Ik kan dit niet lezen helaas.. wat staat hier?

Dit is uit je tweede tekst, over de "metselaer".
Er staat "out ontrent XL... jaeren".
Chris las XLI [41], accoord, maar ik kan de afkorting daarachter niet thuisbrengen.

edit

O, de afkorting luidt -tich, er staat dus XLI-tich, [eenenveer]tich.

Misschien is het als rangtelwoord bedoeld? (Ik doe maar een gok)
Zoals mensen soms 1ste, 2de en 41ste schrijven?

Overgens lijkt me de kans, dat die man de gezochte persoon is, wel heel erg klein.

Aah oké! De kans is inderdaad erg klein..wat wel grappig is, is dat heel veel mannen in de Vermeij familie metselaar van beroep waren.

Het is een zuiver paleogafisch probleem, natuurlijk.

Ik ben overigens wel benieuwd of Rianne De ouders van Jacobus Krijnen Vermeij 1724 nu inmiddels gevonden heeft.
En wat is de link met Leiden, meer dan vijftig jaar eerder? Dat is wel een sprong in de tijd.

Ik heb helaas nog steeds geen ouders van Jacobus gevonden..dit is dan ook een greep in het duister omdat ik de stille hoop heb dat dit een grootvader is (vanwege dezelfde naam). De kans is natuurlijk zeer klein dat dit zo is, maar ik ben nu al een aantal jaar op zoek en kom geen stap verder. 

Jacobus Krijnen Vermeij word trouwens genoemd in omgeving Nieuwkoop en Bodegraven (bodegraafse-meije).

Rianne, ik heb de tweede tekst zo goed mogelijk getranscribeerd, zodat je weet waarover het gaat. Jacob Crijnen verklaart op verzoek van smid Cornelis Cornelisz van Berckendael, dat voor de bouw van 5 huizen zijn muurankers zijn gebruikt.

Tekst 2:

“Gegrosseert

1. Huijden den XXIXen Octob[ris] anno 1663
2. Compareerde voor mij Cornelis van Berendrecht not[ari]s publijcq
3. ende den getuijgen onder genomineert Jacob Crijnen metselaer
4. out ontrent XLI … jaren woonende op de Koepoortsgraft binnen
5. dese stadt, Ende heeft ten versouck van Cornelis Cornelissen
6. van Berckendael mr. slotemaecker ende smith alhier
7. getuijcht ende verclaert waerachtich te zijn, dat hij deposant
8. in den jare 1661 als knecht gewrocht heeft in dienst van
9. Jan Daniels van Wouw mr. metselaer binnen dese stadt
10. ende dat hij ten selven tijde als metselaer gearbijt heeft aen seeckere
11. vijff huijsen, die alsdan doir d’voorss Jan Danielsen van Wouw
12. ende Gerrit Quirijns Haverbreeck Grutter (?) werden gebint
13. aen de oostsijde van de Heeregraft, alle naest
14. malcander staende, dat mede hij deposant aen de
15. selve vijff huijsen naementlijck in beijde de sijdelicken
16. buijten muijren aen de eerste ofte onderste binten gewrocht ende
17. innegebracht heeft acht anckers, als in elcke
18. sijdel[icke]muijr vier anckers die alle doir d’voorss Cornelis
19. Cornelissen Berckendael Req[uiran]t in desen alleen gemaeckt ende
20. gelevert ende alsnoch seer wel te weeten, dat alle
21. deselve waren Anckers met oogen ofte huijsen,
22. Gevende hij deposant van redenen van wetenschap dat
23. hij d’voorss anckers selffs innegebracht vast gemaeckt heeft
24. ende dat t’selve alsvoren is verhaalt, anckers met oogen
25. ofte huijsen waren, oversulcx te vooren zijnde t’gunt
26. voorss staet naerder te bevestigen. Aldus gedaen ende
27. verleden ten comptoire mijns Notaris, present Leonard
28. van Asperen ende Hendrick van Aerdens van Aerdenstoff als
29. getuijgen in desen versocht.

(handtekeningen)

Jasper Crijnen selffs gestelde namen (?)
L. van Asperen
1663
H. van Aerdenstoff
C. van Berendrecht Not[ari]s Pub[licus] 1663”

Informatie over het oog van een muuranker:

http://www.documentatie.org/B/B----/B---O/Oog%20(van)%20muuranker.htm

Helaas staat er dus geen informatie in waar ik echt wat mee kan..maar het viel te proberen. Hartelijk dank voor alle moeite! 

nog enkele suggesties voor de transcriptie, slechts paleografisch van belang (met veel dank aan Tineke Tjoelker)

  3. ende den getugen ondergenomineert Jacob Crijnen, metselaer,
  4. out ontrent XLI-tich [=41] jaeren woonende op de Koepoortsgraft binnen
  5. dese stadt, ende heeft ten v[er]soucke van Cornelis Cornelisen
  8. in den jaere 1661 als knecht gewrocht heeft in dienste van
  9. Jan Danielsen van Wouw m[eeste]r-metselaer binnen dese stadt
10. ende dat hij ten selven tijde als metselaer gearbeijt heeft aen seeckere
11. vijff huijsen, die alsdoen door d’voorss Jan Danielsen van Wouw
12. ende Gerrit Quirijnsen Haeverenbreeck, grutter, werden gebout
14. malcanderen? staende, dat mede hij, deposant, aen de-
15. selve vijff huijsen, naementl[ijcken] in beijde de sijdel- en[de]
18. sijdelmuyr vier anckers die alle door d’v[oor]s. Cornelis
19. Cornelisen Berckendael, req[uiran]t in desen, waeren gemaeckt ende
21. deselve waeren anckers met oogen ofte huijsen.
22. Gevende hij, deposant, voor redenen van wetenschap dat
23. hij d’v[oor]s. anckers selffs innegebracht en[de] vastgemaeckt heeft
24. ende datt’selve, als voren is verhaelt, anckers met oogen
25. ofte huijsen waeren, oversulcx tevreden zijnde t’gunt
26. v[oor]s. staet naerder te bevestigen. Aldus gedaen ende
27. verleden ten comptoire mijns notarii, present Leonard
29. getugen in desen versocht.
Jasper Crijnen selffs gestelde merck

https://www.erfgoedleiden.nl/collecties/personen/zoek-op-personen/persons?f=%7B%22search_s_deed_type_title%22:%7B%22v%22:%22Index%20Notarieel%20Archief%22%7D%7D&ss=%7B%22q%22:%22Jacob%20Krijnen%201663%22%7D
Akte nr. 159
Scan 281 van 348

N.B. Dit is bepaald geen gemakkelijk handschrift. De scan had je scherper gewild.

Bedankt, Pauwel! Ik had al gehoopt, dat je het zou bekijken. Ik ga de veranderingen bestuderen.