Op huyden den derden Junius 1653 is comen voor schepenen ondergeschreven Bartel Franssen ende Joest soone Jan Duysters, oudt ontrendt den vyerentwintich jaeren soo hij verclaerden, ende den voorsz. Bartel Franssen hun daer voor sterck mackende lijden ende bekennen t’samen in eenen erffelijcken recht vercocht ende overgegeven te hebben mr. Jan Beckers een stuck lants ende groese, genaempt den Nertel, metter eender sijden Jan Vrancken ende Aillen Claes erve, metter ander sijden Nijs van Duysel zaliger erve, d''eynde des coopers selffs erve, metten anderen eynde de gemeyn straet, ende sij vercoopers voorsz. hebben hem cooper voorsz. in dit voorsz. erve gerecht ende gegoyt met helminge verlidinge met mannisse des rechters ende met vonnisse der schepenen, alsoo als t’slants recht is los ende vrij uytgenomen den lantcommer ende gelovet vorts te weeren als men erve met recht schuldich is te weren, op hunne persoonen ende alle hunne goederen, ende den voersz. Bartel Franssen belooft binnen den tijt van verthyn daegen procuratie te seynden van Ghisbert van Boxmeer, borger ende coopman tot sHertogenbossche, testes Jan Suuren, Dirck Lennarts, Jan Jacops, ende Huybert Corstianssen schepenen.