1 Compareerde voor schepenen der heerlij[ckhey]t van Tilborgh
2 ende Goirel ondergenoempt, Lambereght Goijaert
3 Willem Velden, ende Cornelia Cornelis van Opstal
4 sijne tegenwoordige huysvrouw, tesaemen ter eenre,
5 Willem van de Plas als momboir, ende Willem Goijaert
6 Willem Velden als toesiender, over het een onmondigh
7 kint, wijlen Maria Willems van de Plas, daer vader
8 aff is, den voornoemden Lambert Goijaert Willem
9 Velden, ter andere seyden, dewelcke hebben bekent,
10 ende beleden, bekennen ende beleyden mits desen,
11 met malkanderen aengegaen, ende gemakt te
12 hebben, een minnelijck, ende vriendelijck, accordt,
13 contract, ende transactie, in der voegen, forme ende
14 manieren hiernaer beschreve volgende, te weten dat
15 de eerste van de tweede comparanten hebben aenge-
16 nomen gelijck sij doen bij desen, het voornoemde
17 onmondigh kint met naeme Gerrit out ses
18 jaaren, ofte daerontrent, omme hetselve op te
19 brengen, ende te alimenteren, in kost ende dranck,
kleedingh ende reedingh, van linnen ende wollen,
siek ende gesont, eerlijck ende tamelijck, naer
hennen staet, qualiteyt, ende vermogen, ende tot
dien, een ambaght te laeten leeren, waertoe hij
best nut ende bequaem bevonden sal worden, om
sijnen kost te konnen gewinnen, ter tijt ende
wijle toe, dat hetselve sal gecomen wesen, tot den
ouwderdom van achtien jaaren, huwelijcken off
anderen geaproberden staet, ende tot den voors.
ouwderdom gecomen seynde, alsdan aen 'tselve
te laeten volgen, een kist, waervooren de eerste
van de tweede comparanten sullen hebben, behouwden
ende erffelijck possideren, alle de getaucxeerde meuble
goederen, mitsgaders de geheele toght van de
erffgoederen, geduerende dese alimentatie, indien eenig
erffgoederen voor 't expireren der alimentatie quame
aen te sterven, mits daertegens betaelende
alle de lastige schulden des boedels, egeene
uytgesondert, voordens is geconditioneert, ende
ondersproken, dat naer doode van de eerste comparant
alle de naer te laetene goederen, soo haeff, meuble,
als erffgoederen, die alsdan bevonden sullen
worden, off van vaders seyde ingebraght, sullen
worden gepart ende gedeelt, soo bij het voors.
voorkint, als de te verwekene kint, off kinderen,
in desen huwelijck te procreeren, in capitatum, hooft
voor hooft, elcx even diep, in alsulcken schijn, off
het kinderen waeren, van een ende denselven
bedde voortsgecomen ende geprocreert, uytgenomen
dat den voors. onmondige vooruyt sal genieten
de goederen die hem van sijne grootvader van
's moeders seyde sullen comen aen te versterven.
Alle welcke poincten etc. gelovende etc.
renuntiërende etc. verbindende etc. Actum den
sestienden october,
[get.] Dirck Otterinck 1702
[get.] A. Vereijck? 1702
[get.] J. van Esch 1702