Zou iemand mij wat wijzer kunnen maken wat betreft het volgende?
Persoonskaarten kunnen bij het CBG worden aangevraagd van personen die in of na 1939 als inwoner van Nederland zijn overleden. Viel Nederlands Indië hier ook onder? Zo heb ik bijvoorbeeld een militair die in 1944 te Banjoebiroe is overleden. Is er een kans dat er een persoonskaart bij het CBG ligt?
Vera Hubers - 25 aug 2011 - 22:13
Zover ik weet waren er geen persoonskaarten te Indië en wie daar overleed werd niet geregistreerd in Nederland op de persoonskaart als overleden.
Als er een persoonskaart is in Nederland dan is die in principe niet opvraagbaar.
Maar probeer deze database: http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00425/view/NT00425_Japanseinterneringskaarten/q/comments/1
Of kom met de naam van die persoon ( en meer gegevens) die je zoekt , wie weet reageert er iemand met de informatie die je zoekt ?
Johnhenry - 26 aug 2011 - 12:52
Vera Hubers - 26 aug 2011 - 13:21
Dat is interessant. Ik heb me dat ook vaak afgevraagd. In Nederland verhuisde de kaart met iemand mee.
Als dat voor Indië niet zo is, dan zou dat -vermoed ik- betekenen dat die kaart bij vertrek naar het centrale bevolkingsregister in Den Haag ging. Beschouwden we vertrek dan als een soort emigratie? De kolonie was bestuurlijk gezien toch geen buitenland?
Zo vraag ik me ook af hoe onze bevolkingsboekhouding daar er in zijn geheel uitzag. We hadden burgerlijke stand voor Europeanen, maar hielden we dan geen bevolkingsregister?
En wat voor registratie hadden we voor de inlandse bevolking? Niets?
Leo Bijl - 26 aug 2011 - 13:28
Ik heb exact dezelfde vraag aan het CBG gesteld en kreeg het volgende antwoord:
"Wij bezitten alleen de persoonkaarten van na 1938 overleden inwoners van Nederland".
Rob 2 - 28 aug 2011 - 19:50
Oh ja, dat hadden we zelf natuurlijk nooit kunnen bedenken. Ze hebben je dus niet uit de doeken gedaan wat de gang van zaken is geweest voor de korte periode vanaf de invoering tot het begin van de oorlog in Nederland. Er zijn toen toch ook mensen geweest die de oversteek hebben gemaakt. Waar zijn dus de kaarten van die mensen gebleven; dat zou ik dan willen weten.
Zal er bij gelegenheid ook eens een mailtje aan besteden. Je bent er immers niet met alleen maar mensen opsporen; je wilt ook weten hoe de hele bronnensituatie eruit ziet; die historische achtergrond heb je erbij nodig.
Leo Bijl - 28 aug 2011 - 20:23
Die persoonskaarten zijn er wel, maar worden niet vrijgegeven zolang er geen overlijden van die persoon op de kaart staat.Blijkbaar heeft het CBG die kaarten niet in bezit, maar de gemeentes wel .. dacht ik.
Er zou een nieuwe landelijke afdeling moeten komen die begint om de kaarten van iedereen voor 1911 geboren nog eens te bekijken en of er andere bronnen zijn om iemands overlijden wettelijk vast te stellen.
Eventueel dat deze afdeling een aanbeveling doet een wet in te stellen.
Het OGS heeft een archief met velen overleden in het buitenland. nazikampen, Indië etcc..
Kunnen ze dat archief dan als wettelijk bewijs beschouwen ?
hetzelfde geldt voor interneringskaarten
http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00425/view/NT00425_Japanseinterneringskaarten/q/comments/1
Johnhenry - 28 aug 2011 - 22:03
De gemeente heeft inderdaad altijd een exemplaar. Er werd immers altijd een archiefexemplaar aangehouden alvorens de hoofdkaart bij verhuizing werd verstuurd naar een volgende woonplaats. Daar was de laatste dagen nog een interessante discussie over in het hulpforum.
Wat ik t.a.v. Indië verwacht, is dat de hoofdkaarten naar het centrale register in Den Haag zijn gegaan. Als dat zo is, dan duidt dat erop dat we vertrek naar de kolonie dus beschouwden als een vorm van emigratie, terwijl je toch binnen het Imperium bleef.
Als we het vergelijken met de registratie van emigranten naar Australië die in het NA ligt, dan zie je dat dat bestand gesloten is, tenzij je het overlijden kunt aantonen. Dat kan met een krantenbericht; de rijksarchiefdienst accepteert dat. Niet dat het makkelijk is, want vind maar een Australische krant. Zoiets zou je je hier ook kunnen voorstellen met bijv. een oorlogsgraf. Bij ouder dan 100 jaar zou je eigenlijk denken dat er geen probleem zou moeten zijn, al zou het kunnen dat er kinderen opstaan die nu hoogbejaarde mensen zijn. Dat wel.
En wat me ook blijft boeien is de vraag: hield het koloniaal bestuur er een bevolkingsregister op na? Als we daar geen persoonskaarten hebben aangelegd, kennelijk niet.
Leo Bijl - 28 aug 2011 - 22:54
Vera Hubers - 29 aug 2011 - 12:25
Het zijn ook geen persoonskaarten zoals we die hier bedoelen, maar het is wel een kaartsysteem:
http://www.gahetna.nl/collectie/index/nt00335/q/zoekterm/australie/q/comments/1/q/ugc/1
Je krijgt dan te zien wanneer het schip binnenloopt en naam en geboortedatum van de passagier. Wat er verder precies op die kaarten staat, weet ik niet. Maar je weet zijn overlijden, dus je kunt toestemming vragen aan het NA.
Leo Bijl - 29 aug 2011 - 12:37
Met wat leeswerk komt mijn geheugen weer tot leven en dat brengt enige verheldering voor onze vraagstelling.
Oudtijds kenden we deze situatie:
In Den Haag was de zogeheten Rijksinspectie van de Bevolkingsregisters gevestigd. Deze was belast met het toezicht op de gang van zaken bij de gemeenten. Daarnaast was de Rijksinspectie beheerder van het Centraal Bevolkingsregister.
Dit register had de persoonskaarten van mensen van wie geen vaste verblijfplaats bekend was onder zich. Bijvoorbeeld wanneer zij met onbekende bestemming verdwenen waren of wanneer rechtens vermoeden bestond van hun overlijden.
Zo ook - en dat is voor ons het belangrijkste- wanneer zij zich definitief metterwoon naar het buitenland hadden begeven. Emigratie derhalve. Hun kaart werd daar dus bewaard; zouden zij ooit terugkomen, dan kon de kaart gewoon uit het register worden genomen en opnieuw toegevoegd worden aan het register van een Nederlandse gemeente.
We kunnen wel aannemen dat dit ook de procedure is geweest voor mensen die overzee vertrokken naar het koloniaal Imperium.
De oude Rijksinspectie mocht uit het register ook inlichtingen verstrekken.
Toen kwam in 1994 de basisadministratie; het thans geldende digitale systeem. De Rijksinspectie werd opgeheven. Nu bedoelt de overheid met opheffen wel vaker dat ze er iets anders voor in de plaats zet en aldus geschiedde ook hier: het Bureau Vestigingsregister.
Dit bureau is een ambtelijke dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, maar het is ondergebracht bij het gemeentehuis van Den Haag. Kaarten van emigranten bevinden zich dus daar.
In aanvang mocht het Bureau nog inlichtingen geven, net als voorheen de inspectie. Later echter was de Wetgever van mening dat de persoonlijke gegevens zwaarder moesten worden beschermd en dus werd de wet veranderd. Het mocht niet meer.
Maar de wet zou de wet niet zijn als er geen uitzonderingen te bedenken waren en dat is dus ook hier het geval. Het Bureau mag dan wel in beginsel geen inlichtingen verstrekken, omdat het nu eenmaal geen kennis heeft van het eventuele overlijden, maar het mag dat wel als wij dat overlijden kunnen aantonen. Dat hoeft niet per se met een ambtseedig document. Publicatie is toereikend en dat is dus ook een advertentie in de krant.
Voorts -en dat is voor ons ook van belang- mogen inlichtingen worden verstrekt als het rechtens aannemelijk geacht kan worden dat betrokkene is overleden en daarvoor geldt de termijn van 100 jaar zoals we die kennen van het geboorteregister van de burgerlijke stand.
Dit is samenvattend wat ik gelezen heb, dus als ik lieg, is het in commissie.
Zo zie je maar weer waar je allemaal terecht komt. Voor je het weet, ga je bestuursrecht studeren.
Leo Bijl - 29 aug 2011 - 16:06
Voor zover ik heb kunnen nagaan bestonden er in Nederlands Indië géén bevolkingsregisters.
Indië was wel onderdeel van het koninkrijk, maar had een eigen politiek bestuur en eigen wetgeving.
De burgerlijke stand is er ook veel later ingevoerd.
Indië kende tot in de jaren '20 van de 20e eeuw geen gemeentebesturen. Het land was opgedeeld in residenties en districten die de lokale taken vervulden. Pas in de jaren '20 kregen grote steden als Batavia en Semarang een gemeenteraad en burgemeester.
De aangifte voor de burgerlijke stand werden daarvoor gedaan bij de residentiekantoren.
In afgelegen gebieden werd soms helemaal géén aangifte gedaan of pas máánden na de geboorte of het overlijden, als men weer eens op het residentiekantoor kwam.
Jammer genoeg is de burgerlijke stand in 1950 bij de souvereiniteitsoverdracht in Indië achtergebleven.
Wat er nog over is, is in beroerde staat door oorlog, weersinvloeden en wanbeheer.
Gelukkig is vrijwel alles wat er nog is aldaar verfilmd door de Mormonen, maar zijn deze films helaas nog niet op Familysearch ter inzage.
De Regeringsalmanakken met BS-gegevens zijn aardig, maar vermelden geen ouders, geboorteplaatsen bij huwelijken etc. Daar kun je dus eigenlijk maar weinig mee. Als er scans van de films beschikbaar komen zou dat een enorm rijke bron zijn. Wie weet komt dat nog.
Een laatste tip : de notariële archieven uit de koloniale tijd zijn wél bewaard gebleven en berusten vaak nog bij lokale notarissen. Oudere notarissen spreken nog Nederlands, omdat die taal vooral in juridische kringen nog steeds gangbaar is. Ik heb 15 jaar geleden een akte opgevraagd en werd zeer vriendelijk en snel geholpen en toen nog kosteloos ook. Per post (internet bestond nog niet) kreeg ik netjes een afschrift van een akte uit de jaren '20 toegezonden. De gegevens van de notaris kreeg ik van de Indonesische beroepsorganisatie van notarissen.
Andr? Sijnesael - 1 sep 2011 - 08:22
Bedankt, uw melding is verstuurd aan de moderators.