Ik lees bij "Jan Pietersz Segaer" geboren omstreeks 1627 en overleden omstreeks 1664 in Leiden, dat hij eerst warpwerker was geweest en daarna knegt in het gisthuys. Ik neem aan dat een warpwerker in de lakenindustrie werkte, maar ik kan hier nergens iets over vinden. Wie weet hier meer over?
Warp is inderdaad een ander woord voor weefsel if iets van stof, maar wat een werker daarmee deed is me nog niet helemaal duidelijk. Kan van alles zijn.
Hij deed dus iets met een stof van wol en linnen. Bedankt voor de reacties!
Scheren werd/word ook gedaan om touw uit hennep te maken. Mijn vader moest vaak de ruwe hennep over de kam scheren.
Hij werkte bij touwfabriek vander Lee in Oudewater.