Dat is wel grappig. Die Tjalff Pietersz van der Schelling is schipper.
De door mij bedoelde Tjalff Pietersz is bosschieter in dezelfde tijd bij de VOC.
Tjalff met dubbel F moet, naar mijn kennis, haast wel van Der Schelling komen. Maar van Soutter? Staat er "van de Jouwer", zoals Peter zegt? Dat kun je er wel van maken!
Hi allemaal, Souter of Soutter is de achternaam die gebruikt wordt voor mensen die afkomstig zijn uit Souter eigenlijk Selkirk in de Schotse borders. Een souter is een schoenmaker of -lapper. Bij het VOC werkten soms soldaten of ex-soldaten als veiligheidsmensen. In het geval van mijn voorvader Fraser die in ongeveer 1709 met het VOC vertrok en vele jaren voer als lanspassaat (lanskorporaal ter zee). Mijn voorouder was vanuit Schotland naar NL gekomen met zijn regiment Scots Brigade. Dat was na de Spaanse overheersing. Hij werd betaald door de Staten Generaal in opdracht van Koning William III in Groot Brittannië (die slechts stadhouder in NL bleef). Zoals vele anderen demobbed buitenlandse militairen heeft mijn voorouder de rest van zijn leven in NL doorgebracht. Er waren een tamelijk groot aantal ingehuurde regimenten in NL. Deze kwamen uit alle delen van het VK, Duitsland, Zwitserland ed. Wagner van die tijd.
Ondertussen zie ik het volgende. Tjalff Pietersz van der Schelling is schipper, maar van 1718 tot 1726 vind ik hem niet in het Amsterdams Archief. Tjalff Pietersz "van de Souter" is tussen 1721 en 1726 bosschieter bij de VOC!
Zou het toch dezelfde zijn? Van schipper op de Oostzee naar Bosschieter bij de VOC en daarna weer schipper op de Oostzee.
Dit is de verklaring voor (de) Souter als achternaam: • Souter, de; de Soutter, de Zoutter, de Zoutre, (de) Sauter, Zauters, Zoeter, de Soeter: BerN van de zouter: zouthandelaar, zoutzieder. 1285 Walteri dicti Zouttere, Ktr. (DEBR. 1980); 1281 Joh. Zoutre, Ip. (BEELE). [WFB2]