Heden den negende Mey 1708
compareerde voor mij Lambartus van
Sumbeeck, openbaar notaris etc., d'heer en
mr. Willem Joachim van der Heyden, woo-
nende binnen dese stad, den notaris en
procureur Jorim Turcq en sr. Johan
Prughyraatje, tavernier en poorter alhier,
alle van competenten ouderdom,
dewelke op haare manne waarheyd
onder presentatie van eede ter requisitie
van sr. Pieter Mottman, mr. huydevetter
en poorter alhier, voor de opreghte waar-
heyd hebben getuygt, verclaert en geat-
testeert, sulcx sij doen bij desen, ende eerste-
lijck den eersten deponent, dat hij op heden
op de middag, komende van de markt
om na huys te gaan, is aangeroepen
door sr. Gideon de Bye, mr. cleermaker
alhier, welcke vraagde wat het te seggen
was, waarom den requirant hem het
capitaal van dryhondert en vijftig gulden
t'sijnen laste staande ten behoeve van
Jacobus van Lomhout door den notaris
Turcq hadde laten opseggen, waarop den
deponent antwoorde alsdat den requi-
rant de voorn. Lomhout hadde aange-
maant om prima 8e voors. obligatie van
dryehondert en vijftig gulden in betalinge
hadde ontfangen en dat sooals hij depo-
nent vertrouwde den voors. de Bie de /
voorn. penningen niet voor hem hadde gene-
gotieert, maar wel voor des requirants
huysvrouw, oock niet anders konde den-
ken off den requirant soude die penningen
aan hem de Bie wel laten valideren in
cas daarvan behoorlijcke quitantie
voor hem requirants huysvrouw wilde
passeren, t'gene hij de Bie was accep-
terende, versoeckende den deponent om
den requirant dat toe te willen imbur-
seren, en nu den tweeden deponent, dat
den voors. de Bie op heden ontrent de
clocke twee uuren na de middag t'sijnen huyse is geco-
men, hem deponent vragende
off hij t'relaas t'gene den
voors. de Bie hem hadde gegeven al aan den
requirant hadde overgegeven, waarop
den deponente seyde van ja, en off hij de
Bie eghter wilde komen om een glasje wijn
te drincken en dat sijn swager, den
derden deponent in desen mede daar was
en aldaar in discours rakende over de
affiares van den requirant en sijne huysvrouw
den deponent seyde, de Bie het ware beter
dat gij Mottman, den requirant in desen,
een quitantie gaff van de somme van dryhondert
en vijftig gulden, die hij heeft gene-
gotieert van Jacobus van Zoerhout
voor des requirants huysvrou, waarop den voors. de
Bie replicerende seyde, ick hebbe Mottmans
vrouw dry hondert en vijftig gulden /
geleent, waarvan ick
wel quitantie ten behoeve van Mottman
sal geven, dat ick de voors. somme van
hem ontfangen hebbe voor reeckeninge van
sijne vrouw, en nu den derden deponent
verclaarde sig met het gedponeerde van den
tweeden deponent te conformeren, sluytende
hiermede hare verclaringe, gevende voor redenen
van wetenschap etc., sonder argh
ofte list. Aldus gedaan en gepasseert
binnen Bergen op ten Zoom voornt.
et datum als boven, presentibus Lodewijck
Pinaar en Francois van Seur, beyde
poorters deser stad, als getuygen hiertoe
versoght.
W. van der Heyden
J. Turcq
J. Burghgraaf
Louis Pinard
F. v. Seur
Quod attestor H.
L. van Smabeeck