Bronnen hebben het over 1691 en 1693. Bij erfgoed Leidschendam is het 6 augustus 1693. De Dbnl.org noemt 1691. Wikipedia noemt 1693.
Andere bronnen vermelden, dat er een schoorsteenbrand (de tweede) in een wagen- en molenmakerij in de Venestraat uit de hand liep en oversloeg op de andere (houten) huizen en uiteindelijk de Peperbus (kerk).
Je vertelt er niet bij, wat die "andere bronnen" zijn.
Maar er zit in ieder geval een joekel van een fout in, want de Peperbus is nooit afgebrand.
De huidige Peperbus is niet afgebrand, maar wel zijn voorganger.
Jaar 1620: "De inwoners van Leidschendam zijn "seer weinigh in de christelijke religie gefondeert." De gevolgen zijn ernaar: ze leiden "een rou en ingeschict leven." Ds. N. Martini dacht dat "gebreecke van den Kercken-dienst" de oorzaak van deze jammerlijke toestand was. Leidschendam moest een kerk krijgen. Zo bouwde men de Peperbus.
Ds. Martini stond vanaf 1619 in de Banne van Stompwijk en zette zich in voor de bouw van een "waerdigen Tempel", zodat niet alleen in Wilsveen, maar ook "op de Leydtschendam mochte gepredijckt werden", niet alleen voor de 'rauwe' inwoners van het dorp aan de Vliet, maar ook "ten aensien van den reysenden man op dat deselve oic der sondachs wachtende op d' openinge van de schuttinge (sluis, LV) in den rechten Goode-dienst souden mogen geoeffent worden." Bron: Digibron.nl
Het halve dorp, Oostzijde, is twee keer afgebrand, bijna een eeuw later dan voornoemde datum. Veel houten huizen toen.
Die waren gebouwd, door het leggen van een dam, op de grens van 2 Hoogheemraadschappen.