Geachte forumleden,

Ik zit vast met het voorgeslacht van Johanna van Ravenswaaij. Ze trouwt op 14 september 1683 als jd van Vreeswijk met Nicolaas van Wijck. Ze doopt met haar echtgenoot de volgende kinderen NH te Vreeswijk:

Dirck 25-5-1684 te Vreeswijk

Hermannus 24-4-1687 te Vreeswijk

Antoni 18-3-1690 te Vreeswijk

Johanna 15-1-1693 te Vreeswijk

Isaack 9-6-1695 te Vreeswijk

Anna Anthonia 27-11-1698 te Vreeswijk

Nu lijkt dit de doop van Johanna te kunnen zijn: 

Doop (Nederlands-hervormd) op 14 januari 1658 te Vreeswijk
=
Vader
Dirck Hermansz van Raveswaeij

Moeder
Teuntjen Jans van Wettum

Kind (vrouwelijk)
Johanna van Raveswaeij
 

Dat stel doopt verder:

06-07-1649: Maeijchjen

23-09-1655: Herman

En een dochter Isabella waarvan de doop niet te vinden is.

Van Dirck lijken de ouders Herman Goverts van Ravenswaaij te zijn, uit Culemborg, want bij het trouwen van Dirck staat dat hij in Culemborg is geboren.

Ik vond nog wat getuigen bij de dopen van de kinderen van de vermoedelijke broer van Dirck, Govert:

17-11-1644: Herman, Maeijchjen Dircks, Jan Goverts, Neeltjen Goverts

20-03-1651: Anthoni, Peter Pael, Fen Hester

29-01-1654, Maeijchen, Wonnichjen Hermans van Raveswaeij

23-10-1656: Hendrick, Wilhelm de Ruijter, Gerrit de Rieder, Wilhelm Aelbertsz.

Volgens een notariele akte uit 1633 woont Herman Goverts van Ravenswaaij aan de vaart (Vreeswijk). Hij heeft een broer Jan die in Lekkerkerk woont.

Verder volgens deze akte heeft hij een zus Elisabeth en nog een broer Hendrick.

In Culemborg vind ik een Govert Anthonis, wat dan weer een naam in die goed aansluit bij de vernoeming van het kind van Govert.

965 Instructie voor Govert Antonissen, schepenburgemeester, en Huybert van Diemen, secretaris, als afgevaardigden naar de Geldersche Rekenkamer te Arnhem, de Kleefsche Ambtskamer te Emmerik en de Staten van Utrecht aangaande den vrijdom van tol voor burgers der stad, 1642. Met stukken betreffende hun onderhandelingen met de Kamer te Emmerik, 1642

Maar deze persoon uit deze akte kan net zo goed Govert Antonisz. van Gaesbeeck (1577-1653) zijn, dus het kan een dood spoor zijn.

Tot slot laat deze akte uit 1601 zien dat er in die tijd een Anthonis van Ravenswaaij rector was in Culemborg.

Ik hoop dat iemand helpen om een beter beeld te krijgen van hoe het in elkaar steekt, alvast veel dank!

Het ziet er naar uit dat je wel goed zit. Uit: Hofstede Het Haagje te Vreeswijk door Ben Remie:

"We zien, dat de hofstede voor het eerst wordt genoemd in 1691. Hij ligt er dan al vanouds doch dat lijkt schromelijk overdreven, hij zal gebouwd zijn na 1677. De leenmannen tot die tijd boerden zeker niet zelf. Het was pure geldbelegging. We vinden geen beleningen van Teuntje van Raveswaaij-Jans van Wettum, de weduwe van de op 30 september 1669 overleden stichter van de Vreeswijkse korenmolen Dirk van Raveswaaij. Als de weduwe op 9 juni 1676 een verzoek indient bij Finantie om schadeloosstelling van haar in 1672 door de Fransen verwoeste bezittingen komt het Haagje niet op de lijst voor. Wel de korenmolen, de rosmolen en haar herberg op de zuidhoek van de Molenstraat/Dorpsstraat waar ‘De Koning der Moren‘ uithangt. Haar bezittingen, o.m. bestaande uit de korenmolen, de hofstede Het Haagje, een paar huisjes, hofjes en bouwland, vererven op haar enige kind Johanna van Raveswaaij, in 1683 getrouwd met Nicolaas van Wijck. Te Vreeswijk vinden wij de doop van zes kinderen; Dirck 25 mei 1684, Hermanus 24 april 1687, Antoni geboren 1 maart 1690, Johanna 15 januari 1693, Isaack 9 juni 1695 en Anna Antonia 27 november 1698."

D'r zijn in deze publicatie nog meer relevante gegevens te vinden.

Bedankt voor de info! Dat staat dan dus vast. De link naar Culemborg is mij nog steeds niet helemaal duidelijk. De naam Anthonij lijkt toch een vernoeming naar de rector Anthonij van Ravenswaaij.

Verder nog een broer Hendrick,
- Claes Marinusz, 50 jaar;
- Abygel Anthonisdr, vrouw van Adryaen de Vlieger, 51 jaar;
- Mijntgen Cornelisdr, vrouw van Claes Anthonisz, 62 jaar en
- Stijntge Fransen, vrouw van Heyndrick Goverts Ravenswaey, 53 jaar;
allen te Outbeyerlant, handelende in o.a. boeckweyt en gruttemeel, verklaren op verzoek van Adriaen Fransz Pieck, gorter, dat zij al geruime tijd hun nering gedreven hebben zonder dat zij impost hebben moeten betalen.

28-sep-1632 te Rotterdam.