Beste forumgenoten
Op 15-06-1598 lieten Claes Gerritsz van Deijl en Machtelt Jorisdr in Haarlem een testament opstellen, waarin zij op het eerste blad verwijzen naar een eerder testament uit 1580, waarin zij elkaar de lijftocht van hun goederen hadden besproken. Nu in 1598 haken ze daarop in met betrekking op het eigendom ervan, eerst Claes op het tweede blad, daarna Machtelt op het derde.
Het gaat me om het deel van Claes, waarvan ik een transcriptie heb gemaakt. Het overgrote deel is wel duidelijk, maar ik heb nog graag wat meer helderheid over een paar dingen. Dit is wat ik heb:
1. Ende nopende den
2. eijgendom en(de) prophieteijt der zelver goeden
3. die zij testanten zullen achter laeten ter laester
4. doot van hen beijden heeft eerst den voors.
5. Claes Gerijtss voor vuijt gemaect en(de) besproocken
6. Neeltgen (....) Gerijts zijne volle sustere huijsfrouwe van
7. Huijch Corss de somme van hondert en(de) ....?
8. guldens tot veertich groot(en) vlaems t stuck
9. als wesende de helft van zijns za(liger) vaders
10. erven Ende indien Ermtgen Claes dr
11. zijne moeder overleden es voor hem testateur
12. die den zelve zijne moeder geschict? en(de)
13. geordonneert heeft dat elck van haeren
14. kinderen zullen erven vijff hondert gulden in sulcken
15. gevalle heeft hij de voorschreven zijne
16. moeders erffenisse gelegateert gemaect en(de)
17. besproocken de voors. Neeltgen Gerrijts dr
18. en(de) (.......) Trijntgen Gerrijts zijne volle susters item
19. Gerrijt Gerrijtss zijnen halven broeder mitsgaders
20. den kinderen van Dam(m)as Gerrijtss (en)de den kinderen
21. van Marijtgen Gerrijts zijn halve broeders en(de)
22. susters elck op hun ouders plaetse met eene
23. hant innetasten(de) Ende in alle de verdere
24. goeden hoedanicheden die zijn ofte wesen mogen
25. dien hij Claes Gerrijtss testateur mee...?
26. metter doot ruijmen en(de) achterlaten zal daer
27. toe soe heeft hij als zijn eenich en(de) universeel
28. erff genomineert en(de) geinstitueert bij desen
29. Gerrijt Claess de soone van de voors. Trijntgen
30. Gerrijts dochter zijn volle suster die lange jaeren bij hem
31. testateur gewoont heeft en(de) noch wonen(de) es en(de)
32. gehouden werdt de langstleven(de) van hen beijden
33. in alles gedienstich en(de) behulpelick te wesen
34. gelijck hij tot desen daege toe geweest es
35. omme daer mede te doen als zijn vrij eijgen
36. goet Mits dat den voors. Gerrijt Claess
37. gehouden zal zijn indien hij testateur zijne
38. moeder Ermtgen Claes dr overleeft (en)de t selve
39. moeders erff inden volle gecom(m)en zal zijn
40. vuijt te keren aen(de) vrunden en(de) zelve erffgenamen
41. van de voors. Machtelt Joris dr den somme van
42. tweehondert en(de) vijfftich guldens tot xl groot(en)
43. vlaems t stuck eens
Met name het ontbrekende woord in regel 18 ben ik benieuwd naar, omdat er twijfel is of de genoemde Trijntgen Gerritsdr op dat moment nog wel in leven was.
De akte is hier te zien: https://www.archieven.nl/maisi_ajax_proxy0.php?mivast=0&mizig=210&miadt=236&miaet=185&micode=1617&minr=7313004&milang=nl&misort=last_mod%7Cdesc&miview=viewer2
Ben benieuwd
Groeten, Frans
Frans Angevaare - 11 mei 2020 - 19:46 (laatst bijgewerkt 12 mei 2020 — 16:03 door auteur)
7. zeven ?
12 geschenckt ?
Helaas kan ik het woord in regel 18 ook niet lezen.
Annemarie57 - 11 mei 2020 - 21:55
Hallo Annemarie
Iets als geschenct zou misschien wel passen daar. Maar wie vermaakt nou 107 gld ;-) 104 dacht ik ook nog aan
Frans Angevaare - 12 mei 2020 - 17:33
Waarom wel 104 en geen 107?
We horen het hopelijk van Chris of Pauwel!!
Annemarie57 - 12 mei 2020 - 18:11 (laatst bijgewerkt 12 mei 2020 — 18:12 door auteur)
nee hoor, niet per se 104, ik vind het net zo onlogisch, maar de z schrijft hij heel anders, met zo'n haal naar beneden, en het lijkt me dan meer met een v te beginnen, vergeleken met andere woorden
Frans Angevaare - 12 mei 2020 - 18:14 (laatst bijgewerkt 12 mei 2020 — 23:21 door auteur)
Beste Frans,
Ik stel een paar alternatieve lezingen voor:
2. eijgendom en(de) proprieteijt der zelver goeden
4. doot van hen beijden, heeft eerst den voorn.
5. Claes Gerrijts z[oon] voor vuijt gemaect en(de) besproocken
6. Neeltgen Gerrijts zijne volle sustere huijsfrouwe van
7. Huijch Corss[en] de somme van hondert en(de) vier [de v- met een heel kort ophaaltje (vgl. de v-/u- van universeel in regel 27), een -i-
zonder punt, een normale -e- met aanhangende (heel) kleine -r (vgl. laester in r. 3)]
8. guldens tot veertich groo[te]n vlaems t stuck
12. die den zelve zijne moeder geschickt? en(de) [-kt van geschickt heel klein, wat in elkaar geschreven, dunkt me]
EDIT Ik lees nu toch 'geschict', al zijn er wat bezwaren, omdat het woord op de voorafgaande pagina ook zo gespeld is.
(De uitdrukking is i.d.d. 'geschickt en geordonneert'.)
18. en(de) ’t kint? van Trijntgen Gerrijts zijne volle susters item [Geeft dat zin? En is dat kind dan Gerrijt Claes zoon?]
De open -a- van 'van' komt vaker voor, de v- is als bijvoorbeeld in vuijt in r. 5.
19. Gerrijt Gerrijts z[oon] zijnen halven broeder mitsgaders
20. den kinderen van Dam(m)as Gerrijts z[oon] (en)de den kinderen
23. hant innetasten(de) Ende in alle de vordere
24. goeden hoedanich die zijn ofte wesen moegen
25. dien hij Claes Gerrijts z[oon] testateur meerder
29. Gerrijt Claes z[oon] de soone van de voors. Trijntgen
30. Gerijts? dochtere zijn volle suster die lange jaeren bij hen
31. testa[n]ten gewoont heeft en(de) noch wonen(de) es en(de)
36. goet Mits dat den voorn. Gerrijt Claes z[oon]
39. moeders erff inden boele gecom(m)en zal zijn
40. vuijt te keren aen(de) vrunden en(de) rechte erffgenamen
42. tweehondert en(de) vijftich guldens tot xl groo[te]n
In regel 29 staat achter Claes een duidelijke z- met een kringel eromheen (zoals bij en[de]), wat staat voor -zoon. Ik transcribeer dus Claesz[oon]. Zo staat het ook geschreven in de overige patroniemen (bij de mannen dan).
(Dit wordt uitgelegd in Album Palaeographicum..., blz. XXXIX.)
Maar wie vermaakt nou 107 gld ;-) 104 dacht ik ook nog aan
Aangezien het bedrag de helft is van de erfenis van zijn vader, kan het, lijkt mij, natuurlijk elk willekeurig bedrag zijn.
Pauwel - 13 mei 2020 - 03:00 (laatst bijgewerkt 13 mei 2020 — 20:50 door auteur)
Hartelijk dank voor de aanvullingen en verbeteringen Pauwel.
De aanvulling op regel 18 is essentieel - als er inderdaad 't kint van staat, dan impliceert dat dat Trijntgen in 1598 niet meer in leven was. En evenzo dat Joris en Marijtgen (door Claes Gerritsz in 1596 nog zijn broer en zus genoemd) inmiddels ook zijn overleden. Nu je het zo noemt kan ik het er met enige goede wil inderdaad uit lezen, maar je zet nog een vraagteken achter kint. Als iemand nog een alternatieve lezing heeft dan hoor ik het ook graag.
Je hebt natuurlijk gelijk dat die 104 gld willekeurig welk bedrag kan zijn. Ik dacht aan legaten van ronde bedragen, zoals zijn moeder haar kinderen nalaat. Maar het gaat om de erfenis van Claes zijn vader - hij moet dus 208 gekregen hebben (wat dan weer 1/3 van het totaal moet zijn maar dat is niet zo belangrijk).
Het zou wel logischer geweest zijn (omdat hij zijn erfdeel het in tweeën deelt) als hij de helft aan Neeltgen en de helft aan Trijntgens kind had vermaakt, net als hij dat doet met zijn moeders legaat (dat hij in vijven deelt). Maar Gerrit krijgt ook wel weer genoeg (een compleet boerenbedrijf), natuurlijk.
Groeten, Frans
Frans Angevaare - 13 mei 2020 - 16:33
Frans,
Ik leg het begin van regel 18 nog even onder een vergrootglas.
vuijt te keren (regel 40)
Het woordje 'van' lijkt mij geen probleem, dat heb ik boven al besproken. Daarvóór les ik eigenlijk zonder problemen -nt, vgl. ha-nt in regel 23 en gewoo-nt in regel 31. Merk op dat door de -n- de afhaal van de lange -s- loopt, en ook de afhaal van de -p- die weer omhoogloopt naar de -r-, de combo -spr- van besproocken dus. In de -n- van -nt steekt ook nog de aanzet van de t- van Trijntgen in de regel eronder. Vóór -nt kún je een -i-, een -i- zonder punt weliswaar. Dáárvoor weer staat een letter waar de onderbouw van de lange -s- van be-s-proocken doorheenloopt. Maar kunnen we daar een een k- in lezen? De 'kinderen' in regel 14 en 20 beginnen met een ander type k-. Maar de k- van 'vuijt te k-eren' in regel 40, díé moeten we hebben, al lijkt deze wat compacter geschreven, in de breedte althans. In regel 11 van de volgende pagina is overigens óók het woord kint (eig. kints-) boven de regel ingevoegd, maar als ik het goed zie met het andere type k-, dus is er één pootje minder. Voor de rest zien beide woorden er wel hetzelfde uit. Nu de t van 't nog. [wordt vervolgd]
Je gaat overigens niet in op mijn vraag of dat kind dan Gerrijt Claes zoon is. Verderop staat toch te lezen dat deze bij de testateurs woont? Is dat op zich al geen aanwijzing dat zijn ouders overleden zijn? Maar misschien lees ik het niet goed.
28. ... genomineert en(de) geinstitueert bij desen
29. Gerrijt Claes z[oon] de soone van de voors. Trijntgen
30. Gerijts dochtere zijn volle suster die lange jaeren bij hen
31. testa[n]ten gewoont heeft en(de) noch wonen(de) es en(de)
32. gehouden werdt de langstleven(de) van hen beijden
33. in alles gedienstich en(de) behulpelick te wesen
34. gelijck hij tot desen daege toe geweest es
Pauwel - 13 mei 2020 - 19:35 (laatst bijgewerkt 13 mei 2020 — 22:08 door auteur)
Pauwel
Klopt, daar ging ik niet expliciet op in, maar wel door te schrijven dat Gerrit toch al een flinke erfenis krijgt.
Dat hij bij zijn oom en tante is opgegroeid hoeft nog niet te betekenen dat zijn ouders (allebei) dood waren. Nu er mogelijk een aanwijzing is dat Trijntgen wèl dood is in 1598, geeft dat weer ruimte voor de mogelijkheid dat zijn vader juist nog wel in leven was (dat vergt eigenlijk een langere uitleg, komt er in het kort op neer dat Gerrit zijn vader hertrouwd kan zijn).
Verder kwam het het wel meer voor dat kinderen, ook als hun ouders nog leefden, bij hun grootouders woonden, of ooms/tantes zoals hier. Het is nooit een bewijs dat ze dood zijn. Ik heb het ook weleens meegemaakt dat een partner hertrouwde en de twee kinderen uit het eerste huwelijk in het weeshuis werden geplaatst.
Een beetje apart is nog wel dat bij Dammas en Marijtgen vermeld staat dat hun kinderen in hun ouders plaats erven (dat is netjes zoals het hoort) en dat het kind van Trijntgen er later bij is geschreven. Maar ja, alle notarissen waren natuurlijk niet even precies.
Groeten, Frans
Frans Angevaare - 13 mei 2020 - 19:57
je was na mijn antwoord nog even flink doorgegaan, dat zag ik later pas.
Over de t : op het rechterblad, het deel van Machtelt Joris, staat op de vijfde regel van boven het woord 'sustere'
Daarbij is de stok van de t een boogje (ahw een omgekeerde C) en gaat de dwarsstreep direct over in de volgende letter. Dat is misschien bij tkint ook gebeurd (het bovenste van de boog van de t valt samen met de letter erboven)
Groeten, Frans
Frans Angevaare - 13 mei 2020 - 22:16 (laatst bijgewerkt 13 mei 2020 — 22:17 door auteur)
Ik ga kijken.
EDIT
Ah, ja, die had ik al gezien. Nadeel is dat het hier een -st- ligatuur betreft. Ik heb liever een parallel van een losse t of begin-t.
Maar het principe van de t zit er in regel 18 natuurlijk wel in, twee elkaar kruisende streepjes.
Pauwel - 13 mei 2020 - 22:43 (laatst bijgewerkt 13 mei 2020 — 23:32 door auteur)
Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!
Bedankt, uw melding is verstuurd aan de moderators.