In het kort:
Op 11-10-1630 compareerde voor de weesmeesters: Arris Woutersz, rivierviskoper, als vader van zijn vijf nog onmondige kinderen, gewonnen bij Maritge Gerrits, zijn overleden huisvrouw, bij namen Crijntge, oud 17 jaar, Leendert, 15 jaar, Gerrit, 13 jaar, Maerten, 11 jaar, en Abraham, 7 jaar.
Voogden zijn Joost Pietersz, saaiwerker, en Tonis Cornelisz en Dirck Arris, beiden varende luijden.
15-7-1634 compareerden voor weesmeesters: Thijs Cornelisz, veerschipper op Amsterdam, en Willem Dircksz, schipper op 's-Hertogenbosch, als executeurs van het testament van Gerrit Thonisz, schipper op Amsterdam, aannemende de voogdij van de nog onmondige kinderen van Arris Woutersz, gewonnen bij Maritge Gerrits, en leverden over de inventaris(lijst) van de goederen nagelaten door Gerrit Thonisz. De boedel zal pas worden verdeeld in 7 stukken als het jongste kind 20 jaar oud is geworden.
Het verband zie ik niet, maar ik vermoed, dat het in de tweede inschrijving gaat om de erfenis van de vader van Maritge Gerrits (Gerrit Thonisz) , waar die kinderen dus recht op hebben.
Aanvulling: dat klopt. Hier zijn testament: http://www.digitalearenadelft.nl/detail.aspx?id=1550_36V&st=1