Meer een krijgskundige vraag dan een genealogische; maar toch...

Diverse van mijn voorouders dienden in de achttiende eeuw in een garnizoen, o.a. in Nijmegen, Namen en Maastricht. Ik begrijp dat in de zestiende en zeventiende eeuw een oorlog werd gevoerd via de verovering van steden. Het garnizoen zal dus zijn eigen stad hebben moeten verdedigen, voornamelijk vanachter de stadsmuren. In de achttiende eeuw lijkt dat te veranderen. Hoewel Bergen op Zoom nog in 1747 door de Fransen wordt belegerd, krijg ik de indruk dat in die tijd een oorlog toch meer in veldslagen wordt beslecht tussen grote legers en dat een stad hoogstens wordt ingenomen om te plunderen, te "foerageren" of te overwinteren.

Mijn vraag is: Werd zo'n veldslagleger in de Nederlanden samengesteld uit (onder meer) garnizoenssoldaten (uit de "Barrièresteden"?) of werd een leger voor de gelegenheid voornamelijk ingehuurd en bleven de garnizoenen thuis om hun stad of de doorgang te verdedigen? Ik vraag dit om te weten of mijn voorouders ook ver van hun garnizoensplaats aan het vechten konden zijn geweest, bijvoorbeeld in 1746 bij Luik.

En kan ik dan ergens vinden welke garnizoenen aan welke slag  hebben meegedaan?

Alvast bedankt voor uw uitleg