In de catalogus van de Oranje-Nassau tentoonstelling 1880 komt onder nr. 3701 een achttal kwartieren voor van Adriana van Welie, een kleindochter van Job Pietersz van Ruijven. De vier kwartieren (met wapenbeschrijving) die met de Ruyven-tak te maken hebben, zouden zijn geweest:

Van Ruyen

Vd Verven

Snel van Royen

De Bije

Behalve de eerste twee (van Ruyven x Vd Verven/Verwen) heb ik de kwartieren (Snel van Royen en De Bije) nog niet in reguliere bronnen kunnen verifieren. De tak Snel van Roijen komt begin 16e eeuw in Oudewater en omgeving voor. De Bije's komen begin 16e eeuw in Gorinchem voor. Een Pieter Cornelisz de Bije was schepen van Gorinchem midden 16e eeuw. Ik heb een verwijzing gevonden van een Pieter de Bije uit Gorinchem in de Groene Hart archieven en Hogenda (Hazerswoude) met een link naar de familie Plumeon. Maria Plumeon x Balthasar van Hogelande was de moeie van deze Pieter De Bije uit Gorinchem.

Weet iemand trouwens hoe je deze kwartieren moet lezen? 

Van Ruyven x Vd Verven

Van Ruyven x Snel van Roijen

Vd Verven x De Bije ??

In mijn bestand zit het echtpaar Mr Balthasar Lievensz van Hogelande, advocaat voor het Hof van Holland,

wonend in Den Haag op de Vijverberg, en Maria Plumeon. Zij is overleden tussen 1560 en 1570

en was een dochter van Pieter Plumeon (ovl 1499-1515) en Alijt Jans.

Andere kinderen van dit echtpaar waren voor zover mij bekend:

- Geertruijt, getrouwd 24-11-1522 met Gillis van Soutelande

- Mr Jan, secretaris van Den Haag, getrouwd met een dochter van Philips van Hoegendans.

In welk opzicht Maria de bewuste moeie was kan ik niet achterhalen

Ik heb een Margaretha Pietersdr. Plumeon gehuwd met een Cornelis Joostenz. de Bye [uit Delft]

Kinderen: Margaretha x Job van Teylinghen, Pieter "te Gorinchem" en mogelijk met een vraagteken Neeltje x Cornelis Coenraetsz. Messing.

Er waren in het gezin van Joost Jacob Gillisz. alleen twee zonen "Cornelis" en of bovenstaande de "oude" of de "jonge" was dat heb ik nog niet uitgevogeld.

Hof van Holland 

584/139 6-7-1593

gezien bij dit hof de grieven dit hof over gegeven van wegen cornelia de bije cornelisdr. weduwe van

wijle cornelis coenraetsz. messing ende mr. augustijn van teylinghen, advocaat voor dit hof voor hem

zelve ende vervangende zijnen broeder ende zusters te samen kinderen van job van teylingen, margriet

cornelisdr. voor haar zelve ende mit renunchiaen benefity senatie sconsulty velleani vervangede hare

zusters ende de voorscr. cornelia de bije ende mr. augusteyn van teylingen als voogden van t weeskind

van wijle mr. heynrick messinck ende de voorscr. cornelia nog als grote moeder ende voogddesse van

vincentie cornelisdr. mitsgaders grietgen ende elisabeth dochteren van wijle pieter de bije voor haar

zelve ende mit gelijke renunchiaetie als boven, vervangende haar broeders ende zusters kinderen t

samen descendenten ende kindskinderen van wijle margarieta pieter plumerons dochter dienende omme

te geraken totter verkopinge van de landen geroerd in de rekeste.

(In de discussie niet belangrijk, maar even ter correctie van de 

gekopieerde tekst:)

   >mit renunchiaen benefity senatie sconsulty velleani

mit renunchiatie (of: renunchieren) beneficij senatus consulti velleani -
 hier werd afgezien van het voorrecht van het senatus consultum velleianum, volgens hetwelk vrouwen zich niet legaal  ten behoeve van een ander borg konden stellen of zich anderszins konden verbinden (link) - hier vervangt Margriet haar zusters en treedt zij op als voogdes, als ik het goed begrijp, evenals Cornelia met dezelfde renuntiatie.

Nog gevonden bij fam. Tjoelker:
't Nieuw woorden-boek der regten (1664) door Adriaan Koerbagh
beneficium senatus consulti velleani:
’t voordeel of voor-regt der vrouwen, dewelken voor iemand borge sijn geworden; welk vergund regt daar in bestaat, dat men haar uyt die verbintenisse van borg-togte niet kan anspreeken, als sijnde nietig en van onwaarde; een vergunt regt of voordeel van on-anspreekelijkheyd der vrouwen uyt zaake van borg-togte; ’t voordeel des Vellejaansche raads-besluyt.
Echt begrijpen doe ik dat nog niet, als een vrouw niet verantwoordelijk is voor haar verbintenis, wat voor waarde heeft die dan? Logisch dat zij als voogdes hun verantwoordelijkheid wèl namen.

Normaal gesproken is bij een opsomming van vier wapens:

1: vader [=2,4]

2: moeder [=3,6]

3: moeder van de vader [=5]

4: moeder van de moeder [=7]

(=kwartiernummer)

Ik heb de akte waarnaar Annemarie verwijst in het bericht van 19-10-2014 gevonden. Het betreft een akte uit het weeskamerarchief van delft:

Archiefnummer 0072
Inventarisnummer 00409
Folio 62-63
Bundel 20

Als je op de site “Erfgoed Delft Collecties”, bij “bladeren door bronnen” invult: 0072 00409 dan krijg je het desbetreffende register te zien. Het betreft 73 blz. totaal/ Onderaan het scherm staat dan 1 tot en met 10. Op nr 8 tref je de akte aan.

Ik heb wat moeite om de akte goed te vertalen. Ik leid er vooralsnog uit af dat er een Job Pietersz van Gorcum wordt genoemd met Agniesgen Pietersdr, zijn zuster. Beiden erfgenamen van hun overleden moeder (?) Jannetgen Pieter Joestensz weduwe. Verder een Adriaen Pietersz Spijckerboor (NB: Spijckerboor was een naam van een huis in Delft), man van wijlen Marritgen Jandr met een weeskind Trijntgen. De eerdergenoemde Jannitgen Pieter Joestensz weduwe wordt volgens mij vervolgens als grootmoeder van dit weeskind genoemd. Dat maakt dat Adriaen Pietersz Spijckerboor waarschijnlijk een broer is van Job en Agniesgen. Er wordt verwezen naar een testament met een datum. Verder als voogden van het weeskind worden genoemd, Jan Jansz Potter, Willem Jansz Potter, Claes Haddemansz en een Jan Jan Apers (oom?) en nog een Cornelis Jansz (Bakker?) als voogd en een Jan Mattheusz. 

Als genoemde Job Pietersz van Gorcum dezelfde is als de door mij gezochte Job Pietersz van Ruijven uit Gorcum (= wel waarschijnlijk), dan werpt deze akte wel wat meer licht op zijn familie. Het lijkt er dan op dat zijn vader een Pieter Joestensz was en zijn moeder een Jannetgen. Mogelijk is de in Delft eind 16^e eeuw voorkomende Pieter Joostensz van Ruijven een zoon van een andere (ten tijde van bovengenoemde akte al overleden) broer van Job, namelijk Joost Pietersz.

Een vraag die ik m.b.t. bovengenoemde akte heb is of mijn korte vertaling correct is en wat nu precies de datum is van de akte. Een gok van mij is dat er staat ... april 1559, maar wellicht kan een van forumleden mij hierbij helpen.

Link naar betreffende akte: http://collectie-delft.nl/bladeren-door-bronnen/weergave/register/id/a3396131-81b7-4464-bf1c-e89ee78d9524

Plaatje:

Vwb datum lees ik: 8 april 1559 (viii^en april a^o xv^c Lix)

Dag Bas,

Goed dat je deze bron hebt getraceerd. Ik zou nog voorzichtig zijn om Pieter Joosten aan deze familie te linken.Van Ruyven is een naam die gekoppeld is aan een gebied bij Delft. Dus dragers van dezelfde familienaam hoeven niet perse (nauwe) familiebanden te hebben.

Groeten,

Eimert, er zijn op basis van deze gegevens inderdaad geen conclusies te trekken v.w.b. familiebanden met Pieter Joosten van Ruijven. Ik heb overigens wel de indruk dat laatstgenoemde "in de buurt zit" van de voogden en oomen (?) van het weeskind in de bovengenoemde akte. Op de laatste blz van de akte helemaal aan het einde lijken Jan Jansz Potter en Claes Haddemansz als voogden genoemd van het weeskind en Cornelis Jansz (Cruijsser?) en Jan Jan Apersz als ome (?). Het lijkt me handig om eens wat dieper in de familiebanden van deze personen te duiken om te bezien of zij via de moederskant (Marritgen Jans) aan het  weeskind zijn verbonden of via vaderskant (Adriaan Pietersz Spijckerboor). 

Deze vergelijking van wapens is ook wel interessant. Zie ook eerder bericht in dit topic met wapens van Ruijchrok vd Werve en Van Ruijven uit Delft met de kleuren net andersom. 

Onderstaand het wapen "Van de Werve" in Van der Lely, namen en wapenen schepenen Gorinchem 1416-1778.

En hieronder uit dezelfde bron het wapen van Job Pietersz van Ruijven. 

In google-books staat een verwijzing naar de Nederlandsche Leeuw 1999, blz 429-430 waarin o.a. een Claes Haddemansz wordt genoemd (die ook voorkomt als voogd van het weeskind van Adriaen Pietersz genoemd in de eerder vermelde akte uit 1559 in dit topic). Er wordt melding gemaakt van een akte van 21 nov 1550 waarin een Claes Meijns (Haddemansdr) als huisvrouw van Pieter Zegersz een bedrag bij de weeskamer inbengt voor het weeskind van een Joest Pietersz. Daarbij wordt met een voetnoot (nr 21) verwezen naar een bronvermelding. Heeft een van de forumleden wellicht de beschikking over de volledige uitgave van de NL 1999 om deze bronvermelding nader te duiden?

Genoemde Claes Meyns Haddemansdr (x Pieter Zegers) en Claes Haddemansz worden overigens, samen met een Cornelis Willemsz, in een weeskamerakte uit 1569 genoemd in relatie tot een Haddeman Arentsz en Dirckgen Dircxsdr. Claes Haddemansz woonde voordat hij rond. 1550 naar Delft kwam in Den Haag.

Mooie vondst, Bas. Bronvermelding 21 betreft. G.A. Den Haag, archief Weeskamer, inv. nr. 121, fol. 233 .

Bovengenoemde weeskamerakte uit 1550 GA Den Haag levert geen link op naar Job Pietersz van Ruyven. Het gaat over Petronella Joosten, weeskind van Joest Pietersz, met als grootvader van vaders kant Pieter Maertensz, oudoom vaderskant Hendrick Harmensz in den Blaesbalck x Catharina Jacobsdr en grootvader van moederskant Ghijsbert Gerritsz x Marytgen Willemsdr en oudoom van moederskant Jan Huygensz (Backer?) x Marytgen Gerritsdr. Verder nog de eerdervermelde Claes Meyns Haddemansdr, Pieter Zegersz, Vincent Pietersz en Frans Jacobsz (Cuyper?), familierelaties met het weeskind onbekend.

Uit mijn database:

Pieter Joostensz wonend in huis de Middelburch te Delft overleden na 1538, gehuwd met Gerrit Aechte Apersdr. dochter van Aper Melisz en Erckenraet Daniel Gerritszndr. Colijn. (OV 87, 474).

Marietje, dank voor deze informatie. In de weeskamerakte uit 1559 eerder genoemd in deze topic wordt helemaal aan het einde van de akte een Jan Jan Apersz genoemd, ik kan niet goed ontcijferen wat er in die laatste zin precies staan, maar volgens mij staat daar "ome" van het weeskind (van Adriaen Pietersz, ws de broer van Job en Agniesgen Pieters van Ruyven). Dat zou de door jou genoemd Pieter Joostensz / Middelburch in de buurt brengen als man van de Jannetgen Pieter Joestens weduwe die in de akte van 1559 wordt genoemd. Dan zou er echter wel sprake moeten zijn van een 2e huwelijk.

Ons Voorgeslacht 1987.

18-3-1511: Meester Dirck van Beest en Aelbrecht Jansz. van Buyten, schepenen te Delf, oorkonden den Erckenraet, weduwe van Aper Melisz., verkoopt aan Leentgen Baertout Nagelsdochter een derde deel van 13 morgen poortland gemeen met Jan de Heuyter, schout van Delf, bij de stadsvest, strekkende van de stadsbuitenweg oostwaarts tot aan de heer Cornelis Croesinck, ridder en houtvester, belend ten zuiden: Jacop Jacop Lambrechtszoonsz. en de Cartuysers van Sint Geertruydenberge, ten noorden: heer Comelis Croesinck ridder. Bezegeld door Dirck: een klimmende leeuw.

L. Bibliotheek van Handschriften

15-1-1531: Dirck Herpersz. en Pieter Vranckez., schepenen ten Delff, oorkonden dat Jan Aper Baertoutsz., mede namens Dirck Aperz., de weeskinderen van Melis Aperz., Clais Aperz. en de weeskinderen van Pieter Joestenz. te Middelburch en als gemachtigd door Vranck Andries Pijnsz., en meester Jan Andriesz., verkoopt aan Vop Korstijnsz. buiten de Haechpoort in de drie Haringen een derde deel van 12 morgen land aan de buitenweg van de stad aan het einde van de watermolen, staande op het einde van de Geerweg, genaamd het Duvelsgat, belend ten noorden: de weduwe van de houtvester, zoals vermeld in de vorige acte, belast met een lijfrente van 9 rijnsgulden ten behoeve van Baertout Nagelsdochter in het zusterhuis op de Spoey in den Hage. Met het zegel van Pieter: een gevlochten doornige dwarsbalk.

2-7-1538: Adriaen Vranckenz. en Michiel Jansz., schepenen te Delff, oorkonden dat Gerrit Jansz. in den Engel, Mairtijn Martijnsz. en Clais Pietersz. cooman als voogden van de weeskinderen van Barthelmees Comelisz. verkopen aan Dirck Oedtsiersz. een verbrand erf aan de Voirstraat bij de Bucxbregge naast Pieter Joostenz. in de Middelburch aan de zuidzijde en Zasbout Cornelisz. aan de noordzijde, strekkende van de straat westwaarts tot aan het verbrande erf van Gillis Jansz. sniër, belast met een jaarrente van 10 pond hollands en ‘s gravenhuur. Borgen: Arent Ghijsbrechtsz., brouwer, en Vranck Huygensz. Met het zegel van Adriaen: 3.. .(ringen of spoorraderen) 2,1.

Ons voorgeslacht 1993.

4-10-1529: Louwerijs Dammaesz., schout-, Reyer Gherijtsz. en JacobGheerlofsz., schepenen te Ouderschie in de heerlijkheid van Delft, oorkonden
dat Bairthout Apersz., mede namens Dirck Apersz., Claes Apersz., JanApersz., Pieter Joysz., weduwnaar van Gherijt Aechte Apersdochter, namens
haar kinderen, Kerstant Pietersz. en Frans Pietersz. als mannen en voogden van de kinderen van Melijs Apersz., zijn broers en zuster, verkoopt aan Jan Pouwelsz. 6 morgen doorgaand land, gemeen met 15 morgen in Ouderschie in de Nyeuwe Polre, belend ten westen: de abt van Egmondt, ten
oosten: Sannitgen, de weduwe van Dirck Gylysz., ten noorden: de Rotterdamsevaart, ten zuiden: de heerweg naar Rotterdamme. Jan Apersz. voornoemd,
burgemeester van Delft, stelt zich borg dat het land slechts belast is metmorgen- en molengeld als de buurlanden (inv. 1483).

Hoi Bas,

Ik lees hierboven dat het zegel van Pieter (Joosten): een gevlochten doornige dwarsbalk is. Ik vind in een ander item op het stamboomforum, dat de Delftse familie Van den Berch een doornige dwarsbalk als wapen heeft. Zou er een verwantschap met deze familie bestaan?

Gezochte familienamen in NL » Het geslacht van den Berch

Groeten,

Eimert,

Dat ziet volgens mij op het zegel van de schepen Pieter Vranckez in de akte, niet op Pieter Joestensz. Het zijn meestal de schepenen die onder dit soort aktes zegelen.