Een kleine groep Nederlanders was in de negentiende eeuw, van beroep Opziener der Jagt. Na de Bataafse republiek waren deze onbezolgde
ambtenaren in dienst bij de Veldwachter. Hun taak was niet alleen zorgdragen voor de wildstand maar ook om het stropen tegen te gaan.
Bij bij het stropen werd ook in de noordelijke provincies van Nederland, de cavalerie als hulpmarechaussee samen met de Koninklijke Marechaussee ingezet als versterking van de rijksveldwacht in het bestrijden van banditisme op het platteland.
Mijn vraag is: zijn er van dit beroep, documenten of andere gegevens bekend bij het Overijssels archief, waaruit blijkt hoe ook de Opzieners der Jagt betrokken waren bij de stroperij.
Uit overlevering is mij bekend, een geval van doodslag, waarbij mijn betovergrootvader door stroper is omgekomen. (1847)
Graag deze vraag ook voorleggen aan het Overijssels archief.
M.v.g. Wolter Bonkestoter