Bouwknecht, dan denk ik aan een soort boerenknecht. Maar is dit juist? Wat waren nu precies zijn werkzaamheden?

Beroepsnamenboek van Glasbergen:

Bouwknecht: boerenknecht voor allerlei werk verricht, behalve het voeren van paarden. (Noord Holland)

mvg-Ben

De betaalde onlineversie van Van Dale zegt dat een bouwknecht de "(eer­ste) knecht op een bouw­hoe­ve [is] die m.n. met het ploe­gen en zaai­en be­last is".

Robin Rutten: als ik het goed begrijp had hij dus een leidinggevende positie t.o.v. de andere knechten? 

Klopt het dat het een ongetrouwde kerel was die intern op de boerderij verbleef? Als hij trouwde dan kreeg hij ontslag? 

Waar sliepen de knechten dan? Hadden ze net als de dienstbodes een eigen kamertje op zolder? 

Ik ben er niet zo in thuis, maar op grond van de naslagwerken kun je met de eerste vraag al een heel eind komen. Volgens het werk Nederlandse woorden wereldwijd (2010) van Nicoline van der Sijs is 'eerste knecht' synoniem voor 'meesterknecht'. Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (1905) is een meesterknecht "de voornaamste knecht die aan het hoofd staat van de andere ondergeschikten". Dat klinkt mij in de oren als een 'primus inter pares'.

Via Google Boeken kom je door de eeuwen heen verschillende werken tegen waarin het woord 'in context' wordt gebruikt; die verhalen geven mogelijk ook een goede indruk van wat zo iemand nou deed.

Als hij trouwde en extern ging wonen (een huisje met een stukje grond, om z'n eigen groente te verbouwen en misschien een varken te mesten of een geit te melken) werd hij arbeider. Vaste arbeider, in principe. Dat kon ook weer in gradaties, hing van de mogelijkheden binnen het bedrijf af.

Een bouwknecht is volgens mij een knecht op een akkerbouwbedrijf. De boer noemde zich dan vaak bouwman. Soms werd er geteeld voor de verkoop op de markt in de buurt. Op het adres van de boerderij waar hij gewoond heeft is waarschijnlijk wel meer info te vinden over zijn positie. Was er meer personeel en zoja welke functie hadden die dan? In mijn regio was een bouwknecht best een goede functie, net onder de boer zelf. Soms was er ook nog een "kleine knecht", die dan een lagere positie had.