In de Zwitserse doopboeken die ik aan het doorspitten ben staan bij dopen altijd minimaal drie doopgetuigen vermeld. Ik neem aan dat dit door de kerk werd vereist maar wie nodig je uit om doopgetuige te zijn bij de doop van je kind en waarom die persoon? Zelf denk ik dat die doopgetuigen werden gekozen zoals ook heden ten dage nog in de katholieke kerk peters en meters worden benoemd: om zeker te zijn dat die persoon voor dat bepaalde kind zal zorgen als de ouders overlijden. Zie ik dit juist? Alle theorieën zijn welkom.
Dag Yvonne,
Je geeft in je vraag niet aan over welke religie het gaat, maar ik vermoed dat het om Zwitsers Gereformeerd gaat. Ik heb Gereformeerde doopboeken gezien in kantons Schaffhausen en Bern en die verschilden sterk wat het aantal doopgetuigen betreft. In schaffhausen (Duitstalig 1659-1679 waren er steeds twee doopgetuigen). In Bern (Franstalig 1645-1779) zie ik aanvankelijk zes getuigen per doop en ná 1650 zie ik vier doopgetuigen. Maar ook een uitschieter met zeven getuigen.
In de dorpen die ik onderzocht heb, met slechts een paar honderd inwoners, is iedereen op meerdere manieren familie van elkaar en krijgen families allerlij bijnamen om nog onderscheid tussen de mensen met gelijke voor- en achternamen te kunnen maken. Kortom, doopgetuigen waren zo goed als altijd familieleden, hoewel voor ons soms niet meteen duidelijk is, hoe dan. Verder is het natuurlijk een zaak dat je als ouder ook een emotionele band met je aanstaande doopgetuigen moet hebben. Hoewel je ook soms ziet dat zakenrelaties optreden als doopgetuige.
Hoe dan ook -los van bestaande conventies over vernoemingen (die in Zwitserland afwijken van Nederland)- blijft het altijd een persoonlijke keuze van de ouders wie ze uitnodigen. En daarvoor zijn een veelvoud aan motivaties voor te bedenken - en waarschijnlijk ook van toepassing geweest.
Michaël
Vaak is één van die getuigen ook de naamgever van het kind...
Verzonnen voorbeeld: Susanna Maria, dochter van Jacobus Vriese en Maria Cornelia Smit.
Getuigen Susanna Bakker, Nicolaas Vriese, Elisabeth Smidt.
Yvonne Ruchti - gisteren - 14:08:
In de Zwitserse doopboeken die ik aan het doorspitten ben staan bij dopen altijd minimaal drie doopgetuigen vermeld. Ik neem aan dat dit door de kerk werd vereist
Uw aanname zou kunnen kloppen, maar dat hoeft niet. In de Nederduitsch-gereformeerde Kerk zouden de predikanten verwoede pogingen ondernomen hebben om het aantal meegesleepte doopgetuigen een beetje te beteugelen. Men had eigenlijk zelfs de hele praktijk van doopgetuigen willen afschaffen, maar de leden hingen te zeer aan dit oude gebruik om dat erdoor te krijgen. Zie mijn eigen antwoord op een vraag die ik eerder stelde over doopgetuigen: https://www.stamboomforum.nl/subfora/3/2/83965/0
Maar dat gaat dus over de NdGK. De ene kerk is de andere niet, en ik sluit me dan ook aan bij Michaël hierboven dat gezindte en periode nogal verschil kunnen maken.
Vriendelijke groeten,
Carl
In de Ned.Geref. kerk in stad en provincie Groningen zie je überhaupt geen doopgetuigen...
Bij Luthersen en Katholieken dan wel weer.
Het gaat om de 17e eeuw en Zwitserland was toen Reformiert (protestants?). In die tijd moest je in Nederland lidmaat zijn van de plaatselijke kerk om in aanmerking te komen voor armenzorg als je die nodig had. In Zwitserland kwam daar nog een dimentie bij: men diende de status van "Burger" van die betreffende plaats te hebben om voor dergelijke hulp in aanmerking te komen. Die status werd niet makkelijk verstrekt. Vergelijkbaar met Nederlandse "Poorters"?
Maakt het trouwens nog wat uit wie als eerste doopgetuige wordt genoemd?
Dag Yvonne,
Ik denk dat de volgorde niet veel uitmaakt en dat die voornamelijk bepaald werd door de dominé, waarbij er eerst een man en dan een vrouw werd genoemd. Dus om en om. Ik heb ook de indruk dat er naar gestreefd werd getuigen van zowel vaders, als van moeders zijde aan te trekken, hoewel dat lang niet altijd gebeurde, of zelfs maar mogelijk was.
Ik zou er een e-mailtje naar het Staatsarchief van het kanton waar dit zich afspeelde aan wagen en hen vragen of er iets bekend is van regelgeving en/of ingesleten tradities.
Michaël