Ik geloof dat ik de transcriptie van deze kwijtschelding (= transport) helemaal klaar heb, op twee verwijzingen naar Amsterdamse Schepenregisters na. Is er iemand bekend met de Amsterdamse Schepenbank, die weet hoe deze afkortingen moeten worden uitgeschreven?
Bonuspunten zijn te verdienen, indien men ook toegang- en inventarisnummers kan geven :-).
SAA: Toegang 5062; Inv. Nr. 111; Archief van de Schepenen: kwijtscheldingsregisters; Registers van kwijtschelding (transport) van onroerend goed in Amsterdam; 1737; Fo. 25v-26; Scan 26/407; 21-05- 1737 Transport van een derde part van een huis in de Korsjespoortsteeg
https://archief.amsterdam/indexen/deeds/a22c4907-2879-41bf-9ab8-6280f8cee385
. . .50: cont[ant]
[Wij Hen]drik Nicolaes Lantijn en Daniel
Jacob Dûpeijrou, Schepenen in Amsterdam
oirconden en kennen, dat voor ons gecompareert
zijn Pieter de Jager en Leendert Valk, beijde
in qualité als bij appointement van de Ed[el] Achtb[are]
Heeren Schepenen dezer stad van dato 31 maert
1735, staende in 't 181 sch[. . .] m[. . .] reg[iste]r f[oli]o 258 geregis[treer]t
gestelde curateurs over Jasper de Jager en
deszelfs goederen, zijnde sij comparanten nu de
voorsz[egde] hunne qualiteijt bij nader appoinctement
van welgemelde Ed[el] Achtb[are] Heeren Schepenen van
dato den 12 april 1737, staende in 't 186 sch[. . .] m[. . .] reg[iste]r
f[oli]o 252v geregistreert, specialijk geauthoriseert
om het derde part in het huijs en erve nagemelt
hem Jasper de Jager /toebehoorende/ onder andere goederen, met
last van fide commis beswaert, te verkopen en
op te dragen, hebbende sij comparanten in der
voorsz[egde] hunne qualiteijt zig bij requeste geaddresseert
aen haer Ed[el] Gr[oot] Mo[gende] des Heeren Staten van Holland
en Westvriesland en verzogt ontslaging uijt den
band van fidei commis van het derde part in 't
ngenoemde perceel, dat bij testamente van
Steven Pieter de Jager, vader van de voorn[oemde]
Jasper de Jager gepasseert den 24 feb[ruarij] 1717 voor
den notaris Willem de Wijs en getuijgen alhier
met die last was beswaert, en hetwelk hem,
Jasper de Jager, bij scheijdinge van zijn vaders
boedel, opgeregt den 16 en 17 septemb[er] 1722, voor
den notaris Abraham Tzeewen en zekere
getuijgen /alhier/ is toebedeelt /en/ op hun comparanten
verzoek bij haerer Ed[el] Gr[oot] Mo[genden] octroij van date
den 26 maert 1737, staende ter secretarie alhier
in 't 51 Schepenen minuut reg[is]t[er] f[oli]o 54 geregistreert,
uijt den verbande fide commis is ontslagen
(zijnde het voorsz[egde] octroij ende opgemelde twee
26
apponderementen van . . .
welke Steven Pietersz. de Jager . . .
erfgenaem ab intestato was van . . .
Jager, in zijn leven blokemaker aen . .
volgens brieve van decreet van dato den 3 decemb[er] 1655
was opgedragen: ende gelieden verkogt, opgedragen
en quijtgeschonden te hebben aen Anna van Gent,
wed[uw]e Jan Tuijn,een derde part in een huijs
en erve, staende ende liggende in de Korsjespoort-
steeg, aen de noordzijde, achter het wester hoek-
huijs van de Cingel, met zodanige belendenen,
streckinge, vrij- en onvrijheden, als het voorsz[egde]
perceel is hebbende, en ter voorsz[egde] plaatse
geleegen is, beheijnt en betimmert staet, nader
uijtgedrukt in de decreetbrief van dato 3 decemb[er]
1655, hiervooren gemelt, dewelke bereijds in handen
van de kopersse is, waertoe in dezen werd
gerefereert, ende sij comparanten in qualité
voorsz[egd] gelieden daarvan als voldaen en wel
betaelt te zijn, den laatsten penning met den
eersten, zodat sij daaromme in de opgemelde
qualiteijt beloofden (onder het verband van
alle goederen van de voorn[oemde] Jasper de Jager,
roerende, etc) het voorsz[egde] derde part in het
gemelde huijs en erve te vrijen en vrij te waren,
jaar en dag, als men in gelijke schuldig is te
doen en alle oude brieven af te neemen, zonder
arg, etc. In oirconde, etc, dezen 21 maij a[nno] 1737.
Michaël