Beste forumleden,

In navolging van deze beantwoorde vraag op het forum loop ik vast op drie ondertrouwaktes van een Pieter Tack (1627, 1631, 1638).

Ik kan de aktes zeer slecht tot niet lezen en weet dus niet of er een relatie bestaat tussen deze drie Pieters. De '1638 Pieter' uit Solingen is een kruissmid (volgens mij een soort wever?) en is in de lijn van mijn oma te vinden. Vóór 1627 komen er in Amsterdam al Pieters Tacks voor, soms te herleiden naar het beroep van wevers/lakenhandelaars. Gaat het hier om de '1638 Pieter' of liepen er destijds meerdere Pieters met dezelfde achternaam in Amsterdam rond?

Bij voorbaat dank,

Kaj

De Pieter Taacx uit 1627 was 30 jaar en kwam uit Oosterburen. De akte uit 1631 kan ik helaas niet goed genoeg gelezen maar ik men dat hij lakenkoper wordt genoemd. 

Het kan heel goed dat er meerdere gelijknamige of vrijwel gelijknamige lieden rondlopen. Bij de eerste  PieterTaacx lijkt mij sprake te zijn van een een patroniem  (zoon van Take of Taco). Bij de Pieter uit 1631 lijkt het meer een vaste familienaam.

Overigens is er een interessante vermelding naar een Amsterdamse Pieter Tack, die in 1659 zo'n 10.000 musketten aan Tsaar Alexis van Rusland leverde.

Het zou niet de eerste keer zijn dat een koopman meerdere 'specialisaties' zou hebben. Verderop in het archief komen de vermeldingen van Pieter de Jonge en Oude Tack naar voren, waarbij ook zijn dochter(s) en schoonzoon vermeld worden. Dus het zou ook om een zoon kunnen gaan? Een doopakte van Pieter (de jonge) heb ik nog niet kunnen vinden. Wel van drie andere kinderen ,waaronder Susanne die later in ondertrouw gaat met Cornelis Hasselaar.

Bedankt Annemarie. Oosterburen en Solingen liggen idd 'iets' te ver uit elkaar om een match te genereren. Het vreemde is wel als ik het Amsterdamse archief van 1638 tot circa 1650 uitpluis op één na alle hits te herleiden zijn naar de '1638 Pieter Tack'. Dus waar waren dan die andere Pieter Tacks in de tussentijd? 

hier mijn versie van de inschrijving van 1631:

den 5e April 1631 sijn op d'acte van Johannes Westerbronck pred[ikan]t tot Dort innegeteek[en]t Pieter Tack laeckenkoper wed[uwenae]r woon[ende] op de Breestraet & Cathalina Huijberts van Dort wed[uwe] van Mathijs van den Broeck woon[ende] tot Dort, ende is den swager opgesijt dat Pieter Tack sal bewijs doen ter weescamer [zie hier voor de inschrijving te Dordrecht d.d. 30.03.1631]

en 1638:

sijn op d'acte van Craijgert Clercq in s'Gravenhaege ingeteeckent Pieter Tack van Solingen cruijsmit in de Cortelangestraet & Metgie Aling mede van Zolingen wo[nende] in de Haege [zie hier voor de inschrijving te 's-Gravenhage d.d. 19.12.1638: "Pieter Tack cruijtsersmit jongman"]

Bedankt Peter. Dus hoe het nu uitziet is dat er voor 1638 een lakenkoper genaamd Pieter Tack in Amsterdam leefde en vanaf ca. 1615 sporen achterlaat bij diverse koop/verkoopaktes. Hij hertrouwd als weduwnaar in 1631. Hij zou nog een keer terugkomen in 1642 als verkoper van een erve aan de Breestraat.

De Pieter Tack van 1638 lijkt dus een ander persoon te zijn? Heeft de ondetrouwakte (deels leesbaar voor mij) van 1638 nog iets waar we iets aan hebben? (EDIT: je was me voor)

de inschrijving van 1627 is lastiger:

Pieter Taacx van Oosterbieren out .. jaeren geen ouders hebben[de] woon[ende] in Dirck van Assensteech & Saara van Ecke van ... de geboden sijn gegaen, out 20 jaer geassis[teer]t met Lowijsgie van Drommel haer moeder woon[ende] als voorn.