LS,

in onderstaande tekst ra De Lier toeg.nr.138 / inv.nr.22 206 staat:

Op huyden den xviii^en Aprillis 1575. Soe heeft Quyrijn Lenaertsz bekent (een schuld erkennen; red.) Kors Pietersz als vader ende voecht van Marritge Maertijnsdr, erffgenaam van Neeltgen Joris z.g., de som van ses ponden groten vlaems volgens d’obligatie daer van sijnde in date den 2^en february ano XV^C LXXIIII (1574; red) stilo co (kalenderstijl; red). Voer Pieter Jorisz  vervangende Jan Huygez, gezworens van De Lier.

Wis is nu de vader/voogd van Marritge Maertijnsdr? De patronymen kloppen niet! En wie is nu de erfgenaam?

Marritge Maertijnsdr is erfgename van Neeltgen Joris. Kors Pietersz is haar vader (waarschijnlijk stiefvader) en vertegenwoordigd zijn dochter.
Quyrijn Lenaertsz heeft een schuld. Waarschijnlijk aan Neeltgen Joris, die hij nu dus moet betalen aan Marritge Maertijnsdr, nu vertegenwoordigd door Kors Pietersz.

Michaël

Misschien hoort dit puzzelstukje erbij? Lierse bronnen IX , 24-04-1585

"Adriaen Jorisz als voecht van Neeltgen Jorisdr, sijn salige susters naegelate weeskint,

namelick Pieter Maertsz contra Maertijn Claesz als vader van't selve weeskint, eyst d'selve

een behoerlicke brieff te passeren ende te verlijden van d'onderhoudinge tot het

voernoemde weeskint sijn mondigen daeghen toe, etc."

Die Kors Pietersz komt veel voor in ORA de Lier, maar vrijwel altijd als gezworene of bode. Hij geeft weinig privé informatie prijs helaas. 

Toch nog wel wat, @Annemarie.
Kors Pietersz komt in de Lierse bronnen inderdaad vaak voor.
Hij was bode en gezworene en is ook een keer als smid vermeld.
In de rekeningen van de Heilige Geestmeesters komt hij een paar keer voor als
"Kors Pieters, van Lijsgen Bancken kint (genaamd Beatrix), een jaer gehouden te hebben, 24 pond"
Hij krijgt ook geld, om kleding te kopen voor dat kind.

Ik vermoed, dat er wel meer (wees)kinderen bij hem werden "besteed" door de HG-meesters, waaronder dus Maritge Martijns.

Waarop hij dus "wees"vader was van het kind zeg maar,  dus geen familieconnectie met die Neeltje Jorisdochter. Jammer. 

Ik kwam hem wel 2x tegen met een leeftijd. In 1565 was hij omtrent XLVIII jaren (ORA Naaldwijk inv. nr.1 f. 160v) en in 1590 was hij omtrent 76 jaar (Lierse Bronnen IX, blz 61). Niet helemaal consistent dus, ze vergaten wel eens een jaartje te tellen. Hij moet dus zijn geboren ruwweg rond 1515 (+/- 2 jaar). De vraag is of vragensteller geïnteresseerd is in Maertje Maertens of Kors Pietersz of dat het gewoon een vraag was uit nieuwsgierig-heid naar de inconsistente namen die genoemd werden. 

LS,

puzzelstukje had ik ook al. 

Cors Pietersz. moet overleden zijn tussen 12-4-1591 en 27-3-1600 dus ruim 75 jaar oud.

Het probleem is dat in een akte van 23-6-1600 (Dingboek De Lier 24 folio 32) Maertgen Maertgensdr. genoemd wordt als vrouw van Floris Jansz. in De Lier, en (naast anderen) vermeld wordt als kind (en erfgenaam) van zaliger Cors Pietersz. Daarom denk ik dat zij identiek is met 'Marritge Maertijnsdr, erffgenaam van Neeltgen Joris'

Het gaat mij dus om Maertgen Maertgensdr.>> Floris Jansz ('opten Bommel') is de stamvader van een familie van Santen die ik aan het uitzoeken ben.

Wat bovengenoemde Maertijn Claesz betreft:

Mogelijk is hij identiek met Maertijn Claesz ‘wonende upte Kickaert alhier’ die genoemd wordt in de zaak Marritgen Jorisdr contra Jan Rochus, ‘waert’, van 10-12-1582. Ook komt Maertijn Claess, ‘buurman op de Kickert’, voor in een akte van 26-3-1587 waarin staat dat hij 4 pond schuldig is aan Crijn Crijns, het weeskind van zijn overleden broer. In een akte van 29-9-1603 is Maerten Claesz ‘opte Kickert’ betrokken bij een zaak contra Cornelis Willemsz Buys. Maerten Claesz wordt in een akte van 17-1-1605 ‘arbeidsman’ genoemd en was betrokken bij een geschil over de verhoging van een brug.

Ook Floris Jansz was 'in de waterbouw' werkzaam.

(ref. even niet genoemd)

Helaas kan ik je verder niet helpen. Ik weet wel dat het in sommige families in die regio wat rommelig was met patroniemen. Zo was er ook een Simon Korsz, die bij nader onderzoek eigenlijk Simon Willemsz moest heten, zoon van Willem Korsz. Hij werd dus aangeduid met het patroniem van zijn grootvader, alsof zijn vader niet bestaan had. Héél verwarrend. Misschien speelt bij Maritge Maertens en Kors Pietersz een soortgelijk probleem? 

Dat rommelig kan ik beamen! In het Westland heten er rond 1500-1650 veel Cors, Kors, Cornelis, Joris, Floris, Goris en Marritje, Marijtje, Maertgen, Marijcke enz. enz. Dat wordt nog al eens door elkaar gehaald (ook bij de transcripties trouwens). Zo ben ik er bijv., na lang puzzelen, van overtuigd dat ene Hendrik Maartensz van Zanten niet de zoon is van Maarten wat het patroniem zou vermoeden (en door meerdere 'onderzoekers' is aangenomen) maar van Jan Maartensz (!) van Zanten waarbij deze Hendrik vernoemd is naar zijn oom Hendrik, een broer van zijn moeder. Bij een oudere broer van Hendrik (> Maarte Maartensz) staat ook als patroniem Maarten terwijl de andere kinderen 'netjes' Jan als vader hebben.

Ander voorbeeld: bij de doop van Arij (Maasland 27-3-1707), de zoon van Arij Simonsz. van Santen, wordt de vader Arij Maartensz. van Santen genoemd. Arij Simonsz. van Santen was een een zoon van Simon Maertensz. van Santen.

Tweede voorbeeld: de tweede vrouw van Hendrik (Maartensz) van Sante was Stijntje Willems ’t Hoen (tr. Monster 4-11-1753). Zij was weduwe van Aldert van Lendrik die samen twee kinderen hadden: Willem en Aldert. Maar uit een weeskamerakte blijkt dat Aldert Machteld moet zijn!

Nog een voorbeeld: Wanneer de zoon van Hendrik: Maarten Hendriksz. van Zanten, ged. Monster 13-12-1750, te 's-Gravenzande op 11-11-1842 op 91 jarige leeftijd overlijdt, wordt zijn moeder vermeld als Helena van der Kruk; maar zo heette zijn schoonmoeder.

Tot slot: Wanneer Maartje Noordam, dochter van Trijntje van Santen, overlijdt te Monster 9-4-1826, wordt haar moeder Annetje van Zante genoemd; maar dat was haar tante.

Iedereen bedankt voor zijn en/of haar suggesties.

Overlijdens werden vaak aangegeven door mensen die wel eens een klok hadden horen luiden, maar niet wisten waar de klepel hing. Ofwel ze hadden in een gesprek met de overledene wel eens een naam horen vallen, maar geen idee in welke context. En als die strenge ambtenaar van de BS dan ineens vroeg naar de naam van de ouders van de overledene? Ehhhhhhh, tsja...........