Op de site van het regionaal Archief Dordrecht en op zoekakten bij 27-2-1694 een vermelding gevonden met betrekking tot Juffrou van Dorsten. Graag hulp bij de laatste regel die voor mij moeilijk te ontcijferen is.
Hieronder wat ik wel heb kunnen ontcijferen:
Een swarte baer voor juffrou van
Dorsten over? Stadtshuijs wonende? weduwe
....
In de marge:
K den? 27
noch ...
betaelt
Alvast bedankt voor de hulp.
It[em] den 27 een swarte baer voor juffrou van
norge-dorsten [?] over stadtshuijs wonende weduwe
betaelt 6 gulden en 10 stuijvers
Volgens mij staat er niks in de marge maar maakt het deel uit van de tekst.
no?9E is dus het grafnummer
(vergelijk de andere aantekeningen in margine)
Inderdaad. Zonder twijfel.
Benoud kan ook bedroefd zijn. Zie: dbnl.org
In ieder geval: allen heel erg bedankt voor het meedenken!
In het woordenboek van de Groningse volkstaal (is géén Dordts - ik weet het) een verklaring voor benoud gevonden:
*benoud, ook in : 'n b e n o u d l u k b i e t j e= een bedroefd klein beetje
Maar al schrijvend zie ik dat de B die ik ook dacht te zien, er niet staat, maar dat er inderdaad gewoon staat: een oude.
Er staat m.i. Inderdaad "een", de lus (die het op een b doet lijken) is van de j op de regel erboven.
een oude weduwe i.d.d.
excuses voor mijn eerdere interpretatie, beginnersfoutje
Benaude weduwe enz. komt wel voor, maar dat staat hier niet.
Pauwel een beginner :-)
En wat ben ik dan?