Alles bij elkaar maken deze twee afzonderlijke akten het verhaal over de kaping, maar vooral over het vervolg een stuk helderder. Hier en daar zijn nog wat woorden onduidelijk (voor mij), maar misschien kan er nog wat aan verbeterd worden bij nadere aanschouwing.
Zelf heb ik veel geleerd om met behulp van jullie het 17e eeuwse schrift wat beter te kunnen lezen.
Helaas heb ik verder nog niets in verband met een veroordeling van Ide Grittinga rond 1686 kunnen vinden voor het niet teruggeven van geld en juwelen en dat was eigenlijk mijn uitgangspunt, maar dat zou dan weer een ander onderwerp moeten zijn.
Aanvullingen:
43: de Hoop geladen met suijcker en lamoensap vervoerend en met het selver in dese landen gelijk vooren
44: is geseijlt in dese maent van sept[embris] gearriveert sijn
Met lamoensap zal limoensap bedoeld zijn. Het laatste helpt om scheurbuik te voorkomen. Wisten ze dat toen al? Pas in 1747 werd dat ontdekt door de Britse arts James Lind. Hij pleitte ervoor dat schepen voortaan vitamine C-rijk limoensap meenamen tijdens de lange tochten.
George Spinosa, joods koopman van Antwerpen, ging op 5 oktober 1663 in ondertrouw te Amsterdam met Isabella Blanca D'avillaar.
Inderdaad is het verhaal van de kaping en de nasleep veel duidelijker geworden. Wat is er met Ide Grittinga en zijn vrouw en kinderen (?) gebeurd op het schip met de kapers? Zouden zij met het joodse geld de kapers hebben omgekocht en zich op een door hen gewenste plaats aan land hebben laten brengen? Eind 1686 laten zij een kind dopen in Amsterdam en ontbreekt er daarna elk spoor tot 1699, wanneer Ide trouwt, wonende in Den Haag, met Helena Knoop, nadat hij eerst haar man heeft vermoord? Boeiende geschiedenis, Anneke! Bedankt voor je vraag om hulp, waardoor ik nu weet waar de Kaapverdische eilanden liggen en iets meer weet van de Surinaamse geschiedenis.
Ook een ieder bedankt die heeft bijgedragen aan het transcriberen van deze aktes en wat historische aanvullingen heeft gegeven!
Met vriendelijke groeten,
Anneke