Ik ben het spoor bijster van Jetske Johanna Douma (volle nicht van mijn overgrootmoeder) en haar man, de bakker Marten Pieters de Vries. Zij trouwen 21-01-1892 in Wymbritseradeel (akte 0001) en krijgen (tenminste) drie kinderen: Baukje (Kollumerzwaag, 02-03-1893), Idskjen (Hallum, 22-07-1896) en Anne (Kortezwaag, 23-09-1899). Na de geboorte van de laatste ontbreekt in Nederland ieder spoor, of ik moet iets over het hoofd zien.

Ook een overlijden van Jetskes moeder Baukje Swart, die nog leefde op 21-07-1916 toen haar man Anne Douma in Woudsend overleed, kan ik trouwens niet vinden.

Vandaar mijn vermoeden dat deze familie wellicht geëmigreerd zou kunnen zijn. Iemand enig idee?

Bij voorbaat dank voor het meedenken.

Ik heb de familie op ellisisland.org en op familysearch niet gevonden.

Hier bevolkingsregister Kortezwaag. Staat iets in potlood opgeschreven wat ik niet kan "ontletteren".

27 april 1900 hele 
gezin naar Duitsland(?)

Wellicht een 'long shot': het volgende overlijden in Malang, Nederlands Indië, 1940:

[Edit:] Deze Marten Pieter de Vries komt van Terschelling, en is bij zijn huwelijk met Carolina van den Ende in 1912 26 jaar oud. Hij zal daarom ca. 1885 zijn geboren. Hij is dus NIET de gezochte Marten Pieters.

Baukje Zwart vertrekt volgens het bevolkingsregister achter haar dochter aan naar Duitsland in december 1919 (bron).

Edit: daarnaast zag ik staan dat de echtgenoot Anne Douma al eerder tijdelijk naar Duitsland reisde, namelijk september 1899 (bron).

Haar broer Jentje Douma overlijdt in Den Haag op 3 april 1943. Ik kan niks vinden over een eventuele overlijdensadvertentie in de krant, maar wellicht zou daar in kunnen staan waar zijn zus Jetske Johanna Douma dan woont. 

Dank allen, dat wordt dus zoeken in Duitsland. Zo kan ik weer een stuk verder.

En jullie hebben gelijk: Marten de Vries wordt in 1914 vermeld in het adresboek van Wülfrath (Noordrijn-Westfalen). Zie hier, onderaan in de linker kolom. En hier in het adresboek van 1928, in de rubriek Kolonialwarenhandlungen. Weer wat geleerd.

Kolionalw[aren]. Hij had een winkel in koffie, thee en tabak, etc..

Michaël

Mijn dank, en het andere woord zal Gießereiarbeiter geweest zijn. Had kennelijk genoeg van het bakkersvak.