad Arnhem en vrouwe LJ. Wilbrenninck egteluiiden
en haaren erven de somma van twaelfhondert gulden dewelke wij debiteuren beloven te restitue
ren tegens 1° februarij 1757 met de renten vandien ad vier percent en in cas van langer behoud
van 't voorschreeven capitaal beloven wij debiteuren in de betaeling van geseijde renten jaerlijx te
sullen continueren tot de effective aflossing van 't voorschreeven capitaal ad twaalfhondert gulden
welke aflossing alle jaar aan weerkanten sal kunnen en mogen geschieden, mits malkander een
vierendeel jaars te voren behoorlijke denuntiatie gedaan wordt, gevende sij debiteuren bij desen
wel expresselijke en solemnell over om geseijde renten præcieselijk op den vervaltijd (gelijk mede
t capitaal in cas van denuntiatie) in handen van den heer crediteur off regthebbende tot Arnhem
te betaelen, off dat sij debiteuren andersints van 't regt deser obligatie sullen verstoken sijn en
gehouden dat capitaal cum interessen sonder dilaij op aanhouden van den crediteur terstond
wederom op te leggen en te voldoen off dat in onvermoedelijken contrarie val van den crediteur
ofte den wettigen houder deses, sal mogen handelen als hieronder naeder is vermeldt. Tot
securiteijt deses capitaals met de daarop te verlopene renten ende daartoe aen te wendene
kosten in cas van onwilligheijdt, verbinden debiteuren sampt en ijder in het bijsonder boven
gesubstitueerden
generael verbandt van haar personen, erven en goederen, soo gerede als ongereden
regt van der erfpagt van eene mergen vier hond kersenboomgaerdt bij Jerephaes v
van de Commanderij tot Utrecht bekomen volgens erfpagtbrieff in dato den 25 julij 1715 bij dese
mede over gegeven, gelegen onder Ingen in den voorschreeven amptte, oost nu den
selfs, west de gemene straat, zuijd en noord Toon de Graauw, item eene mergen arie non
Blaasbalk onder Ingen waernaest geland oost en noord de gemene straat, zuijd en west de
erffgenaemen van dominee Peregrinus, hercomende uijt den boedel van P. van Westrenen; item
eene mergen vier hond mede onder Ingen gelegen in het Woud met een goed huijs, twee bergen
en een groote schuur, wordende tans bij gemelte Jerephaas van Grootveldt selfs bewoont en dan
nog tien en een half hond bouwland gelegen in de heerlichheijdt de Marsch, oost en west Stijntje
van Oort, zuijden het gemeene zandpat, noorden de Klinkwetering ofte wie etc.. Verklaerende sij
debiteuren in cas van wanvoldoening dese gespecificeerde soo gerede als gerede goederen niet
alleen executabel als verwonnen goederen, onder renuntiatie van alle solemniteijten en formulen
hiertoe anders nae landregten gepræscribeert, maar bovendien aan den heer crediteur te gevern
uamen suijmig te blijven in
volkomen magt en faculteijt om in val sij comparanten off een vandien q
voldoen der renten off dat in cas van denuntiatie mede van 't capitael 't selve met de verlopene
renthen niet op sijn tijdt wierde afgelegt en betaalt, de voorschreeven perceelen en goederen
publiecqelijk te mogen laeten insetten, finalijk te vercopen en naer costuijme locaal daarvan
transport te doen aen den koper off kopers ofte de kopers te bedanken en de verkogtte off
ingesette goederen voor die selfde prijs aen sig te behouden en deselve daar voor te naasten, dat
die coopspenningen daar voor geproveniëert vervolgens sullen strecken in mindering van het
gelibelleerde capitaal ad 1200 gulden met de interessen daerop verlopen en de onkosten daerover
onverhopentlijk aen te wenden. En dat wijders aan den rentheffer blijft behouden de faculteijt om
geen er als dan bevonden sal worden op voorschreeven capitaal, interessen en kosten te kort
soude mogen komen, voorts sulx te verhaalen op des comparantes personen erven en goederen,
soo gereed als ongereed, daaromtrent alles te doen en te verrigten wat daertoe gerequireert word
en nodig is, alwaar het dat daertoe speciael der last ofte magt mogte nodig sijn, welke de
comparanten bij dese houden voor geïnsereert. Gevende derhalven aan hem rendheffer de heer
en meester Gerard Umbgrove en desselfs erven ten dien eijnde magt en onwederroepelijke
procuratie cum libera alienatione tanquam in rem suam en om als in sijn eijgen saeck daerinne te
handelen, belovende voor goed ende van waerden te houden al.'t gene volgens dese bij hem
heer geconstitueerde gedaan sal worden, renuntiërende dierhalven van alle acceptiën, wheeren en
defensiën van regtten insonderheijt van de exceptio non numeratie pecunial en voor sooverre de
rouwe aangaat van het privilegium senatus consuiti vellejani authentica codicis si qua mulier, haar
van de kragt vandien houdende onderrigt, submitterende sij comparanten haar voorts alle heeren
Hoven, rigteren en Gerigten en in spetie die van den weledele Hoove provintiael van Gelderlandt
waermede sij comparanten haar aldus sonder argh off list betuijgt gegeven hebben. Actum voor
gerigtsluijden, de heeren Coenraed Jan de Leuw en Georgius van Bleijswijck den 24° februari
756. Was getekent: S. van Delen, O.J. de Leuw, Georgius van Bleijswijck, Jerefaas van Grootvelt
veldt, Dit merck WVB heeft Willemina van Buuren huijsvrouw van Jerephaes van Grootvelt
eijgenhandig geset in mijn presentie S. van Delen, Arie van Eijsendoom, Jan Claasen van Meerten

Geregistreert den 24° februarij 1756

----------------------------------------------------------------------------------------------------
PROTOCOL 234 (Ingen, 1756)

#Transport of overgifte door Jerephaas van Grootveld en Willemina van Buuren egteluiden cum
suis aan de heer en meester Gerard Umbgrove en vrouwe LJ. Wilbrennink egteluiden.#

Jerephaas van Grootveldt en Willemina van Buuren egteluijden hæc cum tutore
Teunisse van IJsendoom als in huwelijk hebbende Theodora van Grootveldt en Jan Claassen van
Meerten als in huwelijk hebbende Jacoba van Grootvelt, alle welke comparanten ha
waeren sterckmaekende voor de absenten, Maria van Grootveldt getrouwt aan Robbert Rit te
Amsterdam, item Jan Willem van Grootveld en Pieter van Grootveldt beijde soo in Holland als tot
Utrecht voor koetsier dienende, alle kinderen van den bovengemelde Jerephaas van Grootvelt
wijlen Theodora van Breugel ehelijk verwekt, ende verklaerden bij dese tot extinctie en doodmaking van een capitaal ad agttienhondert gulden in een obligatie van tweeëntwinntighondert gulden door ons voorouderen Petrus van Westrenen cum suis aen de heer Johan Wilbrenninck en mejuffrouw Johanna Noeij egteluijden in dator...etc etc.

----------------------------------------------------------------------------------------------------

PROTOCOL 1242 (Ingen, 11 JAN 1724)

Compareerde etc. Theodora van Breugel, als erfgename van Theodora van Westrheenen cum tutore en heeft tot contra verborging des appels gestelt, door de heer secretaris Lith de Jeude van eene sententie van den 21e october 1723 te sijne nadeele geweesen, de helfte van 1 1/2 mergen so boomgaart als bouwlant genaamt den Elsencamp onder Ingen geleegen, om in cas van onverhoopte seccumbe daeraeb te connen verhaalen de costen over 't appel gevallen, vermogens acte van de 28e december 1723. Geregistreert den 13e januarij 1724. #Bij vertoon van triumphante sententie van den Hove in dato den 27e maart 1726 en geinsinueert aan den secretaris Lith de Jeude den 9e april 1726, is deese op versoeck van Jan van Grootvelt gecasseert en gerojeert. Actum den 24e april 1726

----------------------------------------------------------------------------------------------------

PROTOCOL 1260 (Ingen, 23 dec 1726)

Geredina van Breugelen in huwelijck hebbende Michiel Schade en Theodora van Breugelen in huwelijck hebbende Jerephaas van Grootvelt, haec cum tutoribus mantis, erfgenamen wijlen Jacobus van Breugel hebben vercoft, overgegeven en opgedragen aan Coenraad de Graauw en Aaltje van Eck eghteluijden en haere erfgenaemen zeker agt hont bouwlant en boomgaart genaamd de Elsackers onder Ingen gelegen, oost de Commanderije aldaar en den Aghterwegh, west en zuijden den heer Van Bleijenburgh en nood de gemeene Weeteringh ofte wie etc., sijnde vrij eijgen, allodiaal erf en goed, vercoft en betaalt om en met de somme van 353 gulden, vermogens transport van den 28e april 1726 bij die respective transporanten en geerfde getuijgen onderteekent. Geregistreert den 23e december 1726

----------------------------------------------------------------------------------------------------

Ondertrouw Ingen, 3e huwelijksafkondiging 22.3.1696, bruidegom Johannes Macsenius, wonende alhier, weduwnaar van Anna Frecet, bruid Johanna van Westrenen, wonende tot Ingen, weduwe van Jakob van Bruegel. 

Ik kom de naam Jerephaes Grootvelt een eeuw eerder tegen in Lienden. Mogelijk de grootvader van de persoon uit de vraag. Zie Geldees Archief.

Ik denk dat Jacobus van Breugel en Johanna van Westrenen toch wel de ouders zijn van Theodora van Breugel. Maar het valt niet mee om daar via de bronnen die online ter beschikking staan bewijs voor te leveren.

Van haar zuster Gerardina van Breugel weten we in ieder geval dat ze omstreeks 1686 is geboren te Lienden. Zij gaat op 1 november 1712 te Amsterdam in ondertrouw met Michiel Schade, bakker van beroep, afkomstig van Ingen [link]. De ouders van Gerardina zijn dan reeds overleden. Zij laten kun kinderen dopen in de evangelisch lutherse kerk te Amsterdam. Dat zijn achtereenvolgens Catharina (15.10.1713), Michiel (1.11.1714), Elisabet (20.10.1716), Machiel (2.11.1721), Johanna (3.10.1723) en Margreta (23.12.1725) [link].

Omdat Gerardina in het protocol uit 1726 als eerste genoemd wordt en Johanna als tweede denk ik dat Johanna een jongere zuster was van Gerardina. Maar dat zal verder lastig te verifiëren zijn om dat er rond die tijd een hiaat in zit in het doopboek van Lienden.

Een hiaat ook in het doopboek van Ingen in de periode dat Theodora van Breugel kinderen krijgt. Dat helpt ook al niet.

Johanna van Westrenen trouwt na het overlijden van Jacobus van Breugel, zoals u al aangeeft, met Johannes Macsenius. Johanna en Johannes laten kinderen dopen in de plaats Buren [link].

Petrus van Westrenen en Theodora van Westrheenen zullen familie zijn geweest van Johanna van Westrenen [link].

Op 29 maart 1684 wordt Jacobus van Breugel genoemd als lidmaat van de ng kerk te Lienden. Hij is dan jongeman, dus ongehuwd [link, img 62]

Ben nog wel benieuwd wat u gebruikt voor OCR.

Veel dank voor de gegevens van Theodora's zus. Die had ik nog niet gevonden. Het is idd moeilijk om met online gegevens dit aan te vullen. Zoals ik als zei heb ik dit voornamelijk middel de protocollen van bezwaar van Ingen gevonden. Alleen mis ik enkele delen van voor 1724.

Ik denk overigens niet dat Theodora en Johanna 1 en dezelfde persoon zijn. Theodora komt in meerdere protocollen voor. Wellicht is dat toch een andere echtpaar in de trouwakte. Wat ik dan vermoed is dat Theodora van Westrhenen een erfenis heeft nagelaten aan e.g. een broer/zus en dat die zo bij Theodora Breugel terecht is gekomen. Als Johanna van Westrhenen de moeder is van Theodora dan zijn zij vrij dicht bij elkaar overleden. Theodora is ~1756 overleden, Johanna in 1754.

Ik gebruik overigens Google Keep voor OCR. Een beetje omslachtige manier op mijn telefoon. 1. Ik neem een foto met FastScanner om mooi zwart wit pagina tre krijgen. 2. die sla ik op in mijn gallery. 3. Ik importeer de foto in Google Keep. 4. Je kunt dan "Grab Text" doen bij de foto.

Er zat een storende fout in mijn eerdere bericht. Ik heb het aangepast. 

Ik zie dat Johanna van Westrhenen in 1667 is geboren. Gerarda van Breugel is geboren in 1686 (bij haar ondertrouw in 1712 is zij 26 jaar oud). 

In 1696 hertrouwd Johanna met Johannes Nachenius. Als Johanna de moeder is van Gerarda en Theodora dan zou zij 19 jaar geweest zijn toen Gerarda werd geboren. Dat is niet onmogelijk maar dan is zij technisch gezien nog niet volwassen.

Ik denk dat dat geen problemen oplevert, Gerrit.

Het zou goed kunnen zijn dat Theodora van Westrhenen gedoopt is als Dorothea van Westrhenen.

Dat zou goed kunnen idd!

Voor andere secundaire archieven kan worden geprobeerd contact op te nemen met de Historische Kring Kesteren. Daar zijn ter inzage (alleen bij bezoek aan de HKK) transcripties van nog steeds bij een aantal lokale kerken in bewaring zijnde stukken uit die buurt, misschien ook van Lienden en Ingen. T.w. archieven van de kerkenraad en diaconie. Een inventaris is wel te vinden hier van alle bewaardgebleven stukken (Ingen op de vorige bladzijde) maar het gaat om de transcripties van de daar onder "ter plaatse" genoemde stukken.

Dank voor die link. Altijd goed om te weten dat er nog meer bronnen zijn die nog niet gedigitaliseerd zijn. Ik ben bekend met de HKKO, daar heb ik de PvBs gekocht. Helaas woon ik ~9000km ver weg.

Ik zie overigens hier het volgende:

RA Gelderland protocol van Ingen NB 234 fol. 245v, 21-08-1721
Differenten tussen Theodora van Westrenen en Piter van Lunen en Elberta Coesijns, E.L. te Amersfoort, zij wede van Gerrit van Westrenen, bij wie zij een zoon Pieter van Westrenen had.

Is deze Pieter, Ds Petrus van Westenen en dus Theodora zijn moeder? Is van Westrenen haar meisjesnaam of aangetrouwd (Gerrit van Westrenen)?

Ik vermoed dat dit een andere Pieter van Westrenen betreft. Denkelijk een tantezegger van Theodora. Zijn zijn ouders (Elberta en Gerrit) niet te vinden in de Amersfoortse archieven? Van Westrenen zal de meisjesnaam zijn van Theodora.

Zie ook deze, in lijn met bovenstaande:

RA Gelderland protocol van Ingen NB 234 fol. 215v, 18-04-1715
Elisabet van Hattum, wede Petrus van Westrenen, ook als grootmoeder en voogdesse van de 2 onmondige kinderen van haaren Soon Gerhard van Westrenen, n.l. Pieter [van Westrenen] en Gerhard van Westrenen, bij Elbarta Cosijns, en Dorothea van Westrenen bekennen schuldig aan Johan Wilbrenninck en Johanna Mey E.L. (In een volgende acte heet laatstgenoemde Noey, hetwelk juist is).

En hier Johanna:

RA Gelderland protocol van Ingen NB 234 fol. 236, 18-01-1720
Johanna van Westrenen had 3 kinderen uit haar 1e huwelijk met Jacob van Breugel en 7 bij Johannes Nachenius. Zij had van haar ouders Ds Petrus van Westrenen en Elisabet van Hattum een huwelijksgift meegekregen.

Ik vond ook zojuist:

• RA Gelderland protocol van Ingen NB 234
  fol. 209, 13-12-1713
  Elbertina Cosijnsen, wede Gerrit van Westrhenen, doet besaet aan goederen van Elisabet van Hattum, wede Peter van Westrenen. Op de kant: Pieter van Leunen en Elberta Cosijns E.L., zij wede Gerard van Westrhenen, renuncieert hiervan in 1715. 

Gerrit is dus Gerard/Gerhard, de zoon van van Petrus/Peter van Westrenen en Elisabeth van Hattem. Dan lijkt het mij vrij zeker dat Theodora dezelfde persoon is als Dorothea

Pieter van Lunen komen we hier ook tegen:

ELBERTA GERRITS COSIJNS, ged. Barneveld 22-8-1669, won. Amersfoort 1699, 1708, overl. na 15-7-1728, zij huwt 2e Ingen 11-2-1708 (ondertr. Amersfoort jan. 1708) Gerrit van Westrenen, j.m., won. Ingen 1608, overl. voor 13-12-1713, huwt 3e Amersfoort 22-3-1714 Pieter van Lunen, geb. Nijmegen.

Ook vinden we Pieter van Lunen in Het Glashuis aan de Westsingel te Amersfoort:

het Familiegeld, niet hoger zou worden getaxeerd dan ƒ 12 per jaar.21) Tot 1711 stond het bedrijf op naam van de wed. De Knuyt, maar in 1712 werd het huurcontract overgenomen door Gerrit van Westrhenen, die de weduwe blijkt te hebben gehuwd.22) Dit huwelijk duurde slechts kort. In mei 1713 was Van Westrhenen nog in leven, het volgende jaar, 1714, blijkt Pieter van Lünen (Luenen) zijn plaats als echtgenoot en huurder van het Glashuis te hebben ingenomen. 

Bij het trouwen van Gerardina van Breugel en Michiel Schade te Amsterdam in 1712 wordt vermeld dat haar ouders overleden waren.

Volgens het Nederlands Patriciaat (1988 blz. 345) overleed Johanna van Westrenen 1760. 

I. Jan Nachenius (nat. zoon van -bovengenoemde? - Johannes Nachenius, ziekentrooster in Indië - 1670 - bij Gijsbertje van Beeckum), geb. 24 jan., ged. Wijk bij Duurstede 12 maart 1667, chirurgijn te Leiden (1689), te Wijchen, Maurik en Buren, begr.Buren 23 dec. 1729,
tr. 1e (afgekondigd Nijmegen 29 en Leiden 30 dec. 1689) Engeltje Kluijt, ged. Nijmegen 3 juli 1666, dr. van Casper en Hermken Jans;
tr. 2e Wijchen 1691 Anna Forcet (Frecet), overleden  (Maurik 1695);
tr. 3e Maurik 2 maart 1696 Johanna van Westrenen, ged. Ingen 23 juni 1667, begr. Buren 27 mei 1760, dr. van Petrus en Elisabeth van Hattum en wed. van Jacob van Breugel.

Er is dus iets onjuist.
 

Wellicht kwam Gerardina uit een eerder huwelijk.

Ja dat is natuurlijk mogelijk