stamboomforum

Forum logoLeeshulp, transcriptie, vertaling, betekenis » 1720 Huwelijkse voorwaarden Amsterdam 1720 tussen Isaeq Namink en Geertruid Distelbrink opgelost



Profiel afbeelding

Stadsarchief Amsterdam
Archiefnr. 5075; Inv. Nr. 285; #7784
Notaris Hilbrand van der Heijden te Amsterdam
03-04-1720 Scans 110-112
https://archief.amsterdam/inventarissen/inventaris/5075.nl.html?p=9899:9900&t=9973#KLAI04024000002

Ik heb deze huwelijkse voorwaarden bijna geheel getranscribeerd, maar ik zit nog met een paar lastige woorden. Vooral waar er gekriebeld wordt op het papier. Wie helpt er de puntjes in te vullen?

03-04-1720

Thierrij

3 april 1720

In de namen Gods amen
Heden 3 april 1720
Compareerde voor mij Hilbrand van der
Heijden not[ari]s publ[ique] bij den hove van Holland
geadmitteert t’Amsterdam resideerende
ende getuijgen nagenoemt

3 april 1720                                                                                                             Z[ege]l F 8 -

g. g.

Mons[igneu]r Isaeq Namink weduwenaar van Maria Hackius toekomende bruidegom
tot eenre; en juff[rou]w Geertruid Distelbrink toekomende bruid, te andere zijde;
dewelke verklaarden voornemens te sijn, met den anderen
aan te gaan een Christelijk huwelijk, op conditiën, als volgen:
dat de toekomende egtgenoten, ten wedersijden ten huwelijk
sullen aanbrengen sodanige goederen, als zij de anderen hebben
bekent gemaakt, waarvan twee specificatiën sullen werden
opgestelt en bij hen wederzijds getekent en aan de grosse dese
geannexerten welke sullen zijn van die kragt en waarde
als off desen van woord tot woord hier inne geïnsereert waren
dat van deselve aan te brengen, nog ook van staande
huwelijk aan te erven goederen, geen gemeenschap sal sijn,
maar sullen in cas van sterven en bij alle andere voorvallen
en gelegentheden, iders aangebragte, en aangeërfde goederen
gaan, en k. . .eren aan diegene en diens zijde, vanwaar deselve
aangebragt, of staande huwelijk aangeërft sullen zijn.
En aangesien sij  comparanten beide zijn gebenificeert, sodat
ten opsigte van huisvesting, kost en drank en de besorging,
of bekostiging naedien, niets valt te reguleren; sijn sij
comparanten ook overeengekomen, dat tussen hen geen
gemeenschap sal sijn van winst en verlies; maar sal ider
van hen ‘tgeen hij so aene emolumenten als anders ontvangt
off hetgeen aan ider wegens vrugten, off interessen
inkomt voor sigselven behouden; ten welken einde de
toekomende bruid bij desen, wel expresse beding de vrije
administratie van hare eigene goederen welke aan haar
door de bruidegom ook wert toegestaan en geconcedeert.
En indien het gebeurt dat de toekomende bruidegom
eerst kwam te sterven, sal de toekomende bruid, so lang
sij leeft, uit zijne goederen trecken de somme van twee
hondert g[u]l[den]s
jaarlijks, vrij en onbelast.
Maar de toekomende bruid eerst komende te overlijden:
sal, als dan, aan hare moeder, indien deselve in leven is,
voor, en in volle voldoening van haar legitieme portie,
worden overhandigt, een obligatie van vier hondert
gulden
op ’t comptoir alhier van dato 1 aug[ustus] 1708 N[ummer] 200 F[oli]o 1622.
Verder, dat de bruidegom sijn leven lang gedurende sal trecken
de vrugten, en renten van drij obligatiën 1e in de loterij v[an] 6 . . .  van
F 1.000,= in dato 1 april 1713. 23e classis F. 2.680 N[ummer] 249 de 2e ten ca[n]t[ore] v[an] Vriesland
van F. 1.000,= van dato 17 Sept[ember] 1709 N[ummer]o 9105. . . . somme . . .  F. 300 dato 2 junij 1719
welke obligaties na sijne dood sullen komen, aan haar comparantes suster

Off deselver kinderen in staken, dog sullen deselve obligatiën,
onder de bruidegom, so lang hij leeft
so nogtans dat Aaltie Distelbrink, uit deselve . . . vooruit sal . . .
dog haar comparantes
moeder van de bruidegom
sijnde overleden, sal de
obligatiën hiervan aen
haar . . . legitieme
portie gemaakt, komen
aan haar suster, of deselve
kinderen, so nogtans, dat de
bruidegom, door . . .
. . . dien gevalle, so lang hij
leeft de vrugten sal trecken.
En alle hetgene sij comparante, boven de obligatiën, verder
genoemten mogte nalaten, hetselve sal bij de bruidegom,
in vollen, en vrijen eigendom werden genoten.
Op welke conditiën sij verklaarden hun huwelijk met
den . . . sullen voltrecken. Belovend den anderen
den effecten van dien te pr . . .teren , onder v[er]band als na
regten. Gepasseert binnen Amsterdam ter presentie van
Cornelis van der Heijden en Emile Walcot als get[uig]en.
 

Isaak Namink
Geertruij Disselbrinck
CvHeiden
E. Walcot
H. v. Heijden
not[ari]s

Michaël

Boers 2 - 4 okt 2019 - 15:51 (laatst bijgewerkt 12 okt 2019 — 13:48 door moderator)

enkele voorgestelde aanvullingen en verbeteringen

3 april 1720

In de namen Godes amen
Heden 3 april 1720
Compareerde voor mij Hilbrand van der
Heiden not[ari]s publ[ique] bij den hove van Holland
geadmitteert t’Amsterdam residerende
ende getuijgen nagenoemt

3 april 1720                                                                                                             Z[ege]l F 8 -

g. g.

Mons[ieu]r Isac?q Namink weduuenaar van Maria Hackius toekomende bruidegom
tot eenre; en juff[rou]w Geertruid Distelbrink toekomende bruid, ter andere zijde;
dewelke verklaarden voornemens te sijn, met den anderen
aan te gaan een Christelijk huwelijk, op conditiën, als volgen:
dat de toekomende egtgenoten, ten wedersijden ten huwelijk
sullen aanbrengen sodanige goederen, als zij den anderen hebben
bekent gemaakt, waarvan tuee specificatiën sullen werden
opgestelt en bij hen wederzijds getekent en aan de grossen deses
geannexeert welke sullen zijn van die kragt en waarde
als off deselue van woord tot woord hier inne geïnsereert waren
dat van deselve aan te brengen, nog ook van staande
huwelijk aan te ervene goederen, geen gemeenschap sal sijn,
maar sullen in cas van sterven en bij alle andere voorvallen
en gelegentheden, iders aangebragte, en aangeërfde goederen
gaan, en keeren aan diegene en diens zijde, vanwaar deselve
aangebragt, of staande huwelijk aangeërft sullen zijn.
En aangesien sij  comparanten beide zijn gebenificieert, sodat
ten opsigte van huisvesting, kost en drank en de besorging,
of bekostiging vandien, niets valt te reguleren; sijn sij
comparanten ook overeengekomen, dat tussen hen geen
gemeenschap sal sijn van winst en verlies; maar sal ider
van hen ‘tgeen hij so over emolumenten als anders ontvangt
off hetgeen aan ider wegens vrugten, off interessen
inkomt voor sigselven behouden; ten welken einde de
toekomende bruid bij desen, wel expresse beding de vrije
administratie van hare eigene goederen welke aan haar
door den bruidegom ook wert toegestaan en geconcedeert.
En indien het gebeurt dat de toekomende bruidegom
eerst kwam te sterven, sal de toekomende bruid, so lang
sij leeft, uit zijne goederen trecken de somme van tuee
hondert g[u]l[den]s jaarlijks, vrij en onbelast.
Maar de toekomende bruid eerst komende te overlijden:
sal, als dan, aan hare moeder, indien deselve in leven is,
voor, en in volle voldoening van haar legitime portie,
werden overhandigt, een obligatie van vierhondert
guldens op ’t comptoir alhier van dato 1 aug[ustus] 1708 N[ummer] 200 F[oli]o 1622.
Verder, dat de bruidegom sijn leven lang gedurende sal trecken
de vrugten, en renten van drij obligatiën 1e in de loterij v[an] 6 millioenen  van
F 1.000,= in dato 1 april 1713. 23e classis F. 2.680 N[ummer] 249 de 2e ten ca[n]t[ore] v[an] Vriesland
van F. 1.000,= van dato 17 Sept[ember] 1709 N[ummer]o 9105. . . . somme . . .  F. 300 dato 2 junij 1719
welke obligatien na sijne dood sullen komen, aan haar comparantes susteren
off derselver kinderen in staken, dog sullen deselve obligatiën,
onder den bruidegom, so lang hij leeft moeten blijven berusten
so nogtans dat Aaltie Distelbrink, uit deselve vierhondert g[ul]d[ens] vooruit sal moeten trecken.
dog haar comparantes
moeder voor de bruidegom
sijnde overleden, sal de
obligatie hiervoren aen
haar voor hare legitieme
portie gemaakt, komen
aan haar susters, of derselver
kinderen, so nogtans, dat de
bruidegom, daarvan mede
in dien gevalle, so lang hij
leeft de vrugten sal trecken.
En alle hetgene sij comparante, boven de obligatiën, voren
genoemt mogte nalaten, hetselve sal bij den bruidegom,
in vollen, en vrijen eigendom werden genoten.
Op welke conditiën sij verklaarden hun huwelijk met
den eersten te sullen voltrecken. Belovende den anderen
den effecte van dien te praesteren , onder v[er]band als na
regten. Gepasseert binnen Amsterdam ter presentie van
Cornelis van der Heijden en Emil Walcot als get[uig]en.

https://archief.amsterdam/inventarissen/inventaris/5075.nl.html?p=9899:9900&t=9973#KLAI04024000110

Pauwel - 4 okt 2019 - 22:50 (laatst bijgewerkt 7 okt 2019 — 22:16 door auteur)

Dag Pauwel,

Hartelijk dank voor het helemaal uitschrijven van het verhaal. Ik heb nog wel een vraag: in diverse woorden heb je de door mij getranscribeerde 'w' vervangen door een 'u'. nu weet ik dat er vroeger her en der 'uu' en 'w' aan elkaar gelijkgesteld waren. Maar deze schrijver schrijft heel duidelijk 'ú' als hij een 'u' bedoelt, dus het leek me waarschijnlijker dat hij in deze woorden een 'w' schreef, ook al komt dat vaak niet duidelijk uit de verf.

Blijft verder nog alleen over de beschrijving van de 3e obligatie: ik lees daar nog 'cat' net zoals bij de tweede obligatie als afkorting van cantore en dan een 'v' met streep voor v[an] en dan misschien een eigennaam Jennetje Prost???
Het eerste woord of de eerste twee woorden na 9105 en voor cat, daar kan ik echt niks van maken.

Misschien lezen er nog cryptograven mee?

Michaël

Boers 2 - 4 okt 2019 - 23:27

Enige suggesties:

- weduwenaar

- twe specificatien

- de 2e ten laste v[an] Vriesland

- 9105 ..... laste v[an] .....

Tineke Tjoelker - 5 okt 2019 - 18:49 (laatst bijgewerkt 5 okt 2019 — 21:27 door auteur)

Het staat nu twee-een in de strijd tussen de 'w''s en de 'u''s, but it ain't over till the fat lady sings, dus iedereen kan nog meebieden hoe die gekke letters getranscribeerd moeten worden.

Las[te] vind ik een hele mooie, die beter past dan mijn ca[n]t[ore]. Ik meen dat hij ook wordt gebruikt bij de derde obligatie, waar ik nu dit van gemaakt heb:
. . . ten la[s]te v[an] Jennetje Prast v[an] F. 300 dato 2 junij 1719

Ik sta nog steeds open voor terechtwijzingen en aanvullingen . . .

Michaël

Boers 2 - 5 okt 2019 - 19:58

F 2680 - F[oli]o 2680

Voor "ten laste van Femmetje Praet (?) zou kunnen staan "eiusdem", wat "van dezelfde" betekent.

Tineke Tjoelker - 5 okt 2019 - 21:29 (laatst bijgewerkt 5 okt 2019 — 21:55 door auteur)

Dag Tineke,

Ja, dat klinkt als een goede suggestie. Maar, er staat bij de uithaal naar boven ook een soort superscript Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

.
Na het superscript zou er item kunnen staan. Hoewel de haal naar beneden eerder een 'n', dan een 'm' is, over het algemeen.
Heb je dan een verklaring wat dat superscript zou moeten betekenen?
Hoe dan ook, de schrijver heeft hier behoorlijk zitten broddelen.

Michaël

Boers 2 - 5 okt 2019 - 22:25

Het is ook alleen maar een suggestie. Eerst staat er "eius". De uithaal naar boven zou dan een "d" zij met daarachter "em". Dat superscript is dus een onderdeel van het woord eiusdem. Daarna zou je het woordje "ten" verwachten en niet "iten" of "item". Het blijft raadselachtig.

Over de loterijen van toen is veel te vinden. Ik vond deze affiche het mooist!

https://www.geheugenvannederland.nl/nl/platform/view/prijzenlijst-generaliteitsloterij-obligaties-uit--scheltus?coll=ngvn&facets%5BgettyPrefLabelNL%5D%5B%5D=affiches&maxperpage=36&page=1&query=&identifier=BDM01%3A430

Tineke Tjoelker - 6 okt 2019 - 17:46

Dank je naar de verwijzing naar de prijzenlijst uit 1713. Ik geloof dat hiermee de transcriptie wel volledig is geanalyseerd. Ik zet de status van mijn vraag op: Opgelost. Iedereen bedankt voor de hulp.

Boers 2 - 6 okt 2019 - 18:06

Dag Michaël,

Ik had je reactie Boers - 4 okt 2019 om 23:27 over het hoofd gezien, ik zie het nu pas. Ik kijk (later) nogmaals naar w/u/ú.

Hartelijk dank voor het helemaal uitschrijven van het verhaal.

Ik had jouw transcriptie gekopieerd, en heb daarin vervolgens dingen gewijzigd. ;-)
 
De derde obligatie begint denk ik met 'Een dito ten laste v[an] Femmetje Proest'.
De uitdrukking Een dito ten laste van komt nogal eens voor. De naam Femmetje Proest komt elders ook voor (zie Indexen Amsterdam).

In r. 1 staat wellicht Isaecq.

Pauwel

[bijgesteld]

Pauwel - 7 okt 2019 - 22:48 (laatst bijgewerkt 8 okt 2019 — 14:24 door auteur)


Briljant Pauwel! En ik ben blij dat je toch nog even gekeken hebt. Femmetje Proest was een nichtje van Geertruy Distelbrink (dochter van haar zus Jannetje). Ik had dit zelf ook moeten bedenken, ware het niet dat ik twee dingen tegelijk aan het uitzoeken was.

Hieronder maar de gehele tekst, zoals ik hem nu genoteerd hebt (de discussie tussen w en u is een meer academische, omdat er beide gevallen hetzelfde woord bedoeld wordt):

Archiefnr. 5075; Inv. Nr. 285; #7784
Notaris Hilbrand van der Heijden te Amsterdam
03-04-1720

Thierrij

3 april 1720

In de namen Godes amen
Heden 3 april 1720
Compareerde voor mij Hilbrand van der
Heiden not[ari]s publ[ique] bij den hove van Holland
geadmitteert t’ Amsterdam residerende
ende getuijgen nagenoemt

3 april 1720                                                                                                             Z[ege]l F 8 -

g. g.

Mons[igneu]r Isacq Namink weduwenaar van Maria Hackius toekomende bruidegom
tot eenre; en juff[rou]w Geertruid Distelbrink toekomende bruid, ter andere zijde;
dewelke verklaarden voornemens te sijn, met den anderen
aan te gaan een Christelijk huwelijk, op conditiën, als volgen:
dat de toekomende egtgenoten, ten wedersijden ten huwelijk
sullen aanbrengen sodanige goederen, als zij den anderen hebben
bekent gemaakt, waarvan twee specificatiën sullen werden
opgestelt en bij hen wederzijds getekent en aan de grossen deses
geannexeert welke sullen zijn van die kragt en waarde
als off desen van woord tot woord hier inne geïnsereert waren
dat van deselve aan te brengen, nog ook van staande
huwelijk aan te ervene goederen, geen gemeenschap sal sijn,
maar sullen in cas van sterven en bij alle andere voorvallen
en gelegentheden, iders aangebragte, en aangeërfde goederen
gaan, en keeren aan diegene en diens zijde, vanwaar deselve
aangebragt, of staande huwelijk aangeërft sullen zijn.
En aangesien sij  comparanten beide zijn gebenificieert, sodat
ten opsigte van huisvesting, kost en drank en de besorging,
of bekostiging vandien, niets valt te reguleren; sijn sij
comparanten ook overeengekomen, dat tussen hen geen
gemeenschap sal sijn van winst en verlies; maar sal ider
van hen ‘tgeen hij so over emolumenten als anders ontvangt
off hetgeen aan ider wegens vrugten, off interessen
inkomt voor sigselven behouden; ten welken einde de
toekomende bruid bij desen, wel expresse beding de vrije
administratie van hare eigene goederen welke aan haar
door de bruidegom ook wert toegestaan en geconcedeert.
En indien het gebeurt dat de toekomende bruidegom
eerst kwam te sterven, sal de toekomende bruid, so lang
sij leeft, uit zijne goederen trecken de somme van twee
hondert g[u]l[den]s
jaarlijks, vrij en onbelast.
Maar de toekomende bruid eerst komende te overlijden:
sal, als dan, aan hare moeder, indien deselve in leven is,
voor, en in volle voldoening van haar legitime portie,
werden overhandigt, een obligatie van vier hondert
gulden
op ’t comptoir alhier van dato 1 aug[ustus] 1708 N[ummer] 200 F[oli]o 1622.
Verder, dat de bruidegom sijn leven lang gedurende sal trecken
de vrugten, en renten van drij obligatiën 1e in de loterij v[an] 6 miljoenen van
F 1.000,= in dato 1 april 1713. 23e classis F[olio] 2680 N[ummer] 249 de 2e ten la[s]te v[an] Vriesland
van F. 1.000,= van dato 17 Sept[ember] 1709 N[ummer]o 9105 Een dito ten la[s]te v[an] Femmetje Proest v[an] F. 300 dato 2 junij 1719
welke obligatiën na sijne dood sullen komen, aan haar comparantes susteren

Off derselver kinderen in staken, dog sullen deselve obligatiën,
onder de bruidegom, so lang hij leeft moeten blijven berusten
so nogtans dat Aaltie Distelbrink, uit deselve vier hondert g[ul]d[ens] vooruit sal moeten trecken.
dog haar comparantes
moeder voor de bruidegom
sijnde overleden, sal de
obligatie hierboven aen
haar voor hare legitieme
portie gemaakt, komen
aan haar suster, of derselver
kinderen, so nogtans, dat de
bruidegom, daarvan mede
in dien gevalle, so lang hij
leeft de vrugten sal trecken.
En alle hetgene sij comparante, boven de obligatiën, voren
genoemt mogte nalaten, hetselve sal bij den bruidegom,
in vollen, en vrijen eigendom werden genoten.
Op welke conditiën sij verklaarden hun huwelijk met
den eersten te sullen voltrecken. Belovende den anderen
den effecte van dien te praesteren , onder v[er]band als na
regten. Gepasseert binnen Amsterdam ter presentie van
Cornelis van der Heijden en Emile Walcot als get[uig]en.

Isaak Namink
Geertruij Disselbrinck
CvHeiden
E. Walcot
H. v. Heijden
not[ari]s

Boers 2 - 8 okt 2019 - 21:12







De auteur van het eerste bijdrage in dit bericht heeft aangegeven dat de vraag is beantwoord of het probleem is opgelost.

Plaats een reactie

Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!


Inloggen Registreer nu