49. Welverstaende dat soo wanneer Barnoldus Schenningh broeder
50. van de toecomende bruyt alsdan noch in het leven is, daervan
51. niet meerder sal mogen proffiteren e(nde) genieten als sijn leven
52. lanck geduyrende de vruchten ofte bladeren, onder de naevol-
53. gende modificatie en(de) bedingh, te weten dat hij gehouden sal
54. blijven sijne te verkrijgene kinderen, in de Gereformeerde
55. Christelijcke religie te doen opbrengen, e(nde) bij mancque-
56. ment van dien, versteecken sal wesen van de voorschreven
57. lijftochte, ofte usufructen.