Momenteel onderzoek ik een wirwar aan rechtszaken op lokaal niveau, die allen uitmonden in een beroep bij het Hof van Holland en zelfs bij de Hoge Raad.

De oorzaak is te vinden in een fidei-commissaire erfenis. Daar is op Internet wel één en ander over te vinden (hoewel mij dat als leek niet allemaal heel erg duidelijk overkomt...), maar ik heb ook ergens gelezen, dat de regels mbt de fidei-commissaire erfenis in de loop der eeuwen zijn gewijzigd.

Ik vraag mij dus af, wat hield dit type erfenis in de 17e eeuw in? 

Misschien dat dit helpt? Is volgens mij niet zo moeilijk te begrijpen.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Fide%C3%AF-commis

Jan, ik kom alweer aanzetten met een boek.

Ik gebruik naast dit soort akten altijd een boek uit de erfenis van mijn vader: A.S. de Blécourt, Kort begrip van het oud-vaderlands burgerlijk recht. Zesde druk bewerkt door H.F.W.D. Fischer. Groningen/Djakarta (Wolters) 1950. Was vroeger verplichte kost bij de universitaire studie rechten. Er is in 1959 nog een zevende druk verschenen overigens. Het is een heel nuttig boek voor ons genealogen en er is niets vergelijkbaars op de markt. Zal antiquarisch nog wel te krijgen zijn.

Als je mij via mijn profiel een mailtje stuurt, dan kan ik je de pagina's over fideicommis als foto of scan opsturen.

Wat ik er van begrijp, is dat een fideicommis (erfstelling over de hand) betekende, dat een erfenis via een tussenpersoon (uiteindelijk, kunnen jaren tussen zitten) naar de erfgenaam gaat (bijv. een nu nog minderjarig kind). De legetaris uit de hand moet de erfenis (of een gedeelte daarvan) uitkeren aan de legetaris over de hand.

Dit is door mij ongetwijfeld juridisch niet precies genoeg verwoord, vandaar dat het van die onleesbare teksten oplevert als men dat wel doet ;-)

Groet,

Bas