In het Register van de pastoor van Koudekerk uit het archief Kapittel van St. Marie op het Hof te 's-Gravenhage komt een inschrijving voor waarin het echtpaar Aernt van Tol en Gherijt Lijsbet wordt genoemd. In eerste instantie dacht ik dat het hier ging om een verschrijving, en dat het eigenlijk Lijsbet Gherijts moest zijn. Totdat ik dezelfde persoon tegenkwam in een brief uit het archief van het Bernaditenklooster te Warmond, waarin de naam op dezelfde manier werd geschreven: Gherit Lijsbeth, Aernt van Tols weduwe.

Een dergelijke dubbele voornaam ben ik nog niet eerder tegengekomen en ik vroeg me af of er andere voorbeelden zijn en of er een eventuele betekenis achter zit. Verwijst de mannelijke naam naar een voorouder? 

Gherijt kan toch zo maar Griet zijn - of iets dergelijks?

Het lijkt me het beste, om even contact op te nemen met A. van der Tuijn, die de transcriptie heeft gemaakt. 
Zijn email-adres staat in de publicatie. Hij heeft talloze transcripties gemaakt van bronnen uit die tijd, 
dus hij zal het wel vaker tegengekomen zijn.

Ik zie in het document zelf al snel meer opvallende namen, zoals Alijt Aechten (een metroniem) 
en Marretije Lijsbet Spermans (waarschijnlijk ook een metroniem)

In Delft en Leiden waren er veel van dat soort namen: Jan Lijsbeth (Claes Willemszoondochter), Jan Lijsbeth (IJsbrant Calwaertszndr),Gerrit Aechte etc. Was heel gewoon in de middeleeuwen. Gewoon accepteren dus en niet kunstmatig gaan moderniseren.

De reactie van Annemarie deed een belletje bij me rinkelen. Diep in mijn kwartierstaat, in de 15e eeuw, 
stam ik af van een Gerijt Aechte Bairtout Pieterszoonsdochter, waarbij Gerrit Aechte haar voornaam was.
Zij was onmiskenbaar van het vrouwelijk geslacht, want zij kreeg kinderen met de Delftse schepen
Daniel Gerrit Colijnszoonzoon rond 1445

@ Jan: Jouw Gerrit Aechte was dus vernoemd naar haar oma van vaderszijde: Gerrit Aechte Baerthouts Nagel.
Gerrit Aechte Pieter Baerthoutszndr had ook weer een kleindochter met die naam: Gerrit Aechte Aper Meliszndr.die ook weer een kleindochter had die vernoemd werd: Gerrit Aechte Andries Pieterszndr. Ik geloof dat die laatste zo ongeveer de laatste was met die speciale voornaam. 

Ik kwam nog een combinatie tegen in die categorie (maar dan tweede naam mannelijk i.p.v de eerste)
 Alijt Dirc Zoet ver Lisabetten gehuwd met Robbrecht Gerritsz. begin 14e eeuw)

En laten we niet vergeten dat er heel lang geen specifieke vrouwelijke namen waren. Jacoba van Beyeren komt in de bronnen altijd voor als vrou(we) Jacob. Later heeft men daar dus Jacoba van gemaakt. 

Aleit Zoet ver Lizebetten was een dochter van Dirk Zoet Ver LIzebetten.
Dirk en zijn zes broers en halfbroers bij diverse onbekende vaders heetten allemaal Ver Lizebetten, 
naar hun moeder Ver (vrouwe) Lizebetten Ver Hadewiendochter. Over metroniemen gesproken.

De Gherijt Lijsbet uit de vraag was trouwens een latertje; die leefde midden 16e eeuw,
en om die vraag te beantwoorden, staat voor mij vast, dat dit haar complete voornaam was,
zonder meer, dus dat er geen vernoemingen naar vader of moeder mee bedoeld zijn.

Je hebt helemaal gelijk Jan.

Gerrit Aechte Andries Pieterszndr uit Delft was ook een latertje. (overleden na 1580)

Misschien was die Gerrit Lijsbeth er ook een in een lange rij vernoemingen van grootmoeder op kleindochter?

Dank voor de reacties en andere genoemde voorbeelden van een dergelijke dubbele voornaam!

Al met al zegt de mannelijke voornaam dus in principe niets over een eventuele voorouder, behalve dan dat de gehele voornaam kan verwijzen naar een vrouwelijke voorouder met eenzelfde dubbele voornaam.

PS. Gerrit Lijsbeth, weduwe van Aernt van Tol, leefde trouwens niet in de 16e eeuw, maar begin 15e eeuw. Aernt van Tol overleed namelijk vóór 7 augustus 1429 (de datum van de brief uit het archief van het Bernaditenklooster te Warmond).