Op huyden den 4en Martij 1643 is comen voor schepen ondergeschreven Bertel Franssen ende Geryt Adryaen Franssen als mombaers van het achtergelaeten kindt van Jan Duysters zaliger, lijden ende bekennen in eenen erffelijcken recht verkocht ende overgegeven te hebben Hendryc Freen ende sijnen erven naergenoemd seckere stuck landt soe het selve gelegen is inden sandt braecken, metter eender sijden ende eynde Jan Mulckx erve, metter anderen eynde Jan Hesmans erve, metter ander sijden de erffgenamen van Jan Gheven erve ende sij vercoepers voorsz. hebben hem coeper voorsz. in dit voorsz. erve gevest ende gegoyt met helminge, vertidinge, met mannisse des rychters ende met vonnisse der schepenen, alsoe als t’slants recht is los ende vrij, uytgenomen den lantcommer ende vorst naer uytwijsens der coepsedele ende sij vercoepers voorsz. hebben hem coeper voorsz. dit voorsz. erve gelooft te weeren als men erve met recht schuldich is te weeren op hunne persoenen ende der onmundige kindts goederen, actum in juditia.
Op dato voorsz. is comen voor de voorsz. schepenen Hendryck Freen ende transporteert dese voorsz. veste aen Geryt Adryaen Franssen in alle maeten ende vuegen gelijck den voors. Hendryck deselve heeft ontfangen, actum ut supra.