Ik heb een voorouder die waarschijnlijk de tocht naar Rusland heeft overleefd: Lambertus Johannes Wolters (1784-1863). Op 28 juli 1811 was hij, vrijwilliger uit Amsterdam, onder stamboeknr 3086 ingedeeld bij het 123e regiment de linie in St Omer. In zijn stamboek staat dat hij achtereenvolgens ingedeeld is in de 4e compagnie. van 5e bataljon, 4e compagnie van het 3e bataljon en de 4e compagnie van het 2e bataljon. Meer staat er niet.
Opmerkelijk is dat bij zijn huwelijk in 1820 een Pruisische pas is vermeld van 2 mei 1814 dat hij, als 'ehemalige Fransösische militär', toestemming krijgt om van Königsbergen naar Amsterdam te gaan. Die pas wordt bij zijn huwelijk vermeld om te verantwoorden dat hij zich in 1814 niet gemeld had voor de Nationale militie.
De vraag is wat is er met hem gebeurd in de periode 1811-1814? Als hij bij de 123e bleef dan kan hij in de reserve gebleven zijn die Napoleon vanaf april 1812 in Stettin hield. Deze Franse reserve is in december 1812 krijgsgevangen gemaakt door de Russen. De Nederlanders daarvan werden, begrijp ik, al in maart 1813 vrijgelaten. Dus dat is niet logisch voor Lambertus met zijn pas uit 1814.
Dan lijkt het waarschijnlijker dat hij meegegaan is met 123e (als hij daarbij bleef) naar Polosk en Berezina en onderweg krijgsgevangen of gewond is geraakt. En zo uiteindelijk bij Königsbergen terecht is gekomen.
Ik heb hem niet gevonden op de lijst voor de St Helena medaille die 1857 werd ingesteld.