In de doopakte van Maatje Johanna Bosselaar op 23 april 1809 (geboren 20-04-1809) in de Janskerk te Utrecht staat tussen haakjes, vlak vóór ‘E(chte) Lieden’ een voor mij onduidelijke uitdrukking. Begin derde regel dus.
Kan iemand me daarbij helpen?
Volgens mij staat er Lidtmt bedoeld zal zijn Lidmaten van de kerk.