(Nog een aanvulling op de bijdrage van Leonardo)
Bij de liturgische zalvingen van de rooms-katholieke kerk worden 3 soorten heilige oliën gebruikt:
a. Chrisma (afk. S.C. = Sanctum Chrisma), een mengsel van olijfolie en balsem. Gebruik: bij de kruinzalving na het doopsel, bij het vormsel, de bisschops-, altaar- en klokkenwijding, bij de wijding van het doopwater enz.
b. Olie der catechumenen (afk. O.C. = oleum catechumenorum), die zuivere olijfolie is: de wijding draagt een sterk exorcistisch karakter. Oorspronkelijk diende deze olie alleen voor de exorcistische zalving vóór het doopsel, sinds de vroege M.E. ook bij de priesterwijding, de zalving van koningen en de wijding van het doopwater.
c. Ziekenolie (afk. O.I. = oleum infirmorum), eveneens zuivere olijfolie.
De heilige oliën worden door de bisschop gewijd, in de Mis van de oliewijding op de morgen van Witte Donderdag.
De heilige oliën moeten in zilveren of tinnen busjes achter slot en normaal in de kerk bewaard worden.
De heilige oliën worden jaarlijks vernieuwd; wat van het vorig jaar overblijft, wordt verbrand.
(Bovenstaande ontleend aan: 'Beknopt liturgisch woordenboek')
Zie verder http://www.stamboomforum.nl/subfora/86/2/30942/0