Beste mensen,

Ik kan slechts één woord niet ontcijferen van onderstaande ondertrouw op 9 nov van Gerrit Jan met Geertruit Middelkamp.. Het is het woord in de eerste regel na "uit de Poorte".

https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QS7-99CH-WZMB?i=525&cc=2037905

Is het juist als ik aanneem dat "uit de Poorte" een plaats aanduiding is en geen naam.

Vr gr Karst

nagelaten zoon?  Uit de Poorte is de achternaam.

het lijkt mij  het  patroniem Nagelz, waaruit ik opmaak dat Uijt de Poorte een toenaam was.

Maar nagelaten zoon lijkt me ook logisch(zijn vader was dus kennelijk een reeds overleden Gerrit . Staat er niet een verklaring van gebruikte afkortingen ergens voorin het boek? Uit mijn eerdere reactie blijkt dat je er dus snel naast kunt  zitten qua interpretatie. 

Annemarie en J.C, hartelijk dank voor jullie reacties. Aan de hand hiervan verder gespeurd en bij transcripties vind ik inderdaad de term "nagelaten zoon". Dit zou betekenen dat de vader is ovl. Wat de naam "uit de Poorten" betreft is het wisselend. Soms vind ik het als een soort plaats aanduiding en soms als naam dus blijft dat wat onduidelijk. Ik dacht aan de plaatsaanduiding zoals binnen of buiten de poort van een gemeente. Later gebruikt Gerrit Jan nl de naam Grobben.

Vr gr Karst

Los van de leeshulpvraag. Even nog een aanvulling vwb de term "uit de Poorte". Dat ik ervan uitging dat het een plaatsaanduiding was lijkt bevestigd te worden door een begraafakte op 22 januari 1807 van ene Geze Abbink. Daar staat als woonadres van de aangever : op de Reigershofte in de Poorte.

https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:3QS7-99CH-4QGX?i=9&cc=2037905

Vr gr Karst