
Welke namen staan er helermaal onderaan en in de kantlijn?
Op huyden den 3en Jan. 1668 is comen voor
schepenen onderges[chreven] Jacob Peters als last ende procuratie
hebbende van Chattelijn van Susteren, weduwe van
wijlen Ghijsbert van Bocxmeer, liedt ende bekent
in eenen erffelijcken recht vercocht ende overgegeven te
hebben aen Anthonis Hendrijckx Freen een stuck lants
soo het selve gelegen is metten eender sijde Gerart
Adrijaen Franssen erve, dander sijde des coepers selffs
erve, metten eenen eijnde Jan Hendrijckx erve, streckende
voorts aen het strattijen ende Jacob Peters voors[chreven] heeft hem
coeper voors[chreven] in dit v[oor]s[chreven] goet geveest ende gegoijt met
helminge, vertijdinge, met maenisse des richters ende
met vonnisse der schepenen, alsoo als lants recht
is, los en[de] vrij, uijtgenomen den lantcommer, ende
geloevet voorts te weeren alsmen erve met recht
schuldich is te weeren op sijnen persoon, ende naer
inhoudt van de v[oor]s[chreven] procuratie, testes Sr. Johan Kien,
ende Hendrijck Pauwels, schepenen
Op dato voors[chreven] soo bekent hem den v[oor]s[chreven] Jacob ten vollen
vernucht ende wel betaelt te wesen van den
voors[chreven] Anthonis ....................................... (?), testes ter presentie van
schepenen v[oorschreven]
(in de kantlijn)
de gerechtichije
is betaelt aen
de Heer ......................................(?)
ad 3 g[u]l[den]