Hallo iedereen, mijn voorvader Jan aengen Endt 1693-1735 getrouwd met Maria Holtermans hadden 7 kinderen. Bij de eerste twee kinderen was Maria Eleonora vorstin van Elten geb. Gravin van Manderscheijt Blanckenheims getuige bij de doop. De gravin was abdis van Stift Elten en had als zodanig ook wereldlijke bevoegdheden. Mijn vraag: waarom zou een gravin/abdis getuige zijn bij een kind uit haar gebied? Het meest voor de hand liggend is dat het personeel is. Maar dan nog. Er waren waarschijnlijk tientallen zo niet honderden mensen personeel.
Zijn er nog andere suggesties?
----------
Titel is aangevuld door moderator F. met namen en tijdvak.
In de titel zie ik niet waar de doop heeft plaats gevonden.
Omdat de plaats Elten wordt genoemd is dit topic verplaatst naar "Onderzoek Duitsland".
Vaak traden adellijken als doopgetuigen op bij hun pachters. Bij het 'gewone' personeel (waren vaak niet eens getrouwd) zie je dit niet of veel minder.
Ook bij mijn voorouders traden (verschillende) abdessen/gravinnen van Manderscheijt Blanckenheims als getuigen op bij de doop van de kinderen in Emmerich. Hun andere kinderen werden ten doop gehouden door adellijke personen. Mijn opportunistische voorouders Henning waren niet in dienst van de abdessen, maar kamerling/rentmeester van de vorst van Salm Salm in Anholt resp.van de "dolle graaf" van 's-Heerenbergh. Zodoende verkeerden zij in de bevoorrechte positie om hun kinderen belangrijke peetouders te bezorgen. Daarmee kregen die meteen al een steuntje in de rug voor hun verdere leven. Ik heb zelfs de indruk dat er rustig met de doop werd gewacht tot de vorst in juli/augustus in Anholt was aangekomen (de rest van het jaar zat hij in Senones), terwijl katholieken normaliter geen dag wilden wachten om niet het risico te lopen dat een kind ongedoopt zou komen te overlijden.
Een goeie, nog niet aan gedacht. Dank.
Interessant, dat ga ik verder in onze situatie ook onderzoeken. Dank.