Ik heb een notariële acte getranscribeerd, maar ik begrijp de details van wat er zich nu heeft afgespeeld niet goed. Kan iemand mij uitleggen waarom Michiel Visscher niet betalen wil en waarom hij slechts Fl. 150,= hoeft te betalen, terwijl er sprake is van twee obligaties van respectivelijk Fl. 82,= en Fl. 706,=, terwijl ook nog over een bedrag van Fl. 400,= wordt gesproken?
Wat wordt er bedoeld met het woord "ontseijt"? Is dat dat hetzelfde als "ontkend"?
SAA: Toegang 5075; Inv. Nr. 602; Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam; Laurens Lamberti; Minuutacten 1642-1646; Fo. 210-211; Scan 106/334; 21-01-1644 Protest van Ariaentje Rosekrans contra Michiel Visscher over de betaling van 150 gulden
Op huijden den XXJ jannuarij a[nn]o XVJc vieren- veertich [21-01-1644] hebbe ick onderges[chreven] openbaer notaris binnen Amstelredamme residerende ten versoecke van de eerbare Adrieaentge Rosekrans, weduwe van z[aliger] Michiel Poppen, poorterse deser stede, mij mette naergenoemde getuijgen gevonden ten huijse ende aen den persone van Michiel Visscher, roer- maker binnen deserselver stede, ende denselven van woorde tot woorde tevoren gelesen d' navolgende acte van versoeck ende protestatie
Alsoo de questie onstaen tusschen Adrieaentgen Rosekans, weduwe wijlen Michiel Poppen ter eenre, ende Michiel Visschier, roer- maker ter andere zijde, nopende ende den eijsch bij Rosekrans ten laste van de roermaker gedaen uijt saecke van twee distincte obligaties breder in den compronissie gemelt t' enemalen door d' eersame mannen Arent Schuijt ende Pieter van Loon is aff gedaen luijt d' uijtspraeck daervan sijnde bij partijen geapprobeert waerbij d' voorn[oemde] roermaker is geordonneert te betalen aen de voors[chreven] Rosekrans de somme van hondert vijftich gul[den] eens ende partijen haren vorderen eijsch ontseijt ende d' voors[chreven] Michiel Visscher aen de voorn[oemde] Adriaentge Rosekrans wijgert d' voorn[oemde] hondert vijftich gul[den] te betalen op een quitantie bij haer en[de] haer schoon- soone den eerwaerdigen Johannes van Wassenaer onderteekent luijdende van woorde tot woorde so volcht
Wij erkennen ontfangen te hebben uijt handen van Michiel Visscher hondert vijftich gul[den] ons op den 5den meert XVJc drieënveertich [05-03-1643] toegeleijt door de uijtspraeck der goeder mannen over de twe obligaties de eene van 706 gul[den], d' ander van 82 gul[den] ende die vierhondert gul[den] van hem ontseijt actum des jannuarij a[nn]o 1644.
Soo doet zij nochmael door mij notaris versoecken betalinge van de voors[chreven]s 150 gul[den] op de voors[chreven] quitantie die ick notaris neffens d' voorn[oemde] twe obligatiën mette betalinge present aen Visscher voors[chreven] over te leveren ofte bij fautie ende weijgeringe vandien, protesteert d' voors[chreven] Adriaentge Rosekrans door mij not[ari]s tegens de voorn[oemd]e Visscher van allen costen, schaden ende interesten alrede geleden ende noch te lijden tot de effectuele betalinge toe.
211
Waer op die voorn[oemd]e Michiel Visscher antwoort Ick wil wel betalen volgens d' uijtspraeck, maer ick wilde obligatie van vier hondert gul[den] gerestitu- eert hebben opdat ick hiernae daermede noch niet eens aengesproke weerde ten actum in Amstel- redamme ter presentie van Pieter Jacobß en[de] Paulus Steur inwoonders der voors[chreven] stede getuijgen hier- toe versocht en[de] gebeden.
Wat ik begrijp bij doorlezen van de transcriptie die ik niet gecontroleerd heb op juistheid: dat de weduwe R. een vordering had op grond van 2 obligaties ten bedrage van 706 en 82 gulden ten laste van roermaker V. De vordering werd kennelijk bestreden door V. Eerzame mannen (een soort advocaten/mediatoren) hebben zich erover gebogen en zijn tot de uitspraak gekomen dat op grond van de 2 obligaties van 706 en 82 gulden een claim wordt goedgekeurd van 150 gulden, en dat de rest wordt ontzegd (=geweigerd).
Kennelijk is er nog een derde obligatie van 400 gulden. Een claim van R. op grond hiervan wordt door V. geweigerd. Het is onduidelijk of deze weigering onderdeel is van de uitspraak der goede mannen. Op grond van de kwitantie is R. wel met deze weigering van V. akkoord gegaan.
Met dit resultaat gaat de notaris naar V. om 150 gulden te incasseren. V. weigert niet maar wil wel naast de obligaties van 706 en 82 gulden ook de obligatie van 400 gulden terug van de weduwe R., opdat ze niet nog een keer op grond hiervan een claim indient.
ChrisvD - 14 aug 2023 - 20:20 (laatst bijgewerkt 14 aug 2023 — 20:20 door auteur)
Dankjewel Chris,
Een ingewikkelde goocheltruc met obligaties en kwitanties. En de ambtelijke manier van de boel opschrijven helpt mijn tekstbegrip ook niet echt.
Ik ben blij en tevreden met deze uitleg en zal het onderwerp sluiten.