stamboomforum

Forum logoOnderzoek in Nederland » Testament(en) van Franciscus Henricus de Roy en Maria Anna Hovius?



Profiel afbeelding

Dit is het huwelijk van de ouders van Jacobus Dircksz de Roy, Dirck Jacobsz en Marij Thomasdr, op 3 april 1598, met beroep lepelmaker en moeder Marij Jochemsdr: link

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

A van Egmond (oud) - 17 jul 2019 - 15:15 (laatst bijgewerkt 17 jul 2019 — 15:16 door auteur)

De tak van Bont heb ik nog iets verder kunnen uitwerken dan de referentie van Dudok van Heel:

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

A van Egmond (oud) - 17 jul 2019 - 15:23 (laatst bijgewerkt 17 jul 2019 — 15:23 door auteur)

Het beroep van Jacob Meijndertz staat niet benoemd als bier importeur, maar als biersteker volgens de notariele akte bij referentie 4). Daar kunnen ook wel import activiteiten bij horen als hij zijn bier van buitenlandse brouwerijen betrekt.

Bierste(e)ker
Ook bierkoper en bierbeschooier, bierhandelaar. 

Eigenlijk was hij een soort tussenhandelaar, want het bier mocht niet rechtstreeks vanuit de brouwerij aan de consument worden verkocht. En een biersteker van toen had een druk leven, er waren namelijk nogal wat verschillende soorten bier. Om er maar een paar te noemen: Israël, Farao, Delfts en Haarlems bier, kuytbier, Engels bier, scheepsbier dat langer houdbaar was, de zware Duitse moutbieren als het Bremer, Hamburger en Jopenbier. Verder was er dikbier en het goedkope dunbier. Dit laatste werd ook wel scharrebier genoemd en was van geringe kwaliteit.
"Scharrebier was de drank voor de gewone man en daarom ook aan geen excys onderworpen. Scharrebier dronken de bijltjes op de werven, en voor sjouwers en straatloopers was 't op bruggen en pleinen te koop1).
Dit scharrebier kostte in 1535 veertien stuivers de ton 2).
Bierstekers mochten volgens contract alleen van bepaalde brouwers bier kopen. Zo mochten bijvoorbeeld op de Haarlemse "biercay" te Purmerend uitsluitend Haarlemse bieren worden verhandeld. Zo'n biersteker daar was Jan Lugtig, die rond 1750 Haarlems bier leverde 3).
Een andere biersteker was de Amsterdammer Dirck Dorst op de Burgwal. Hij betaalde in 1585 ƒ12,-- belasting. Vijfjaar later komt hij nog eens voor en dan wordt zijn beroep omschreven als bierbeschooier 4).

Biersteker komt ook voor als familienaam.

1) OT1872, pag. 67.
2) OT1874, pag. 82.
3) Ned. His. april 1990, pag. 64.
4) Dillen pag. 29.

A van Egmond (oud) - 17 jul 2019 - 18:59 (laatst bijgewerkt 17 jul 2019 — 19:01 door auteur)

Ik geloof dat het goed gegaan is met de verzending van het artikel van de hr. Dudok van Heel. Vanavond en morgen ga ik alle verkregen informatie

nog eens goed verwerken, want ik wil het overnemen in een soort artikel. Misschien komt ook het Amsterdamse Archief met een copie van het testament van Maria Anna Hovius (inmiddels aangevraagd). 

Leo Hendriks - 17 jul 2019 - 20:19

In het artikel van Dudok van Heel genoemde testament van 21 mei 1629, worden géén van de kinderen met name genoemd en is dus zeker niet de bron van de kinderen of hun doop-/begraafdata. Testament is in vroeg 17e eeuws handschrift opgesteld en dat is (voor mij) langzaam doorploeteren Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

.

Ik blijf dus benieuwd waar hij deze exacte data vandaan heeft.

 

Op basis van het vermelde inbrengregister weeskamer, kunnen we wel de grootouders van Jaco Dirksz de Roy verder duiden.
Grootmoeder aan moederszijde is Trijn Willems en die blijkt in november 1576 gehuwd met T(h)omas Frans(z) die we al eerder waren tegengekomen als vader van Marij Thomasdr. (verwijzing: 1576 - Fransz, Tomas - Willems, Trijn - DTB 969, p.68 - Trouwregister Oude Kerk. - A20026000036)

Obv de genoemde Jacob Meijndertsz (ook geschreven als Meijnarts, Meinerts, etc) gehuwd met Marij Jochemsdr, als ouders van Dirck Jacobsz (de Roy) (overleden vóór 1603), vind ik de begrafenis van vermoedelijke vader van Jacob Meijnderts: Meins Jacops 10 december 1586 (verwijzing: Jacops, Meins - 10-12-1586 - Nieuwe Kerk en Engelse Kerk - DTB 1052, p.16vo en p.17 - A04153000019 )

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

A van Egmond (oud) - 19 jul 2019 - 10:41 (laatst bijgewerkt 19 jul 2019 — 10:45 door auteur)

Mijn eerdere opmerking dat ik van het huis op de Egelantiersgracht geen verkoop vond en daardoor een op 22 februari 1696 overleden de Roij wonende op de Egelantiersgracht een kandidaat vond voor onze Jacob(us) Jansz de Roij, klopt niet.

Maritgen Bonte heeft het betreffende huis op de Egelantiersgracht al op 28 april 1661 verkocht, nadat in oktober 1660 ook het andere huis op de Nieuwendijk al was verkocht.

Het spoor naar het overlijden van Jacob(us) Jansz de Roij loopt nog steeds dood. Evenals naar de testamenten van hem en zijn vader.

A van Egmond (oud) - 19 jul 2019 - 16:44 (laatst bijgewerkt 19 jul 2019 — 16:46 door auteur)

Dag hr. Van Egmond, wat betreft het overlijden van Jacob Janszn. de Roy zouden we kunnen verlaten op hetgeen u eerder schreef: 

"Ik acht het overlijden van Jacobus de Roij op 22 februari 1696 op de (N)Egelantiersgracht een veel waarschijnlijker kandidaat, temeer omdat Jacob Dirksz de Roij in 1657 een huis koopt op de Egelantiersgracht dat ik niet meer verkocht zie worden.

Ook is er bij deze begraafinschrijving sprake van 1 nagelaten kind."

Het klinkt wel logisch allemaal, of is er toch twijfel?

Leo Hendriks - 20 jul 2019 - 13:18

Er is bij mij twijfel gerezen omdat mijn eerdere mogelijkheid was gebaseerd op het feit dat het huis op de Egelantiersgracht nog in bezit zou zijn van de familie de Roy. Zoals ik gisteren schreef heb ik gevonden dat Maritgen Bonte na het overlijden van haar man Jacob Dircksz de Roij, zelf het betreffende huis heeft verkocht. Samen met Dirck/Theodorus, Joannes en Gillis de Graes, als man van Maria de Roij, als andere eigenaren van 1/4 deel in de nalatenschap van Jacob Dircksz de Roij.

Dus is de basis van mijn redenering weg. Het kan dan net zo goed een andere Jacob de Roij zijn, er zijn meer, niet verwante personen, met deze familienaam

Zoals ik nog wat eerder schreef, ik twijfel zelfs of Jacob Jans de Roij in Nederland is overleden. Zou hij niet in Spanje kunnen zijn overleden als zijn kind (Francisco Henrique) in 1689 in Cadiz is geboren en hij daar een gehuwd leven (?) leidde?

Ik vind het nl verdacht dat het zo lastig is om het overlijden te vinden of bevestigd te krijgen. Het testament of boedelscheiding van hem of zijn vader of zelfs maar zijn moeder Catharina Dommers, zou al een hoop helpen denk ik. Ook van Johannes de Roij en Catharina Dommers vind ik niets rondom hun overlijden; geen testament, geen boedelscheiding, geen transporten van onroerend goed, ook geen verwijzing naar een testament van de Roij/Dommers in de boedelscheiding van Petronella Dommers, waarin de 4 nagelaten kinderen van de Roij/Dommers wel delen als erfgenamen van Catharina Dommers. 

Waar ik ook nog niet uit ben is het volgende: in spaanse artikelen over handelsbetrekkingen tussen Amsterdam en Cadiz, vind ik 3 namen de Roy

  1. Diego de Roy
  2. Francisco de Roy
  3. Juan de Roy

De eerste twee zijn de broers, en kinderen van Theodorus de Roij, die samen een handelshuis hebben in Cadiz. Maar wie is die derde, Juan de Roy?

Er is dus wat mij betreft een grote witte vlek rondom het leven en einde van Johannes de Roij/Catharina Dommers en hun kind Jacobus de Roij.

A van Egmond (oud) - 20 jul 2019 - 14:02 (laatst bijgewerkt 20 jul 2019 — 14:13 door auteur)

Het klinkt wel logisch allemaal, of is er toch twijfel?

Ja, de redenering klinkt wel logisch maar zolang er geen hard bewijs is, is het maar een vermoeden.

Het is alleen maar een onderzoekshypothese die nog bewezen of gefalsificeerd moet worden.

 

Net als de hele opsomming van geboortedata van de 5 kinderen van Jacob Dircksz de Roij en Maritgen Bonte in het artikel van Dudok van Heel. Waar komen die data vandaan? Er zijn er maar 2 te vinden in de doopboeken van 't Boompje, de andere 3 vallen buiten wat er in het doopboek van t Boompje is geregistreerd. Waar komen die data vandaan? Zolang ik dat niet weet heb ik ook twijfel over de betrouwbaarheid daarvan.

A van Egmond (oud) - 20 jul 2019 - 14:13

en daar kan ik het overigens alleen maar mee eens zijn.

Leo Hendriks - 20 jul 2019 - 17:30

het wordt misschien allemaal te moeilijk. Toch wil ik wel aanvoeren dat het ergens om gaat. Hoe zou dat kunnen? Ik ben bezig met een verhaal, veel te lang voor het stamboomforum. De komende twee weken zit ik op te passen op het huis (en de tuin met voor en achter gras!!) van mijn schoondochter en zoon. Dan heb ik tijd om het concept in hapbare en leesbare vorm te gieten. En dan zou ik het via Dropbox beschikbaar kunnen stellen, zodat u kunt zien dat het allemaal de moeite waard is. En wellicht dat er dan nog een ander inmiddels ook geboeid is geraakt, die kan dan ook participeren (en inbreng leveren). Via dropbox kunnen nl. verschillende personen hetzelfde document zien (en downloaden), en hun bijdrage leveren. Misschien een ideetje? Ik hoop het. Met beste groet, Leo.

Leo Hendriks - 20 jul 2019 - 21:47

Dat zou ik inderdaad leuk vinden.

 

En ja, de 'laatste' puzzelstukjes zijn altijd het moeilijkst te vinden. In dit geval destemeer omdat de familie zich in Spanje heeft gevestigd en van hieruit niet alle archieven te raadplegen zijn.

Toch moet het makkelijk op te lossen zijn als iemand in Spanje toegang heeft tot de doopboeken van Cadiz of van Jerez de la Frontera, want je hebt wel een exacte datum van doop/geboorte van Francisco Henrique, als deze zou kloppen. het doopboek zal vermoedelijk ook wel een vermelding hebben van de moeder.

A van Egmond (oud) - 20 jul 2019 - 22:16

Ik ga aan de slag, inmiddels gearriveerd in Bussum. En wat Cadiz betreft: ik vrees (nou ja: "vrezen") dat het een reisje naar de zuidkust van Spanje wordt. Maar waar zou je moeten zijn? Daar ben ik nog niet achter, ondanks menige poging via internet om iets te vinden. Beste groet, Leo.

Leo Hendriks - 21 jul 2019 - 17:27

In deze documentjes vind je de kerkelijke archieven in Cadiz en in Jerez de la Frontera: link

 

Hier vind je tips voor onderzoek in archieven Cadiz en hoe de beheerders van kerkarchieven aan te schrijven: https://www.familysearch.org/wiki/en/Cádiz,_Spain_Genealogy

A van Egmond (oud) - 21 jul 2019 - 17:54 (laatst bijgewerkt 21 jul 2019 — 22:06 door auteur)

Heel veel dank, hr. Van Egmond, dit is wel heel bijzonder. Ik heb de documenten gedownload. Nadat ik het eerder beloofde document klaar heb, zal ik een methode zoeken om via een ander of zelf (?) een weg te vinden naar de begeerde informatie uit Spanje. Met beste groet, Leo.

Leo Hendriks - 22 jul 2019 - 21:27

Ik heb nog een kleine referentie gevonden naar de verblijfplaats van Jacobus de Roy.

In "John Everaert, De internationale en koloniale handel der Vlaamse firma's te Cadiz, 1670-1700", vind ik een referentie naar een 'schandeleus' faillissement van de broers Henrique en Jacobus de Roy die dus (ook) een handelsfirma hadden in Cadiz. Het faillissement is van 1683 en toen handelden ze een kleine 1,5 jaar in Cadiz, dus vanaf ca. 1682:

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

De opmerking is afkomstig uit handelsbrieven van de firma Forchondt in Cadiz. Deze brieven liggen in het Antwerps Stads Archief (FelixArchief): Inventaris Nr. IB#1182 - IB#1184

 

Jacobus de Roy was dus in ieder geval in 1682 al in Cadiz. De vermelde broer Henrique (Hendrick) was dan in 1705 al wel weer in Amsterdam, maar toen was broer Jacobus dus al overleden. Nog geen duidelijkheid over waar en wanneer hij is overleden.

A van Egmond (oud) - 24 jul 2019 - 08:07

Hier nog de gehele bewijsvoering voor de adelijkheid van Theodoro Jose de Roy uit 1771 : link

Hierin staan heel erg veel familierelaties genoemd en bewezen (wel allemaal uit de 'andere' tak, van Theodoro de Roy). Wel allemaal in het Spaans.

Met nog een leuke grafische weergave van de stamboom terug tot Jacobo de Roij en Maria Bonte en ook Juan van Woensele en Odilia Donckers

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

A van Egmond (oud) - 24 jul 2019 - 08:53 (laatst bijgewerkt 24 jul 2019 — 09:35 door auteur)

Het wordt nog eens spannend! Maar het zou ook om opsmuk kunnen gaan, hetgeen wel eens meer gebeurde. Ofwel, in de Spaanse tak is getracht het blazoen wat omhoog te krijgen. In de Nederlandse tak heb ik dat tot op heden niet aangetroffen. Maar reuze bedankt voor dit prachtige resultaat. Ik zal proberen er een leesbare copie van te verkrijgen. Nogmaals bedankt, Leo.

Leo Hendriks - 24 jul 2019 - 10:11

Hoi Leo

Als je met opsmuk bedoelt dat dit adelijkheidsdocument / schema niet echt is, dan klopt dat niet.

Dit document van ruim 240 pagina's is een officieel document gecontroleerd en bekrachtigd door de gemeente Cadiz en officieel vastgelegd in de lijsten van Spaanse adel.

Maar dat was toch geen verrassing? Er is op diverse plaatsen vermelding van het feit dat de familie de Roy in Spanje in de spaanse adel is ingetrouwd.

 

Klik op het plaatje en er opent een grote versie (evt nog een keer klikken in dat nieuwe venster als er een vergrootglas met een plus erin verschijnt)

A van Egmond (oud) - 24 jul 2019 - 10:22 (laatst bijgewerkt 24 jul 2019 — 13:12 door auteur)

Dank U wel voor de waardevolle aanwijzingen. Ik zit hier in Bussum op mijn vakantieplekje, en voel me te rijk met alle informatie. Ik probeer wat terug te doen, met iets dat klaar is, maar waarschijnlijk wel een of meer reacties zal oproepen (aan de reacties op stamboomforum te zien, zijn er ook volgers van onze discussie over Dircj Jacobszn. de Roy en zijn nakomelingen!). Het verhaal gaat over de Barndesteeg in Amsterdam (met groen heb ik mijn eigen aanvulling aangegeven, maar wellicht komt dat niet over op stamboomforum, maar: praktisch alles tussen haakjes is van mij afkomstig). Daar gaat het: 

Over de Barndesteeg en zijn bewoners

UIT: De Amsterdammer, weekblad voor Nederland (zie: http://historisch.groene.nl/nummer/1891-05-31/pagina/4#3/66.16/-79.89

 

OUD-AMSTERDAMSCHE VERSCHEIDENHEDEN door Mr. N. DE ROEVER.

- Het Bethaniënklooster en zijne overblijfselen -

De oorspronkelijke tekst, met in het groen aanvullingen van de opstellers van dit manuscipt.

Menig wandelaar, die de thans onaanzienlijke Barndesteeg passeert, slaat nieuwsgierig den blik op twee groote gebouwen, waarvan de gevels onwillekeurig zijne aandacht trekken. Het eene geeft niet veel meer te zien dan den gansch overpleisterden muur van de kerk de Ooyevaar" van de R. C. gemeente der Oud-Bisschoppelijke Clerezy (in de loop van de 19e eeuw werd deze formulering vervangen door “Oud-Katholieke Kerk”) met de daaraan grenzende pastoorswoning; het andere, thans hulp-bank van leening, ziet er met zijn monumentalen stoep en poort nog vrij wat beter uit. Deze poort, met een wapen gekroond, voert ons terug naar den tijd, toen de beroemde Hendrik de Keyzer in de bouwkunde den stijl aangaf. In weerwil van kleine verbouwingen en veranderingen, die dit huis heeft ondergaan, is het nog het sieraad van het straatje. Nagenoeg in denzelfden staat vertoonde het zich reeds in 1625, toen ook het huis daarnaast er nog aanzienlijker uitzag en in denzelfden stijl was opgetrokken.

Uit alles blijkt, dat beide huizen in dien tijd en reeds vroeger door voorname lieden werden bewoond, die, om ze uiterlijk zoowel als innerlijk aan hunne bestemming te laten beantwoorden, geene kosten hadden gespaard. En dit was ook inderdaad het geval, want het tegenwoordige kerkgebouw was het woonhuis van den schatrijken koopman Marcus de Vogelaer, een Antwerpsch uitgewekene (geboren te Antwerpen in 1553 en in 1610 te Amsterdam overleden), die er met toespeling op zijn familiewapen den naam van “de Oyevaer" aan had gegeven. Hij was een der medeoprichters van de West-Indische Compagnie en echtgenoot van Margaretha van Valckenburgh (geboren in 1556 te Antwerpen en in 1650 overleden te Amsterdam; zij staat in de literatuur bekend als de eerste en enige vrouwelijke VOC-bewindvoerder, en zij is de dochter van de stamouders van het geslacht Van Valkenburg, t.w. Jan van Valkenburg en Elisabeth Michiels van Verlaer). Over beide personen heb ik reeds vroeger gesproken (deze gegevens zijn overigens niet gevonden).

Door een sierlijk poortje kwam men gelijkstraats de woning binnen. Het huis was niet zeer diep. Het was waarschijnlijk om die reden, en omdat misschien slechts twee derden van de gevelbreedte het woonhuis en het overige een pakhuis dekte, dat de eigenaar in den tuin aan de eene, wellicht ook aan de andere zijde een achterhuis had uitgebouwd. Marcus gezin was talrijk en hij schijnt er op een grooten voet te hebben geleefd. Zijne zonen en dochters trouwden er uit met de aanzienlijksten van den lande en de laatste, die er ongehuwd in bleef wonen, werd er in 1662 uitgedragen, om op het Hooge Choor der Oude Kerk zijne laatste rustplaats te vinden. Toen werd het huis overgeschreven op naam van zijne zuster Hester de Vogelaer (1609-1674), die hare hand (in 1632) gereikt had aan Jacob van Erp (1603-1643), een verwant van Christina (van Erp 1591-1624), de eerste vrouw van den beroemden Muider drost (d.i. Pieter Corneliszn. Hooft, drost van Muiden, dichter en toneelschrijver, leefde 1581-1647).

In 1673 wordt Cornelis Roch (1630-1681, zoon van Hercules Roch en Sara Valckenier), die schepen en raad der stad was, als bewoner later ook als eigenaar er van genoemd. Tien jaren later woonde hij er nog, hetgeen bewijst, dat deze woning in die dagen nog eenen patriciër waardig werd geacht. Na zijnen kort daarop gevolgden dood bleef zijne weduwe (deze weduwe was trouwens Jacoba van Erp, een dochter van de hiervoor genoemde Jacob van Erp en Hester de Vogelaer) er eigenaresse van, maar verhuurde het aan een herbergier tot wij in 1706 het huis op geschreven vinden op naam van den toen bijna 70-jarigen wijnverlater Arent Krijs, een broeder van Jacobus Krijs, pastoor uit “de drie bonte kraaien" in de Oude Teertuinen en protonotarius apostolicus, die zich in de kerkelijke twisten in de R. C. gemeente, door de volgelingen van Jansenius veroorzaakt, eenen naam heeft verworven. De kerk schijnt er terstond in gekomen te zijn (1706: dit is dus het startpunt van de schuilkerk in de Barndesteeg, gewijd aan de heilige Petrus en Paulus, en kreeg later de bijnaam "De Ooievaar" naar de gevelsteen, ooit geplaatst door Marcus de Vogelaar, grootvader van de weduwe Jacoba Roch-van Erp die het pand in 1705 verkocht aan Arent Krijs. De schuilkerk in de Barndesteeg is in 1914 gesloten. De gebroeders Krijs hadden trouwens een zusje Maria Gerarda Krijs die huwde met Everard Burgert, en een kind uit dit huwelijk, Maria Gerarda Burgert, huwde met Adriaen Wittert (1692-1748, kortom het is hier wel katholiek patriciaat dat de staart roert!)).

Had de Vogelaer den ingang van zijn huis gelijkstraats gemaakt, zijn buurman Leenaert Raye deed het nog deftiger af. Hij liet een hooge stoep voor zijne woning bouwen en den ingang versierde hij met een fraaien uit gehouwen steen vervaardigde poort, die nog heden ten dage met zijn familiewapen : gevierendeeld, l en 4 van keel met een rad van goud, 2 en 3 van lazuur met drie ruiten van zilver, ter gedachtenis van den stichter prijkt. Dit gedenkteeken verdient de man wel, want hij behoorde tot die kloeke burgers onzer stede, die het hunne hebben bijgedragen, om Amsterdam groot te maken door den handel, de bron van alle welvaart. Immers zijn naam wordt gevonden onder die van de oprichters der Oost-Indische Compagnie. Van de meeste dezer vermogende en ondernemende kooplieden is slechts weinig bekend, en toch verdienen zij ten volle, dat hunne naneven van onzen tijd zich hunner herinneren en dankbaar gedenken. Het is dus niet ongepast hier enkele biografische bijzonderheden, hem betreffende, mede te deden.

Raye was geen geboren Amsterdammer. Hij had omstreeks 1563 te Limburg het eerste levenslicht gezien, maar was wellicht met zijne ouders in zijne vroege jeugd hier ter stede komen wonen. Op 35-jarigen leeftijd trad hij hier met Catharina, de te Antwerpen geboren dochter van Hans de Schott, in het huwelijk, die hem in hare ouderlijke nalatenschap de perceelen van de Barndesteeg aan bracht. Welke zaken Leenaert deed weten wij niet; zeker is het echter, dat hij fortuin maakte, en even gelukkig was als zijne neven Jan Raye (1660-1712; hij huwde in 1696 met Aleida Catharina Bicker, dochter van Jacob Bicker en Anna Maria Schott), de stamvader van de aan het Amsterdamsche patriciaat verwante heeren van Breukelerwaard (het gerecht Breukelerwaard door koop door Raye verkregen, ligt tussen de Aa en de Vecht), en Jan Gras - ook Lenaerts moeder heette Gras - die wij beiden vinden genoemd als de bewindhebbers der West-lndische Compagnie.

Toen hij uitvoering wilde geven aan zijn plan om de huizinge in de Barndesteeg in den smaak zijns tijds te verbouwen, moet het hem gebleken zijn, dat de binnenbouw nog te goed was om af te breken, zoodat hij er veilig toe kon besluiten om er enkel een nieuwen gevel voor te zetten, van binnen eene nieuwe indeeling te maken met een verdieping en een ruim voorhuis omringd van fraaie vertrokken om daarbij een nieuwen vleugel in den tuin op te trekken. Zoo kan men in dit gebouw, behalve het eigenaardig hollandsche en in tamelijk goeden staat behouden voorhuis, nog de balklagen van het oude kloostergebouw vinden, waarvan de karbeelen het type vertoonen van de in kerkelijke en wereldlijke bouw gebruikelijke versiering van de tweede helft der vijftiende eeuw. Maar nog merkwaardiger is het fraai gemetselde, op steenen kolommen rustende gewelf, dat thans de kelderverdieping uitmaakt en waarvan de bodem, bijkans ter halver hoogte van de pilaren opgehoogd is. Zulk een gewelf vindt men evenzeer onder de kerk de Ooievaar. Daar zaten eens de vrome zusterkens neder om zich aan het dagelijksche maal te versterken met de spijzen, die warm uit de daarnaast gelegen keuken konden worden opgedragen.

De bouwheer had zeker niet lang genoegen van de aangebrachte verbeteringen. Bij zijn dood liet hij één dochter achter, Maria Raye (1602-1628; zij is een dochter van Leendert Raye en Catharina Schott), die zich in 1623 in huwelijk verbond aan een telg van een niet minder machtig koopmansgeslacht, aan Jeronimus (1589-1645), den zoon van Balthazar Coymans (en diens echtgenote Isabella de Picquera). Deze, die heer was van Meerenstein, trad in het bezit van het huis en schijnt er ook in te hebben gewoond, maar zijne eenige dochter Catharina Coymans baronesse Sohier de Vermandois, Vrouwe van Warmenhuizen etc. verhuurde het (Catharina Coymans die in 1624 werd geboren en op 27-jarige leeftijd in 1653 overleed, ontleende haar titel van “Sohier de Vermandois” aan haar echtgenoot de Amsterdamse koopman Constantin Sohier de Vermandois).

In 1648 woonde er nog een aanzienlijk koopman als Johan Pellicorne. Toen hadden de Coymans op de Heeren- of Keizersgrachten reeds nog heel wat trotscher en prachtiger ingerichte woningen betrokken en binnen een kwart eeuw hadden de De Vogelaers, hunne buren, dit voorbeeld gevolgd.

 

Eerst omstreeks 1690 werd het huis verkocht aan Theodorus de Roy (d.i. Theodorus Jacobs de Roy, gehuwd met Van Wonsel), uit wiens familie het door aanhuwelijking kwam in het bekende R. C. geslacht Hovius. Een hunner droeg het in 1818 over aan den apothecar H. F. Thijssen voor f 2200 (Henricus Franciscus Thijssen is in 1757 geboren te Maastricht en overleden te Amsterdam in 1832; de genealogie van het geslacht Thijssen is gepubliceerd in het Nederlands Patriciaat, zie verder hieronder bij de verkorte genealogieën van de geslachten Thijssen en Ten Sande). Te dien tijde schijnt de huizinge als herberg de poort voor den reizenden man te hebben opengezet, waar mede het het voorbeeld had gevolgd van het huis “de Ooyevaar'', dat, zoo meldt het althans Wagenaar, vóór het tot kerk werd ingericht, ook een logement was geweest, waar volgens overlevering “het turfschip van Breda" heeft uitgehangen.

Toen de stad er eindelijk eigenaresse van geworden was; werd het zonder veel timmeren tot de tegenwoordige bestemming ingericht.

 

N.B. 1. Een verkorte genealogie van het geslacht Thijssen is  als volgt:

Gen. I.       Paul Thijssen, trouwt met Maria Helena Gloos.     

Gen. II.      Johannes Paulus Thijssen, zoon van Paul Thijssen (I) en Maria Helena Gloos, geboren te Maastricht op 23 juni 1725, overleden (78 jaar oud) te Maastricht op 27 september 1803, trouwt (resp. 22 en 20 jaar oud) te Maastricht op 25 januari 1748 met Maria Ida Barbara Raedts, geboren te Maastricht op 4 december 1727, overleden (83 jaar oud) te Maastricht op 7 februari 1811.     

Gen.III.      Henricus Franciscus Thijssen, zoon van Johannes Paulus Thijssen (II) en Maria Ida Barbara Raedts, gedoopt te Maastricht op 10 februari 1757, apotheker, makelaar en koopman in drogerijen in 1784, poorter van A'dam, overleden (ongeveer 65 jaar oud) te Amsterdam op 4 februari 1823, ondertrouw te Amsterdam (DTB 754, p.389/Pui) op 10 september 1784, trouwt (resp. ongeveer 27 en ongeveer 30 jaar oud) te Abcoude op 26 september 1784 met Joanna Maria Rijnders, gedoopt te Amsterdam op 26 september 1754, overleden (ongeveer 62 jaar oud) te Amsterdam op 17 januari 1817.    

Gen. IV.    Henricus Franciscus Thijssen, gedoopt te Amsterdam op 15 november 1787, stadsgeneesheer A'dam en hoogleraar, overleden (ongeveer 42 jaar oud) te Amsterdam op 8 januari 1830, trouwt (resp. ongeveer 34 en ongeveer 19 jaar oud) te Amsterdam op 5 augustus 1822 met Maria Theresia ten Sande, dochter van Jan George ten Sande (suikerraffinadeur en koopman te Amsterdam) en Barbara Isabella van den Berghen, gedoopt te Amsterdam op 6 mei 1803, regentes R.K. Maagdenhuis te Amsterdam, overleden (ongeveer 80 jaar oud) te Amsterdam op 6 december 1883.   

Gen. V.     Henricus Franciscus Thijssen, geboren te Amsterdam op 11 september 1830, geneesheer, overleden (84 jaar oud) te Arnhem op 11 februari 1915, trouwt (resp. 32 en 22 jaar oud) te Zwolle op 26 augustus 1863 met Clara Francisca Maria Heerkens, vrouwe in Melissant-Noorderschorre-en-Wellestrijpe en St. Elisabeth’s Polder, dochter van Johan Nicolaas Joseph Heerkens (raadsheer gerechtshof te Zwolle) en Aleida Gijsberta van der Kun, geboren te Zwolle op 27 januari 1841, overleden (72 jaar oud) te Arnhem op 30 november 1913. Uit dit huwelijk 3 kinderen.

 

N.B. 2 Een verkorte genealogie van het geslacht Ten Sande is als volgt:

Gen. I.       Gerardus Willebrordus ten Sande, zoon van Jan George ten Sande en Elisabeth Jaspers, gedoopt te Amsterdam op 15 februari 1759, overleden (ongeveer 88 jaar oud) te Leiden op 1 februari 1848,vooraanstaand katholiek koopman en notabele te Amsterdam, trouwt (resp. ongeveer 20 en ongeveer 22 jaar oud) (1) te Abcoude op 13 oktober 1779 waarbij Gerardus als woonplaats het Rokin te Amsterdam opgeeft, en Catharina de Kalkmarkt aldaar met Catharina Maria Nicoletta van Wijngaarden, dochter van Hendrik van Wijngaarden en Maria Cornelia van den Idsert, gedoopt te Amsterdam De Star op 2 december 1756, overleden (ongeveer 31 jaar oud) te Amsterdam op 11 augustus 1788, begraven te Amsterdam Oude Kerk.

                 Hij trouwt (resp. ongeveer 30 en ongeveer 22 jaar oud) (2) te Antwerpen [België] op 8 oktober 1789 met Francisca Maria Josepha Petronella de Heijder, dochter van Petrus de Heijder en Catharina Antonia de Clé, geboren te Antwerpen circa 1767, overleden (ongeveer 82 jaar oud) te Leiden wonende te Leiden in de Haarlemmerstraat op 23 juli 1849.

Gen. II.      Jan George ten Sande, geboren te Amsterdam op 29 juli 1780, suikerraffinadeur en koopman te Amsterdam, overleden (64 jaar oud) te Amsterdam op 7 december 1844, trouwt (resp. 21 en 19 jaar oud) te Brussel op 26 mei 1802 met Barbara Isabella van den Berghen, dochter van Philippe Jacques van den Berghen en Marie Thérèse Goffin, geboren te Brussel op 21 december 1782, overleden (91 jaar oud) te Amsterdam op 17 februari 1874.

                 Uit dit huwelijk 8 kinderen, waaronder:

1.              Maria Theresia ten Sande, gedoopt te Amsterdam op 6 mei 1803, regentes R.K. Maagdenhuis te Amsterdam, overleden (ongeveer 80 jaar oud) te Amsterdam op 6 december 1883, trouwt (resp. ongeveer 19 en ongeveer 34 jaar oud) te Amsterdam op 5 augustus 1822 met Henricus Franciscus Thijssen, zoon van Henricus Franciscus Thijssen en Joanna Maria Rijnders, gedoopt te Amsterdam op 15 november 1787, stadsgeneesheer A'dam en hoogleraar, overleden (ongeveer 42 jaar oud) te Amsterdam op 8 januari 1830.

2.              Julia Francisca Johanna ten Sande, gedoopt te Amsterdam in de statie De Star op 4 augustus 1804, overleden (ongeveer 82 jaar oud) te 's‑Gravenhage op 25 februari 1887, trouwt (resp. ongeveer 24 en ongeveer 26 jaar oud) te Amsterdam op 12 november 1828 met Anthonius Zacharias Hanlo, zoon van Bernardus Theodorus Henricus Hanlo (azijnmaker en lid firma Hanlo&Steins) en Petronella Maria Josepha Meijlink, gedoopt te Amsterdam Begijnhof op 9 oktober 1802, raadsheer en lid Hoge Raad, overleden (ongeveer 46 jaar oud) te Amsterdam op 17 mei 1849. Uit dit huwelijk 10 kinderen.

3.              Amelia Carolina Georgina ten Sande, geboren te Amsterdam circa 1810, overleden (ongeveer 43 jaar oud) te Rotterdam op 22 april 1853, trouwt (resp. ongeveer 25 en ongeveer 41 jaar oud) te Amsterdam op 11 augustus 1835 met Johannes de Berset, zoon van Jan Baptist de Berset en Maria Mari, geboren circa 1794, koopman, overleden (ongeveer 71 jaar oud) te Rotterdam op 18 januari 1865.

4.              Paulina Petronella Barbara ten Sande, geboren te Amsterdam op 23 januari 1813, overleden (73 jaar oud) te Amsterdam op 19 oktober 1886, trouwt (resp. 40 en 36 jaar oud) te Amsterdam op 9 november 1853, kerkelijk huwelijk te Amsterdam op 10 november 1853 met Cornelius Paulus Hoynck van Papendrecht, zoon van Johannes Cornelis Hoynck van Papendrecht (luitenant-kolonel en commandant vesting Geertruidenberg) en Johanna Elisabeth van Eeckhout, geboren te Geertruidenberg op 31 augustus 1817, advocaat, stichter van het RK Maagdenhuis A'dam, lid kersmisgilde Haarlem, overleden (74 jaar oud) te Amsterdam op 24 april 1892. Uit dit huwelijk zijn geen kinderen geboren.

Leo Hendriks - 25 jul 2019 - 10:59







Plaats een reactie

Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!


Inloggen Registreer nu