stamboomforum

Forum logoOnderzoek in Nederland » Heer Joost Clementsz, wonend te Leiden, pastoor in Beverwijk, Hazerswoude en Oegstgeest 1530/1550, broer van Jan Clementsz bontwerker in Den Haag [opg



Profiel afbeelding

Ontfanck. Eerst tot Naeltwijck ende Naeltwijckerbrouck. "Ende Jan Clemensz. inden Hage tot behouff van heer Joost zijn broeder conventuael, mede gelevert vier sacken terwe. Compt de geheele leveringe vanden voorsz. jaere van een ende vijftich voorsz. te samen een ende vijftich sacken terwe min omtrent een half achtendeel terwe ende twee sacken erweten. De selve noch schuldich te leveren twee cappoenen vanden jaere ’48 geleden ende noch twee cappoenen vanden voorsz. jaere van ’51" (Rekening van de rentmeesters van de commanderij in Rijnland en Delfland, Kloosterarchief St. Jansheren te Haarlem, Noord-Hollands Archief, Inv. Nr. 263, 1551; bewerking Anthonius van der Tuijn, www.hogenda.nl ). 

Inv. Nr. 256, 1544; Ontfanck. Eerst tot Naeltwijck ende Naeltwijckerbrouck. Willem Cornelisz. van negen mergen lants, verschenen Lambartij 1544 £ 12.
Deselve de anno ‘44 voorsz. acht sack terwen, welcke voorsz. terwe mitten anderen terwe ende erweten vanden pachters hier navolgende, gelevert is ten huijse van Geerte Jans dochter upt Spoije in den Hage, waervan den voorsz. commenduer tot Haerlem bij Hubrecht Zijmon Wermbrechtsz. scipper inden Hage tot vier diversche reijsen gesonden is drie ende vijftich anderhalf achtendeel terwen ende twee sach erweten ende bij assignatie vanden commenduer Jan Clementsz. tot behouf van heer Joest zijnen broeder gelevert twee sacke terwe. Comt tsamen vijf ende vijftich sack anderhalf achtendeel terwen ende twee sacken erweten. Deselve noch twee cappoenen die den voorsz. commenduer tot Haerlem gesonden zijn mitte naevolgende
cappoenen.

Inv. Nr. 257, 1545, Honselaarsdiijk: "De selve acht sack terwe waer van hij voer dit jaer ’45 gelevert heeft ten huijse van Geerte Jansdr. upt Spoij, zeven sack terwe, van welcken terwe ende oeck vanden anderen terwe ende erweten die den navolgende pachters mede gelevert hebben bij Hubrecht Zijmon Wermbrechtsz. scipper inden Hage tot twee diversche reijsen gesonden ende Zijmon Buick scipper van Leijden gelevert es zesse ende veertich sacken terwe ende twee sacken erweten ende Jan Clementsz. es gelevert tot behouf van heer Joest zijnen broeder vier sacken terwe. Comt tsamen vijftich sacken terwe ende twee sack erweten".

Inv. Nr. 258, 1546, Ontfanck. Eerst tot Naeltwijck ende Naeltwijckerbrouck. Willem Cornelisz. van negen mergen lants, verschenen Lambartij 1544 £ 12.
Deselve de anno ‘44 voorsz. acht sack terwen, welcke voorsz. terwe mitten anderen terwe ende erweten vanden pachters hier navolgende, gelevert is ten huijse van Geerte Jans dochter upt Spoije in den Hage, waervan den voorsz. commenduer tot Haerlem bij Hubrecht Zijmon Wermbrechtsz. scipper inden Hage tot vier diversche reijsen gesonden is drie ende vijftich anderhalf achtendeel terwen ende twee sach erweten ende bij assignatie vanden commenduer Jan Clementsz. tot behouf van heer Joest zijnen broeder gelevert twee sacke terwe. Comt tsamen vijf ende vijftich sack anderhalf achtendeel terwen ende twee sacken erweten. Deselve noch twee cappoenen die den voorsz. commenduer tot Haerlem gesonden zijn mitte naevolgende cappoenen.

Inv. Nr. 259, 1547, Honselaersdijck. Aem Pietersz. heeft gehuert zes merghen lants bij den hoop sonder mate, 9 jaren lanck om £ 28 van 40 groot tpont tsiaers. Ende is hier dat 2e 9e jaer pachts, verschenen Lambartij ’47, die selve £ 28. Folio 1v. Ende 2 cappoenen die den commenduer mitte voorsz. ende die navolgende cappoenen gesonden zijn, als upte partie van Willem Cornelisz. hier voeren. Pieter Florisz. up ten dijck heeft gehuert zeven merghen lants, den hoop sonder mate 9 jaren lanck omme £ 12 van 40 groot tpont tsiaers. Ende is hier dat eerste 9e jaer pachts, verschenen Kersmisse 1547, de voorsz. £ 12. Ende boven die voorsz. pacht van gelde noch acht sack terwe die hij geleidt heeft upt Spoij van den Hage ten huijse van Geerte Jans dochter. Ende van dese ende vanden anderen terwe ende erweten die den navolgende pachters mede gelevert hebben ten huijse van Geerte voorsz. is bij Doe Harpesz. scipper inden Hage ende bij Zijmon Back scipper te Leijden den convente van Sint Jans voorsz. tot Haerlem gelevert, in als twee ende veertich sacken terwe ende een scep vol oft twee ende twee sacken erweten. Ende Jan Clementsz. inden Hage tot behouf van heer Joest zijnen broeder conventuael vier sacken terwe, dient tsamen die gehele leveringe voor dese jaere 1547 zesse ende veertich sacken terwe een oft twee scuppen vol ende twee sacke erweten.

Inv. Nr. 260, 1548, idem (Honselaersdijck)

Inv. Nr. 261, 1549, idem (Naeltwijck ende Naeltwijckerbrouck)

Inv. Nr. 262, 1550, idem (Naeltwijck ende Naeltwijckerbrouck)

Deze heer Joost Clementsz heeft mijn interesse omdat hij als broer van Jan Clementsz wellicht kan ophelderen wie hun beider moeder is.

Beiden zijn in 's-Gravenhage de kinderen van Jan Clementsz senior die voor het eerst vermeld wordt in 1484.

Jan Clementsz kocht 04-09-1484 van het gerecht een huis en erf in de Papestraat-noordzijde, belast met een eeuwige rente van 7 pond 3 schellingen, verkocht dit 16-12-1519 aan Frederik Jacobsz (Archief Sacramentsgasthuis, toegang 0145-01, Inv. Nr. 138).

Zijn zoon Jan Clementsz (bontwerker) is geboren omtrent 1493 zoals blijkt uit de Costumen van 's-Gravenhage.

Jan Clementsz, bontwerker in ’s-Gravenhage, geboren ca. 1493 (op 11-02-1542 oud 49 jaar), begraven 29-11-1561; schepen van ‘s-Gravenhage1547/'48; vroedschap 1555/'56 (in de plaats van Pieter Aertsz), 1556/'57, 1557/'58, 1558/'59, 1559/'60; meester van het H. Kruysgilde 29 juli 1539; leproosmeester 1542; huiszittenmeester 1552; gasthuismeester St.-Nicolaas 1552-'53 ('54-'55 ontbreekt), '56-'61; hoofdman sacramentsgasthuis 1541/'42 (Bron: Haagse Elite tot 1572, Fred van Kan).

Naast de vermelding dat Joost Clementsz pastoor was in Oegstgeest en Hazerswoude kan ik aanvankelijk op Google en ook op Hogenda weinig over hem vinden.

Interessant is in het kloosterarchief van Haarlem: 58 Akte van in erfpachtgeving door Gabriël Cornelisz. van Schoonhoven aan Joost Clementsz. Uuttenhage, Jansridder en pastoor van Hazerswoude, van het land van een kapelanij in de parochiekerk aldaar in ruil voor de verplichting van wekelijkse mislezing, 1553. Met aangehechte retroakten vanaf 1528 

Wie is goed thuis in de archieven van Haarlem, Hazerswoude en Oegstgeest en kan meer info boven water halen over de priester en pastoor Joost Clementsz (Vuijtenhage) ofwel uit Den Haag en over zijn moeder?

Ik ga zelf komende week bij het Noord-Hollands Archief de bovenstaande akte uit 1553 bekijken.

Jacques Duivenvoorden - 24 aug 2023 - 17:41 (laatst bijgewerkt 26 sep 2023 — 21:30 door auteur)

Ik heb wat gesnuffeld in de Morgenboeken en transcripties van de ORA van zowel Hazerswoude als Oegstgeest van rond 1550. Die staan online op Hogenda en zijn vrij te bekijken. Ik ben Joost daar niet tegen gekomen. Maar heb e.e.a. natuurlijk niet uitputtend bekeken.

-Bart- - 24 aug 2023 - 22:18

-

Bas - 25 aug 2023 - 09:31 (laatst bijgewerkt 25 aug 2023 — 11:32 door auteur)

Index Waarboeken Erfgoed Leiden 1560-1580. "Registers van akten van transport van onroerend goed"

Naam: Clementsz., Joost priester
Bijzonderheden:
Wonende:
Relatie:
Inventarisnrs: Archiefnr. 0508 ORA inv.nr. 67A fol. 215v

Klapper Inbrengboek 1540-1559. "Verklaring door schepenen van vrijwaring van verborgen lasten"

folio 90v.
een huys ende erve gelegen op Sinte Pieterskerckgraft.
Verkoper: Cornelis Willemsz., wantsnijder.
Koper: Marijtge Jacopsdr., van De Goude.
Belend: ene zijde: doergaende Ghijsbrecht Fransz., organist.
andere zijde: voir: Gerryt Roeloffsz., dairan Heer Joest Clementsz., priester, ende dairan Heer Jan Pyetersz. van Horn, priester.
achter: an des voersz. Heere Jan Pyetersz.'s erve ende voorts uuytgaende in de Schoelstege.
Belast: is vrij.
Borgen: Claes Ghijsbrechtsz., zijdelaickenvercooper, zwager van de verkoper; Willem Andriesz., legwercker.
Koopsom: 212 Karolusguldens; te aanvaarden 1 mei 1554.
Datum: 1-1-1554.

Kohier van de 10e Penning 1557.

[...]in de Diefstech [...] die ander zyde van die stech [...]

fol. 84r

55 heer Claesz. tapper, eygenair 10 20
56 heer Joest Clementsz, eygenair 10 20
57 Gheryt Roelofsz, eyganair. bewoendt is van Pieter Tonisz's weduwe 5
58 Jan Reyer, eygenair 10 20
59 Ghysbrecht Fransz, eygenair 8 16 

=> Mijn conclusie is dat Joost - in ieder geval van 1554 tot 1557 - een huis in de Diefsteeg omtrent de Pieterskerkgracht in Leiden bezat, en daar zeer waarschijnlijk ook woonde. En er zal in de waarboeken (Archiefnr. 0508 ORA inv.nr. 67A fol. 215v) wellicht nog het een en ander meer daarover te vinden zijn.

[PS:] Meer van dit soort bronnenpublicaties: https://www.erfgoedleiden.nl/component/lei_verhalen/verhaal/id/279 

[PS2:] Hier ergens:

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

-Bart- - 25 aug 2023 - 10:32 (laatst bijgewerkt 25 aug 2023 — 11:22 door auteur)

Archiefnr. 0508 ORA inv.nr. 67A fol. 215v is niet helemaal juist; moet m.i. zijn 214v als ik me niet vergis; hier, links op de scan:

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

Het gaat om een belending, en het jaartal is zo te zien 1661. Lijkt me een goed leesbaar handschrift zo.

[Edit] Hoogstvermoedelijk dezelfde plek; het gaat om het transport van de helft van een huis aan de Pieterskerkgracht. Ik vermoed hetgeen onder punt 55 van het kohier van 1557 is vermeld.

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

-Bart- - 25 aug 2023 - 10:54 (laatst bijgewerkt 25 aug 2023 — 11:08 door auteur)

Joost duikt hier ook op. Van: https://historischleideninkaart.nl/personen 

Quote:

LfDatumBron (scan)PerceelVlgnrPersoonNaamInBron
20 1558-06-08 TiendePenning-1557 (eigenaar) Pieterskerkgracht.001 56/1Joest Clementsz
23 1561-11-26 Waarboek-67 A-1560 (koper) Pieterskerkgracht.000.1 363/06Joost Clementsz priester
23 1561-11-26 Waarboek-67 A-1560 (belending) Pieterskerkgracht.001 363/07Joost Clementsz priester
23 1561-12 TiendePenning-1561 (eigenaar) Pieterskerkgracht.001 447/1Joost Clementsz heer
23 1561-12 TiendePenning-1561 (eigenaar) Pieterskerkgracht.003 448/2Joost Clementsz heer

D'r zijn dus nog meer documenten over Joost te vinden. Ze komen hier op iets andere percelen als je doorklikt, en dat zal ik niet zonder meer tegenspreken. Echter, dit ligt NIET in de buurt van de Diefsteeg (1557 en met belendingen hard gekoppeld aan Pieterskerkgracht 1554). Toch meerdere percelen in dezelfde buurt?

[PS: ] Alphabetische index op de 10e penning 1561:

"Joost Clementsz, heer Over 't hof Sint Pieterskerkgracht 60 69 12 12-0-0           Eig.             Joost Clementsz, heer 447"

-Bart- - 25 aug 2023 - 12:00 (laatst bijgewerkt 25 aug 2023 — 16:29 door auteur)

Hartelijk dank voor alle reacties tot nu toe. Ik ga verder zoeken op basis van zijn benaming "heer" en zijn priesterschap. Wellicht was hij predikheer in Leiden en aangesloten bij de predikheren. Woensdag a.s. ga ik bij het Noord-Hollands Archief in Haarlem op onderzoek uit in relatie met zijn pastoorschap in Hazerswoude en zijn rol als Sint Jansridder.

Jacques Duivenvoorden - 26 aug 2023 - 10:56

Levering in 1553 van vier zakken tarwe vanuit Naaldwijk en Naaldwijkerbroek door Jan Clementsz in Den Haag aan zijn broer Joost Clementsz conventuaal

252-275 Rekeningen van de rentmeesters van de commanderij, 1539-1576. Met hiaten

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

"Jan Clementsz inden hage is tot behouff van heer Joost zijn broeder conventael mede gelevert vier sacken terwe comt de geheele leveringe vanden voorscreven jaere drie ende vijftich te samen tsestich sacken terwe ende twee sacken erwten

De selve is noch schuldich te leveren twee cappoenen vanden jaere XLVIII (1548) ende noch twee cappoenen vanden jaere LI (1551) geleden"

Jacques Duivenvoorden - 26 aug 2023 - 12:13 (laatst bijgewerkt 26 aug 2023 — 12:30 door auteur)

NHA: Toegang 2123; Inv. Nr. 264; Kloosters te Haarlem; Rekeningen van de rentmeesters van de commanderij; 1553, afgehoord 1556; Scan 2/11.
 

Michaël

Boers 2 - 26 aug 2023 - 14:24

Cartularium Catharina Gasthuis in Leiden:

Nr. 50 folio 36v. d.d. 02-12-1534.

Zes karolus guldens ende vijf stuvers tsiaers op Bouwen Jacops zoon.
Ic Gerijt Jansz. Onderwater schout inden ambocht van Leijderdorp doe condt allen luijden dat voor mijn quam Bouwen Jacobsz., gelijde ende bekende voor hem ende voor zijnen erven dat hij vercoft heeft heer Joost Clementsz. pastoer van Hazertswoude inden parsone van zijn broeder Jan Clementsz. of den houder van desen, bij zijnen wille twaelf karolus guldens ende een halve tsuck van veertich grooten vlaems tsiaers losrenten, vrijs gelts van allen ongelden. Te betaelen alle jaers tot sinte Andries dage daer of dat eerste jaer renten verschijnen zal ende dach vander betaelinge wesen tot sinte Andries dage naestcomende alsmen schrijft duijsent vijfhondert vijf ende dertich ende zoe voort van jare tot jare. Dese voorsz. twaelf karolus gulden jaerlicx ende een halve te betaelen tot sinte Andries dage duerende ter tijt toe datse gelost worden. Te versien, staende end ete mogen verhalen an zestalf morgen eijgen landts, gelegen inden ambocht voorsz. op die Dwerswetering. Ende heeft belegen an die oostzijde die Regulieren tot Leijderdorp, an die zuijtzijde Jacop Claesz. erfgenaems, an die westzijde die Dwerswetering, an die noortzijde Coen van Busschuijsen. Ende noch voort te mogen verhaelen an alle die andere goeden die Bouwen voorsz. nu ter tijt heeft of hier naemaels vercrijgen zal moghen, ghewonnen of ongewonnen, roerende of onroerende, waer ende waer an die gelegen mogen wesen of bevonden mochte worden, tzij in steden, dorpen of daer buijten. Ende Bouwen Jacobsz. consenteert voor hun ende voor zijnen erven dat in dese voorsz. jaerlickse betaelinge eenich gebreck in vi(e)l ofte gebuerde opten dagen ende termijnen als voorsz. is, zoe zal dan heer Joost voorn. of den houder van desen in rechter leestinge verteren zal moghen twaelf coomans grooten daechs, onvermindert die principael losrenten voorsz., geduerende alsoe langhe als in gebreecke vander betaelinge wesen zal van de jaerlicxe betaelinge voorsz. Ende heeft Joost voorn. of den houder van desen zal dese voorsz. twaelf karolus guldens ende een halve siaers losrenten, inden gebreck inder betaelinge gebuerde, in mogen winnen als erfpenning mit dijckage ende dijcgraefs recht. Ende Bouwen Jacobs zoon voorsz. gelove voor hem ende voor zijnen erven dese voorscreven twaelf karolus gulden ende een halve tsiaers heer Joost Clementsz. voornomt of den houder van desen vrij te waren jaer ende dach als recht is, alsmen vrij losrenten up zesthalf morgen eijgen landts ende op alle andere ghoeden schuldich is te waren. Ende Bouwen Jacobs zoon voorn. ghelooft voor hun ende voor zijnen erven hier gheen van rechte tegens te doen of doen doen. In eeniger manieren, tzij geestelick ofte waerlick, noch gheene nuwe loose vonden diemen renuchierende alle hulpe van previlegien letteren gratien staten oppositien appellatien reformatien reductien ordinantiën decreten plebisciten tessien contracten overdrachten ende alle hulpe van exceptien hoe die ghenompt mogen wesen, niet wtgesondert. Ende zijn voorwaerden dat Bouwen Jacobsz. voorsz. of zijnen erven dese voorsz. twaelff karolus gulden ende een halve tsiaers zal mogen lossen tot eenen male, tot welcker tijt hun of zijnen erven believen zal, den penning mit zestien in hooftgelde, mit alzulcke verscheenen onbetaelde renten als dan nae beloop des tijts verscheenen zullen wesen, als die lossinge geschiet in paijment den gouden corvorster rinsgulden voor acht ende twintich stuvers den gulden, philips gulden voor vijf ende twintich stuvers, den gouden karolus gulden voor twintich stuvers ende alle andere paijment ons heeren munte, daer nae gereeckent. Van welcke coop Bouwen Jacobsz. voorsz. lijdt ende bekendt wel voldaen ende betaelt te wesen van heer Joost Clement zoon voorn., den lesten penning mitten eersten. Alle argelist wtgesondert. In kennisse der waerheijt zoe hebbe ick Gherijt Jans zoon schout inden ambocht voorsz. desen brief bezegelt mit mijn zelfs zegel ende hier onder an gehangen, daer an bij ende over waren als tugen Claes Woutersz. ende Jan Bruijnensz. Ende indien heeft heer Joost voorn. of den houder van desen eenich gebreck vander betalinge voorsz. dat hij mogen winnen mit reale executie bij den Hove van Hollandt. Int jaer ons heeren duijsent vijfhondert vier ende dertich opten twieden dach in December (02-12-1534). Opten rugge stont gescreven, hier op gelost zes karolus gulden 5 st. dat opten achten dach van December .
Kanttekening: Desen brieve is den gasthuijsse offgelost upten 11en november van anno 1500 acht ende vijftich (11-11-1558), ergo de selfde doirgehaelt

Jacques Duivenvoorden - 26 aug 2023 - 18:21 (laatst bijgewerkt 2 sep 2023 — 11:08 door auteur)

Cartularium Catharina Gasthuis in Leiden:

Nr. 51 folio 38v. d.d. 20-11-1546.
Wij Jacop van der Does ende Claes Aelwijn Claes zoonsz. schepenen in Leijden oirconden dat voor den gerechte quam meester Joost Clementsz. priester vice pastor tot Oestgheest mit David Egbertsz. voor spraecke zijn gecoren voicht in dese zaecke. Ende ghaf over die ghasthuijs meesteren van sinte Kathrijnen ghasthuijse binnen Leijden als Willem Dircxz. olijslager, Sijmon Jan Reijerszsz., Mees Doen zoon, Gerijt Roelofsz. ende Heijnrick Cornelisz. de Wilde, tot des voorsz. ghasthuijse behouf, een schouten brief van Leijderdorp daer desen brief doorsteecken is, mit recht ende mit vonnisse als recht is. Ende schepenen wijsden die ghasthuijs meesteren voorn. ende diet naemaels wesen zullen tot des voorsz. gasthuijse behouf daer mede te winnen ende te verliesen in allen schijn oft meester Joost Clementsz. voorn. zelver waere. In oirconden desen brieff bezegelt mit onsen zegelen int jaer ons heeren duijsent vijfhondert zes ende veertich opten twintichsten dach in Novembri. Ende opte ploije stont geteijcken J. Deijman.

Nr. 87 folio 70a d.d. 20-11-1546.
Wij Jacop van der Does ende Claes Aelwijn Claesz.sz. schepenen in Leijden oirconden dat voorden gerechte quam Mr. Joost Clementsz. priester vice pastor tot Oestgeest mit David Egbertsz. voorspraecke zijn gecoren voocht in dese zaecke ende gaf over die ghasthuijs meesteren van sinte Kathrijnen ghasthuijse binnen Leijden als Willem Dircxz. olijslagher, Sijmon Jan Reijersz.sz., Mees Doensz., Gerijt Roelofsz. ende Heijnrick Cornelisz. de Wilde tot des voorsz. ghasthuijs behouf twie schouten brieven van Leijden daerop ghetransficxeert daer desen brief doirsteecken is, mit recht ende mit vonnisse als recht is. Ende schepenen wijsden die ghasthuijs meesteren voorn. ende diet naemaels wesen zullen tot des voorsz. gasthuijs behouf daer mede te winnen ende te verliesen in allen schijn oft Joost Clementsz. voorn. zelver ware. In oirconden desen brief bezegelt mit onsen zegelen int jaer ons heeren duijsent vijfhondert zes ende veertich opten twintichsten dach in Novembri. Opte ploije stont geteijckent Deijman.

Jacques Duivenvoorden - 26 aug 2023 - 18:24 (laatst bijgewerkt 26 aug 2023 — 18:29 door auteur)

Over Heer Joost Clementsz weet ik niets, maar bij mijn eigen onderzoek naar de 16e eeuwse bewoners van Den Haag 
ben ik Jan Clementsz, bontwerker, nogal eens tegengekomen. Misschien stel je belang in de volgende informatie.
 

In 1541 verkoopt hij aan zijn buurman Arent van Boeijmer, secretaris HvH, een huis op de hoek van de Juffrouw Idastraat, 
belend Z en O de heerstraten.
In 1542 belendt hij aan een huis in de Schoolstraat.
In de 10e pennng van 1543 is hij vermeld als eigenaar van twee panden die te boek staan voor 24 en 15 pond op de hoek van de Nieuwstraat en het kerkhof, die echter bij de stadsbrand van 1539 (blikseminslag in de Grote Kerk) verloren zijn gegaan.
Dit zou het "ouderlijk huis" geweest kunnen zijn.
In de 10e penning van 1561 bezit zijn (kersverse) weduwe het huis In de (Vergulde) Roskam in de Hoogstraat op de hoek van de Lapstraat (nu: Annastraat), aangeslagen voor 33 pond. 
Ditzelfde pand is op zijn naam gesteld in de 10e penning van 1553 (30 pond) en het is waarschijnlijk, dat hij daar minstens de laatste twee decennia van zijn leven woonde. Op 22-11-1540 had hij al een rentebrief op dit pand tbv Frans Jansz Nachtegael, tevens bontwerker.

Iedereen maakt fouten: mijn gebruikte bronnen zijn naast de 10e penningen de Hypotheekakten van Den Haag uit die tijd.
https://haagsgemeentearchief.nl/archieven-mais/overzicht?mivast=59&mizig=210&miadt=59&miaet=1&micode=0351-01&minr=2023452&miview=inv2&milang=nl

Jan CIavaux - 27 aug 2023 - 19:30

Jan,

Hartelijk dank voor deze aanvullingen over Jan Clementsz bontwerker.

De  vader van Jan Clements bontwerker, die ook Jan Clementsz heette had ook onroerend goed in Den Haag:

Jan Clementsz kocht 04-09-1484 van het gerecht een huis en erf in de Papestraat-noordzijde, belast met een eeuwige rente van 7 pond 3 schellingen, verkocht dit 16-12-1519 aan Frederik Jacobsz (Archief Sacramentsgasthuis, toegang 0145-01, Inv. Nr. 138).
 

Regesten Sacramentsgasthuis:
 

Regest 73 "Schepenen in den Hage oorkonden dat Heynric Jansz. verklaarde verkocht te hebben aan Jan Clementsz. een huis en erf in de Papenstraet, belend: W. en N. Stijn, Willem van Holys weduwe, O. Heynric Ysbrantsz., Z. de heerstraat. Het perceel is belast met een eeuwige rente van 7 pond 3 schellingen hollands".


Datering: 1484 september 4 Oorspr. (inv.nr. 138) met het schependomszegel in groene was. Gehecht aan de akten d.d. 1519 december 16. (Reg.nr. 121) en 1548 februari 12. (Reg.nr. 168).


Regest 121 "Adriaen Gerrytsz. [Paert] en Gijsbrecht Dirycxz., schepenen in den Hage, oorkonden dat Jan Clementsz. verklaarde verkocht te hebben aan Frederick Jacops. een huis en erf in de Papenstraet, belend: N. en W. Jan Willemszoon glaesmaicker, 0. Gerryt Christiaensz., Z. de heerstraat. Het perceel is belast met een rente van 7 pond 3 schellingen 8 penningen hollands 's jaars".


Datering: 1519 december 16 Oorspr. (inv.nr. 138) met het geschonden zegel van de tweede oorkonder in groene was; dat van de eerste oorkonder is verloren. Gehecht aan de akten d.d. 1484 september 4 (Reg.nr. 73) en 1548 februari 12. (Reg.nr. 168).
102
 

Jan Clementsz is belender aan een huis en erf op de Geest (02-05-1503, Archief St.-Nicolaasgasthuis Inv. Nr. 94 fol. 41vo).

Jacques Duivenvoorden - 27 aug 2023 - 20:27 (laatst bijgewerkt 27 aug 2023 — 21:09 door auteur)

Vader en zoon bezaten nog veel meer onroerend goed in Den Haag, als belegging, naar men mag aannemen.
Zo bezat de weduwe in 1561 vijf cameren in het Jan Clementsz slop, aan de oostzijde van de Volderslaan (nu ter plaatse van C&A)
Ik heb me hierboven voor de duidelijkheid beperkt tot de huizen waarvan ik vermoed, dat ze als eigen woonhuis dienden.

Het huis in de Papestraat is ook vermeld in de Hofboeken van 1512.

Jan CIavaux - 27 aug 2023 - 21:18

Het gezin van Jan Clementsz wordt duidelijk uit twee akten in het weeskamerarchief van 's-Gravenhage. Hieruit blijkt dat hij tweemaal getrouwd was en twee voorkinderen had uit zijn eerste huwelijk, te weten Anneken Jansdr, die getrouwd was met Jan Jansz Hemelaer en Jan Jansz Clementsz.

Gemeentearchief Den Haag, Archief Weeskamer ’s-Gravenhage, toegang 0402-01, Inv. Nr. 122, folio 259 en verder, folio 264:
 

“Op huijden den eersten dach in october anno XVc een ende tsestich (01-10-1561) Soe es inde weescamer vanden haghe gecompareert Jan Clementsz bontwercker / verclarende dat hij es oude vader van smoeders sijde van voorscreven Jonge Jan Hemeler / die bijnnen aemstredamme bij een coopman woonachtich ende de coopmanschap aldaer int sijn meester hanterende es / attesteerde ende verclaerde voorts die voorscreven Jan Clementsz dat hij de voornoemte Jonge Jan Hemeler soe wel kent dat hij soe verstandich es / Ingevalle die voorscreven Jonge Jan twee hondert karolus guldens van veertich grooten Vlaems tstuck / van sijne goeden in coopmanschippe mochte gebruijcken / dat hij hoopt dat die voorscreven Jonge Jan Hemeler / daer inde soe veel in coopmanschope soude winnen ofte profijten / als hij voor sijn costen ende clederen soude moghen bekommen / Ende versocht den voorscreven Jan Clementsz doerden van de weesmeesteren ordonnans van de voorscreven twee hondert karolus guldens / omme die bij Jacob Willemsz van Dorp ende Cornelis Pietersz bode vanden hage als ontfangers ende administrateurs van des Jonge Jan Hemelers goederen in handen vande voorscreven Jonge Jan Hemeler gelevert te worden omme de selve bij hem in coopmanschap gebasicht te werden als voorscreven es / Pieter Dirck van Alckemade ende Pieter van Halmale als weesmeesteren ende mij Jasper Woordich als gesworen clerck Daniel Jansz”
 

“Copie
Inder manieren ende voorwaerden hijer naer verclaert is Scholastica Ghijsbrechtsdr weduwe zaligher Jan Clementsz mit Frans Dircxsz hoeren zwagher als gecoren voicht in dese saicke ter presentie ende tusschenspreken van Barent Jansz Heijltge Jansdr de voornoemte Frans Dircxsz voer hem selven als man ende voocht van Lijsbeth Jansdochter zijne huijsvrou vervanghende Ghijsbrecht Jansz hoeren broeder die abvates (?) kinderen vande voornoemte Scholastica Ghijsbrechtsdochter bij haer geprocreert bij saliger Jan Clementsz voornoemt met Jacob van Dorp Willemsz ende Cornelis vander Heijden Pietersz als administrateurs ende voochden van Jan Jansz Hemelaer bij advijs ende goetduncken van mijn heeren weesmeesteren van den haghe geprocreert bij Anneken Jansdochter des voornoemte Jan Clementsz voerdochter vrundelicken ende ende minnelicken geaccordeert mit Jan Jansz Clementsz voer hem zelven ende mit de voornoemte voochden vuijten naeme ende ter presentie vanden voornoemte Hemelaer als wesende gedescendeert elcx in zijn regardt van tvoor bedde ofte eerste huijsvrouwe vande voornoemte Jan Clemensz te weten dat die voornoemte Scholastica voer hoer vader ende grote vaders erfenisse eeuwelicken ende erffelicken behouden besitten ende ontfangen zal alle tgundt dat tot int sterfhuijs bevonden es gheweest als de huijssinge daer zij inne woont mitsgaders alle den huijsraidt dat men voer huijsraidt zoude moghen rekenen nijet vuijtgesondert tlandt ende woninghe tot Voorburch ende oick tlandt gheleghen in haechambacht de huijskens opte graft alhijer inden haghe alle de coopmanschappen die den voornoemte sterfhuijse competerende waeren als linden (linnen) laicken (laken) alle die vollen tzij suijtvollen ofte andere oick mede sal die voornoemte Scholastica ontfangen ende an hair alle de schulden die daer staen tontfangen tzij termijnen van coop van huijren ofte van onbetaelde obligatien / Des neempt die voornoemte Scholastica tot haeren laste betaelen alle tgunt daer het voornoemte sterfhuijs mede belast es tzij lijfrenten ofte andersins / Voer welcke vuijtcoop de voornoemte Scholastica mit haere voornoemte voocht hant de voornoemte twee voer kinderen elcxs vrijs gelts belooft heeft ende belooft mitsdesen boven de hondert rijnsgulden die de voornoemte Jan Jansz ende noch twee hondert die Jan Jansz Hemelaer volgende saliger Jan Clementszs testament gehouden waeren in den sterfhuijs te brengen voor haerluijder beijder vuijtcoop de somme van zesthien hondert ponden van veertich grooten Vlaems tpont op dese naervolgende termijnen te weten gereet elcxs an gelt ofte rentebrieven ende voorts seijnden tsiaers elcxs te betalen de somme van twintich ponden grooten Vlaems ter volder betaelinge vande voornoemte XVIc guldens munte voorscreven / hijer buijten blijft gereserveerdt de erfenisse die noch alst god belonen zal zal mogen comen van heer Joost Clementsz prebiter wonende tot Leijden daer de voornoemte Jan Jansz ende Jan Hemeler voor hoir luijder twaelfde paert (dit betekent dat er 12 erfgenamen zijn) inne sullen erven ende succederen / alsoe Scholastica voornoemt de helft vande erffenisse voorscreven toecompt alsoe de die voornoemte heer Joost Clementszoon staende huwelick van Jan Clementsz saliger gedachten haeren man vande voornoemte erffenisse vuijtgecoft es / In kennisse der waerheijt / Soe es dese voornoemte vuijtcoop ende scheijdinge bijden voornoemte comparanten elcxs bijsonder ende inder qualiteijt voorscreven onder getekent opten negenden dach in Januario anno XVc twee ende tsestich (09-01-1562) nae tgemeenschrijvens bisdom van vuijtrecht onder geteijkent dit es tmerck van Scholastica / bij mij Frans Dircxsz / Barent Clementsz / bij mijn Jan Clementsz / Heltgen Jansdochter / Jan Jansz Hemeler / J. de Dorp / C. Pietersz Heijde

Jacques Duivenvoorden - 28 aug 2023 - 07:32 (laatst bijgewerkt 28 aug 2023 — 07:34 door auteur)

De conclusie is dan dat Jan (Jans) Clementsz en Heer Joost halfbroers waren? Zelfde vader, andere moeder?

[Re:] Gezien de antwoorden hieronder haalde ik blijkbaar de generaties door elkaar.

-Bart- - 28 aug 2023 - 11:28 (laatst bijgewerkt 28 aug 2023 — 14:33 door auteur)

In de hypotheekakten van het huis in de Hoogstraat zijn in 1579 en 1580 de (naamloze) erfgenamen vermeld van Scholastica Gijsbrechts, weduwe van Jan Clementsz.

Jan CIavaux - 28 aug 2023 - 11:40 (laatst bijgewerkt 28 aug 2023 — 12:52 door auteur)

Beste Bart en Jan,

Jan Clementsz (zoon van Jan Clementsz en N.N.), geboren 1491/1492, bontwerker.

Hij huwt 1e Lijsbet Pietersdr, overleden vóór 24-03-1526 (haar zuster is Ymmegen Pietersdr, wonende te Dordrecht; zij heeft nog een zuster en een heerbroer)
 

Kinderen uit dit 1e huwelijk ("voorkinderen"):
 

1. Anneke Jan Clementsdr; geboren 1522, overleden vóór 03-12-1544; zij huwt Jan Jansz Hemeler (Hemelaer) “gecomen van Mechelen” (vermeld Weeskamer ’s-Gravenhage, Inv. Nr. 119, folio 97 verso, dd. 03-12-1544); uit dit huwelijk een zoon Jan Jansz Hemeler


2. Jan Jan Clementsz; geboren 1524, vermeld archief Weeskamer ’s-Gravenhage 09-01-1562
 

Op 24-03-1526 bewees Jan Cle(y)mentsz zijn kinderen Annegen Jansdr (oud 4 jaar) en Jan Cleymentsz (oud 2 jaar) moederlijk erfdeel (van moeder Lijsbet Pietersdr), te weten 80 ponden groten Vlaams (i.p.v. overeenkomst d.d. 26 -02-1526 van hem met tante van de kinderen, Ymmegen Pietersdr, wonende te Dordrecht - mede voor haar heerbroer en haar zuster); verzekerd op zijn huis aan de noordzijde van de Papestraat; getuigen Claes Claesz Colf en Matthijs Hendriksz bontwercker (Bron: Haagse Elite tot 1572, Fred van Kan; Gemeentearchief Den Haag, Archief Weeskamer, Inv. Nr. 119, fol. 97).

Hij huwt 2e Scholastica Ghijsbrechtsdr;


Kinderen uit dit huwelijk (vermeld archief Weeskamer ’s-Gravenhage 09-01-1562):
 

1. Barent Jansz
2. Heijltge Jansdr
3. Lijsbeth Jansdr; zij huwt Frans Dircxsz, wonende te Delft
4. Ghijsbrecht Jansz

Jan Clementsz, bontwerker en heer Joost Clementsz, priester, zijn volle broers van elkaar, en beide kinderen van Jan Clementsz en N.N.

Jacques Duivenvoorden - 28 aug 2023 - 12:57 (laatst bijgewerkt 11 sep 2023 — 09:30 door auteur)

Op 29-09-1561 koopt heer Joost Clementsz priester wonende binnen der stede van Leiden een lijfrente van 12 carolus guldens levenslang verschijnende jaarlijks op 1 september vanaf 1562 van Claes Andriesz metselaar Cornelis Koenraetsz Messinck goudsmid Jan Dircxsz wijnverlater en Heijnrick Harmansz cramer meesters en regenten van de arme leprosen buiten Den hage. Bron: Gemeentearchief Den Haag, Oud rechterlijk archief, toegang 351, Inv. Nr. 330, folio 135

Jacques Duivenvoorden - 29 aug 2023 - 12:56


Interessant is in het kloosterarchief van Haarlem: 58 Akte van in erfpachtgeving door Gabriël Cornelisz. van Schoonhoven aan Joost Clementsz. Uuttenhage, Jansridder en pastoor van Hazerswoude, van het land van een kapelanij in de parochiekerk aldaar in ruil voor de verplichting van wekelijkse mislezing, 1553. Met aangehechte retroakten vanaf 1528 

Ik heb deze charter gisteren getranscribeerd. Gabriel Cornelisz van Schoonhoven die een vicarie bezat op het vrouwenaltaar in de kerk van Hazerswoude verleent op 17-06-1533 (niet 1553) een erfpacht aan "Den Eersame heer Joest clementsz wtenhage brueder der orden van Sint Jans heren van Jherusalem als pastoer tot haserwoude" berustend op "alsulck riet lant ende ander lant als totter selfder vicarie behoert als drieendertich mergen off daer omtrent gelegen tot haserwoude / ende noch vierdalven mergen lants gelegen tot zwammerdam inde bruijc weer van peter gisbertsz botterman".

"Ende des toe oirconde soe heb ick Gabriel vorscreven gebeden den vorscreven meijster Cornelis Anthonisz van Schoonhoven mijnen vader ende curatoer dese brieff over mij te willen besegelen / twelck ick meijster Cornelis gerne gedaen hebbe / ende heb mijnen zegel aen desen brieff gehangen"

Dit zegel zal ik opnemen in de publicatie over mijn onderzoek.

Tenslotte: "Ende op dat dijt vast ende stede mach onderhalden werden hebben wij Gabriel ende Joest pastoer van haserwoude vorscreven gebeden den Eerwaerdigen heere Willen (Willem van Enckevoirt) den cardinael bischop van utrecht hier inne te willen consenteren ende desen erffpacht sel willen vestigen / stedigen / ratificeren / appeleren ende afirmeren mijt zijn transfix brieven aen desen brieff transfixeert".

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

Het zegel van kardinaal Willem van Enckevoirt met zijn wapen zal ik ook opnemen in de publicatie over mijn onderzoek. Een foto van het graf van kardinaal Willem van Enckevoirt met zijn wapen is te zien op wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_van_Enckevoirt 

Afbeeldingen zijn alleen zichtbaar als u bent ingelogd op het Stamboom Forum

Dit zegel hangt ook onder het charter maar is niet duidelijk van wie dit zegel is. Wie herkent het? Boven en rechts staat "Prositi Et Archidiaconi Trajectem" (Aartsbisdom Utrecht) en links de voornaam Johannis. De afbeelding is van de heilige Martinus met het zwaard op een paard gezeten.

Evelyne Verheggen schrijft op 3 juni 2023 op X (Twitter): "De afgebeelde Martinus is de stadsheilige van Utrecht. Wapen bestaat uit een afsluitend hek (midden onder; JJD) van een besloten hof, mogelijk verwijzend naar een vrouwenklooster of abdij. Dubbele adelaar (boven het hek; JJD) verwijst naar het heilige Roomse rijk".

Jacques Duivenvoorden - 31 aug 2023 - 19:52 (laatst bijgewerkt 3 sep 2023 — 15:46 door auteur)







Plaats een reactie

Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!


Inloggen Registreer nu