graag weer correctie en aanvulling op dit tweede deel van mijn transcriptie:
tweentsestich (?) guldens gevers chreefs (?) wijnneg (?) eenen sovrijn, kermisse oijck eenen sovrijn, noch twe ellen stoff voor Bertels voors(egde) dochter tot en lijfflan dit voors(egde) goet vanden voors(egde) Joest wordt v(er)cocht om de schult daer mede te betalen aen Bertel Franssen Actum ut supra ter presentie van schepenen voors(egd), dit voors(egde) goet sal den voors(egde) Jan terstont en(de) aenvangen de groese en(de) het lant te oghst mette stoppelen en(de) het hovet te huyren(?) binnens t’scars (?) Actum ut supra
Op huijden den 9den Junius 1653 is comen voor schepenen ondergeschreven Joest soone Jan Duijsters en(de) bekendt hen te vollen v(er)muecht (?) en(de) wel betaelt te wesen van desen voors(egde) coope van Jan Beckers en(de) bedanckt hem van s(yn)s (?) aenpart van goeder betalinge testes Jan Jacops en(de) Huybert Corstiaenssen Schepenen
tweentsestiich guldens godts penn? xx st(uivers?)...godspenning wijncoep eenen sovrijn, kermisse oijck eenen sovrijn, noch twe ellen stoff voor Bertels voors(egde) dochter tot een lijffken dit voors(egde) goet vanden voors(egde) Joest wordt v(er)cocht om de schult daer mede te betalen aen Bertel Franssen Actum ut supra ter presentie van schepenen voors(egd), dit voors(egde) goet sal den voors(egde) Jan terstont en(de) aenvangen de groese en(de) het lant te oghst mette stoppelen en(de) het houdt te ruijmen binnens t'siaers Actum ut supra