Beste forumleden,
Kan iemand mij aub uitleggen wat de tekst hieronder betekent? Ik begrijp het in ieder geval niet.
Protocol van transporten en schuldbrieven van Zandambacht, gedateerd 5-3-1652
"Comp. Willem Pouwelsz. Vosch de Hoochwerff wonende in de jurisdictie van het Honderdland te kennen gevende dat Vranck Jansz. van Geest wonende binnen Zandambacht beneffens Abraham Jansz. Verhoorn wonende in het ambacht van Wateringen zich voor hem comparant hadden geconstitueerd borgen ten behoeve van sr. Mathijs Innevelt wonende in de nieuwe bedijkte Orange polder, en dat door de verzekering van betaling van de jaarlijkse huurpenningen van 33 a 34 morgen zowel wei-als teelland gelegen binnen de ring van de dijk om de landen gelegen binnen de voorn. Orange polder gedaan maken in het jaar 1643 bij de prins van Orange Frederick Hendrick, en genoegen zijnde hij comparant de voorn. zijn borgen gerust te stellen, zo is het dat hij Willem Pouwelsz. Vosch de Hooochwerff in handen van de voorn. Vranck Jansz. van Geest en Abraham Jansz. Verhoorn als pand in handen is stellende en dienvolgende voor de tijd dat de voorn. personen borg zullen staan opdraagt zekere 3 morgen 1 hond 34 roeden teelland tegenwoordig met tarwe bezaaid, staande en gelegen binnen Zandambacht in de Olijblok tiende."
Dank, Philip
Voor de context.
Dit is een transcriptie uit het protocol van transporten en schuldbrieven van Zandambacht, gedateerd 5-3-1652
In het kort:
Willem Pouwelsz Hoogwerff verklaart dat Vranck Jansz van Geest (wonende in Zandambacht)en Abraham Jansz Verhoorn (wonende in Wateringen) zich borg hebben gesteld voor hem tegenover de heer Matthijs Innevelt voor de betaling van huur van 33 à 34 morgen land in de Oranjepolder (nieuw ontgonnen land!!) . Willem heeft Vranck en Abraham in ruil voor die borgstelling 3 morgen 1 hond 34 roede land gegeven in Zandambacht waar nu tarwe in gezaaid is.
Beste Annemarie,
Het is mij nu duidelijk. Dankjewel.
Groet,Philip
In het kort komt het er op neer, dat Willem Pouwelsz Vosch de Hoogwerff 33 á 34 morgen land huurt van seigneur Matthijs Innevelt.
Hij heeft daarvoor twee mannen, die er borg voor zullen staan, dat de huur elk jaar keurig wordt betaald.
Die borgen zijn Vranck Jansz van Geest en Abraham Jansz Verhoorn.
Als tegenprestatie verpandt Willem aan Vranck en Abraham een stuk land van ruim drie morgen, dat hij in eigendom heeft.
Dus als Vranck en Abraham onverhoopt bij moeten springen met het betalen van die huur, dan zullen ze schadeloos gesteld worden met het bezit of de verkoopsom van die drie morgen.
Matthijs Innevelt was daar hoofdpachter geworden, omdat hij een van de mensen was, die met toestemming van Frederik Hendrik die polder in 1643 had drooggelegd. Vandaar ook de naam Oranjepolder.
EDIT: Annemarie was mij voor. Leuk om Annemarie weer eens op het forum te zien !
Dankjewel Koos. Waardeer je bijdrage zeer.
Tip: Lees veel van dit soort transcripties en probeer ze voor jezelf in moderne taal om te zetten. Het taalgebruik gaat dan 'wennen' en na een poosje lees je dit soort akten net zo snel als de ochtendkrant.