Medespeurders, hi,
mijn voorvaders waren in 1700/1718 Schout in Geldermalsen.
Gaarne uw advies wat een Schout was.
Met vriendelijke dank.
Masje, hi,
precies wat ik zocht.
Bedankt.
Dick
Als aanvulling, een schout was de voorzitter van de Lage Vierschaar en mocht b.v. geen doodvonnis uitspreken. Dit mocht alleen een Baljuw doen.
Een baljuw was de voorzitter van een college van schepenen die vonnis wezen in criminele zaken, of wel de hoge jurisdictie. Uit naam van de Graaf van Holland berechtte hij vooral de zware misdrijven waarop de doodstraf of een lijfstraf stond, de zogenaamde halsmisdrijven. In de schoutenambachten presideerde de schout met een college van Schepenen. Dit college sprak enkel en alleen recht in civiele zaken, ook wel lage jurisdictie genoemd. Voor dit gerecht werden alleen maar burgerrechtelijke en boetstraffelijke zaken afgehandeld en in de regel legden zij alleen geldboetes op. Ons huidige woord “bekeuren” is hiervan nog afgeleid. De regels en wetten die opgesteld waren door het stadsbestuur werden namelijk keuren genoemd. Wanneer iemand deze keuren had overtreden, werd hij of zij door deze rechtbank “bekeurd”.
@ J. van der Linden, hi,
met vriendelijke dank.
Dick
Een van mijn voormoeders, Maijken Cleasdr de Waell, wordt in een van de doopboeken van Ameide (01A) vermeld als schoutieme van Ameijda.
Zou dat de benaming zijn geweest voor een vrouwelijke schout of voor de echtgenote van de schout? Ik heb er verder nog geen andere bewijzen voor gevonden. Periode na 1652.
Deze benaminge ben ik eenmaal tegengekomen en werd gebruikt als de vrouw van de schout
Klopt, daar as ik ook van uitgegaan dat er Schoutinne stond. En dat klopt ook. Kijk maar hoe hij schrijver hier een E en N een schrijft.
Ja, nu zie ik het ook, dan heb ik me laten misleiden door de transcriptie van het doopboek. Dank voor de reacties.