Beste mensen,

Een voormoeder wier afkomst mij een raadsel is is Geertruijd (Jans) Brands. 

Zij trouwt te Leiden op 24 augustus 1715 (hervormd) met Jacobus Jansz Stormans, (in Leiden ook Starremans genoemd, tevens Storm en andere varianten), lakenwerker en kleermaker. Ze woonden toen aan de Weddesteeg. Getuigen hierbij zijn hun bekenden Isabella Niesen en Isaak van der Cruijs. Hoewel beide op dat moment aangeven uit Leiden te komen, komt Jacobus uit Rotterdam: hij is daar gedoopt op 21 februari 1690 (zoon van Jan Stormans en Anna Saghmans), en wordt daar eveneens begraven op 1 maart 1764, hij 'woonde' toen in het werkhuis. Geertruijds overlijden is mij niet bekend. In 1716 wordt Jacobus wegens bedelarij uit Leiden en het Rijnland verbannen; eerder schijnt hij al in Amsterdam hiervoor te zijn veroordeeld. Hij keert dan terug naar Rotterdam. Hier laten Jacobus en Geertruijd hun kinderen dopen (hervormd):

1. Anna Maria, ged. 5 dec 1715 R'dam (get. Pietertje Willems van der Hoeven, Maria Jacobs van der Schans), zij tr. Johannes Waardenburg.
2. Josijntje, ged. R'dam 3 september 1719 (get. Jesijntje Klaes van Es).
3. Jacoba, ged. R'dam 21 juli 1726 (get. Johanna van der Stael), begr. R'dam 27 december 1728.

Van de getuigen heb ik vooralsnog geen familiebanden kunnen ontdekken; misschien dat de eigen familie niet getuigde wegens de veroordeling van Jacobus?:

• Pietertje Willems van der Hoeven, tr. R'dam 1722 Gerrit Jacobsz de Clercq.
• Josijntje Klaes van Es, tr. R'dam Jan Jans van Opheusden
• Johanna vd Stael, tr. R'dam 1726 Hendrik Sas

Dat Geertruijd enkele malen als Geertruijd Jans voorkomt suggereert dat haar vader waarschijnlijk Jan Brand(s) geheten heeft. In Leiden zijn daar wel enkele met die naam, zowel hervormd als katholiek, al zie ik nog geen geschikte kandidaat. Elk aanknopingspunt dat de herkomst van Geertruijd kan verduidelijken is welkom.

vr gr Vincent

In de index van Rotterdam staat een begraafinschrijving van "Geertruij Brandt" op 16 april 1748, ze woonde toen in het armenhuis. Ik moet nog wel nagaan in welke oorspronkelijke bron deze inschrijving staat, misschien dat daar meer info bij staat.

Ik denk dat Jacobus Starremans, alias Cootje (van Cobus?) de Lietsanger en zijn vrouw Geertruijd Brands 'reizigers', 'zwervers', 'reizende artiesten' etc. waren, en met optreden aan de kost kwamen. Wat onder bepaalde omstandigheden natuurlijk nauwelijks van bedelarij te onderscheiden was.

Dat maakt dat de afkomst van Geertruijd sowieso heel onzeker is.

Dat is wel een interessant inzicht; dat vergroot de mogelijkheden, om het maar van de positieve kant te bekijken... 

om een beeld te schetsen van Jacobus' achtergrond: hijzelf was dus o.a. lakenwerker, en zong dus blijkbaar liederen, van Jacobus' ouders en grootouders ken ik de beroepen niet; van zijn Rotterdamse overgrootouders weet ik dat het koordwerkers (Pieter v/d Helm, uit Middelburg), pasteibakkers (Hendrick Saghmans, uit Geraardsbergen) en kaarsenmakers (Jan Gerritsz de Vries) waren.