Mijn overgrootvader Theodorus Wilhelmus Bos (1862-1932) nam na 10 jaar dienst op 4 juni 1892 zijn ontslag bij het KNIL te Malang. Hij zou bij het wapen der Genie hebben gezeten. Weet iemand meer te vertellen over de aanwezigheid van het wapen der Genie te Malang omstreeks 1892? Ik kan er nergens iets over vinden.

Er is een onderzoekgids "Soldaten overzee" uitgave nationaal Archief.

Ik citeer hir ene stukje uit:

De stamboekinschrijvingen bevattenmaar weinig mededelingen over legeringsplaatsen. Maar aan de hand van de vermelding van de legeronderdelen kan men darr verder naar zoeken in de jaarlijks uitgegeven Naam- en ranglijsten van officieren. Dit zijn een soort legeralmanakken met allengs uitgebreidere afzonderlijke hoofdstukken betreffende het leger in Oost Indië (en West-Indië). Deze boekjes zijn ter inzage te vragen uit het bibliotheekdepot vna het nationaal archief onder vermelding van code V159 in combinatie met het jaartal. Zie bij Oost-Indië dan onder "standplaatsen der troepen" en volgende.

Zie ook verder deelinventarissen 2.10.50 en 2.10.50.01, 2.10.50.02 en 2.10.50.03.

Mider specifiek kun je wellicht ook terecht bij Nedeerlands Instituut Militaire Historie in Den Haag en (zodra het deze zomer weer open is) Huize Bronbeek.

Mvg-Ben

Hallo Ben,

Bedankt voor je hulp. Bronbeek staat inderdaad al gepland deze zomer. Wat ik eigenlijk precies probeer te achterhalen is wanneer mijn overgrootvader precies in Malang terecht is gekomen.  Via internet las ik een document over het gebruik van postduiven:

--------

Postduiven bij het leger in Indië

Het Korps Genietroepen in Indië begint in 1887 met het testen van duiven. De luitenant der

Genie Jhr. Siberg krijgt daarvoor, naast inlandse duiven, de beschikking over veertien duiven

van de Haagse postduivenvereniging ?De Ooievaar.? Hoofddoel is om vast te stellen of de

Europese postduif geschikt is voor het KNIL als berichtenoverbrenger. De eerste proeven te

Willem I zijn succesvol omdat blijkt dat de Europese duiven goed acclimatiseren en hun goede

eigenschappen behouden 20).

Daarop wordt besloten de proefneming voort te zetten in Atjeh waar behoefte is aan een

bruikbaar verbindingsmiddel tussen Kota-Radja en Singkei op Noord Sumatra (450 km!). De

laatstgenoemde plaats is telegrafisch verbonden met Batavia.

Het africhten van duiven voor het traject: Kota-Radja ? Melaboeh ?Singkei draait echter op

een mislukking uit. Slechte verzorging van de duiven, groot verloop onder het vaak ongemotiveerde

personeel, problemen met roofvogels en te weinig transportmogelijkheden om de

duiven goed af te richten liggen daaraan ten grondslag. Als in 1892 Kota-Radja een aansluiting

krijgt op het telegraafsysteem worden de proeven op genoemde lijn gestaakt 21).

Na verplaatsing van het Korps Genietroepen naar Malang in 1892 beginnen hier en in Atjeh

nieuwe proeven. Vooral voor het kruisen van Europese en inlandse duiven, het soort voedsel

en de beveiliging van de duiven tijdens de vlucht tegen roofvogels bestaat veel aandacht

22/23). Desondanks loopt alles uiteindelijk op een mislukking uit. In 1899 doet Mineur 24)

nog een poging de dienst nieuw leven in te blazen maar zonder succes. Ook de inspanning

van kapitein Holland, die allerlei oorzaken opsomt waarom het mis ging, leidt tot niets 25).

--------

Bovenstaande tekst zou kunnen suggereren dat mijn overgrootvader met deze verhuizing is meegekomen en dus uit Atjeh is gekomen.

mvg.Cliff Bos

Geeft zijn stamboekinschrijving niet meer informatie? Daar wordt toch ook vermeld of iemand bevorderd werd, overgeplaatst, ontslagen, hoe naar Indie gereisd (met welk schip ed)?

mvg-Ben

Wat zijn vader betreft wel. Die kwam uit Nederland. Maar wat hem betreft helaas niet. Het is een korte beschrijving:

Extract uit het stamboek van: Bos, Theodorus Wilhelmus

No.13303 op het stamboek bij het departement van Oorlog

Vader: Tunnis

Moeder: Thomasje van Joost

Geboren: 22 april 1862 te Ambon (stad):

Afkomstig van: Ternate

31 januarie 1870:  Bij het Corps pupillen aangenomen ingevolge de beschikking van het Departement van Oorlog dd 22 september 1869. 1e Afdeling Kabinet 2 Bureau [...], zijnde afkomstig van Ternate.

10 Juni 1881:  Bij het leger ingedeeld voor tien jaren zonder premie en geplaatst als verkenner 3e klasse bij het wapen der Genie {Zie N.1023 op het stamboek van het Corps Pupillen*}

Bij gouvernements besluit dd 4 juni 92 - '21

Gegageerd met f340,- s'jaars.

24 juni 1892 te Malang

Cliff,

Ik heb geen antwoorden meer. Het wordt lastig. Het enige dat ik nog kan bedenken behalve de eerder genoemde opties is spitten op de website van Nationaal Archief bij inventarissen misschien kom je nog iets tegen. Of een mailtje naar Nationaal Archief met de vraag of zij nog ideeën hebben.

Ik zal in het boekje " Soldaten overzee" nog eens kijken of daar een andere onderzoeksmogelijkheid wordt genoemd.

mvg-Ben

In de periode die U aangeeft viel wat thans de verbindingsdienst is onder de Genie.

Pas na 1949 werd de verbindingsdienst zelfstandig. Wat U aangeeft inzake de acties met postduiven als een berichtendienst in samenwerking met een telegraafkantoor is geheel en al "Verbindingsdienst"

Maar U geeft aan dat hij Verkenner werd.

Onder de Genie viel ook de Topografische Dienst.

Eeen van de taken was kaartverkenningen.

In Malang zat de kaartherzieningsbrigade voor oost java. De verkenners werkten daar in de buitendienst.

Ook zat in Malang de opleidingsbrigade voor de Topografische Dienst.

Ik denk dat hij vanaf het begin van zijn aanstelling tot 1892 daar gezeten heeft (eerst in opleiding en daarna bij de kaartverkenningsdienst) Zijn achtergrond -afkomstig uit Ambon_ geeft enerzijds aan dat plaatsing in Atjeh nuet waarschijnlijk is en anderzijds dat zijn Ambonese afkomst hem zeer geschikt maakte als verkenner.

Vriendelijke gr Jan

Wikipedia over het Wapen der Genie te Malang:

Omstreeks 1892 worden de 1e en 2e compagnie uit Willem 1 (Fort Willem I te Ambarawa) tijdelijk geplaatst te Malang. Vanuit Malang vertrekt in 1894 een detachement om deel te nemen aan de Lombok-expeditie die daar tot ca. 1899 zouden blijven.]

Mijn overgrootvader zat dus van zijn 7e tot zijn 17e bij het korps pupillen te Gombong en is daarna hoogstwaarschijnlijk overgeplaatst bij het Wapen der Genie te Ambarawa, dat na 10 jaar verhuisde naar Malang waar hij afzaaide omdat zijn 10 jarige dienstplicht er op zat..