Op ten 29 martii 1650
in d[e] t[egenwoordigheid] van Winssem en[de]
L. Lo[u]werman
Hendrik Geurtß Meijerinck, linnewe-
ver, en[de] Hend[rick] Brakkamp, bouwman,
sijnde begunstigt met het zechen van de
burgerschap hebben den eede gepresteerd.
Michaël
Dat is snel. Hartelijk dank!
Mijn versie is iets verschillend vergelekn met die van Boers 2:
Opten 29 Marty 1650
judicibus J. van Winshem ende
L. Louwerman
Hendrik Geurtsz Meyerinck linnewe-
ver ende Hendrick van Brosekemp, bouwman,
zijnde begunstiget met het recht van de
burgerschap, hennen den eedt gepræstiert
Dank voor de tweede vertaling!