Het lijkt me trouwens een 17e eeuws afschrift van een akte uit 1494 (gezien het handschrift). Hieronder een eerste poging:
. . . Schepen[en] . . . des graeffelijcken gerechts van den ?evenhoff
Anna 1494 12. april folio protocollj IIIJcIJ [402]
. . . in coco receptoren . . . . . . Anste Brams op hen . . . Vranck Doelmans cum Barba[ra] eu[s] uxor vertegen tusschen XVJ. [16den] ende XVIJ. [17den] groot roeijen lants gelegen op den Steenstrate bij Cauwenberchge reijgl tot behoeff Jacops van Beule Parvolx ende Henric beijden erven . . . . . . sijnen sijmpelen lantchijns, act[um] XIJ april[us] [12 april]
Gecollationeert tegens den originael . . . van de vroenhoeve en[de] bevonden metten selven over al te accorderen bij mij ondergeschreven als Schepen van dezelven vroenhoeve en[de] secretaris der stadt Maestricht . . .
De Vroenhof, sinds de 16e eeuw aangeduid als het graafschap van de Vroenhof, was tijdens het ancien régime een staatkundige instelling die als overblijfsel van een vroegmiddeleeuwse, koninklijke laathof bepaalde heerlijke, juridische en fiscale rechten uitoefende in de stad Maastricht en omgeving. De Vroenhof vormde vanaf de 13e eeuw de kern van de Brabantse macht in Maastricht. Het administratief centrum was gevestigd in de Hof van Lenculen.