In een testament (1675) opgemaakt door een notaris te Dordrecht staat dat de Vlasboerfamilie Teunisz alias Lagerwerf(f) alias van der Wael woonde aan de Noldijk gemeente Ridderkerk polder Nieuw Reijerwaard/Ri(e/d)derwaard (later IJsselmond).
Via Hoogheemraadschap Oud- en Nieuw-Reijerwaard grenzend aan Hoog- heemraadschap Zwijndrechtse Waard(1331).
1670 Gezinshoofd ouderling Rijsoord in akte Sandelingen-Ambacht (oudst gevonden vermelding familienaam Lagerwerf-Leegewerff).
Vanaf 1605 voorkomend bij NH-kerk gemeente Rijsoord, omdat deze dichterbij is dan die van Ridderkerk.
De Noldijk, Waaldijk en Pruijmendijk heetten tot ca. 1665 de Droogen(Wael)dijk. Ook wel toegerekend aan gemeente Hendrik Ido Ambacht en soms gemeente Rijsoord.
Vraag: Hoe was gewaarborgd dat (oud) notarieel resp. (oud) rechterlijk percelen in een akte juist werden aangeduid?
Voor de invoering van het kadaster was er geen enkele waarborg. Ik ben vaak tegengekomen dat percelen in de verkeerde gemeente worden genoemd. (Vlaardingen i.p.v Maasland en omgekeerd). Soms wist men het waarschijnlijk gewoon niet. Pas na de invoering van het kadaster klopt het beter.
Annemarie57,
- Bedankt voor je reactie.
- Verkeerde gemeentevermeldingen sluit niet uit, dat er wel waarborgen waren maar dat die niet altijd in acht werden genomen.
- Al tenminste vanaf 1325 waren er landmeters in dienst van de landsheer, graaf, bisschop of hertog.
- Later tenminste vanaf 1450 in dienst van ontstane Waterschappen en Hoogheemraadschappen zoals Schieland (1281), Rijnland (1286) en Delfland (1289).
Vraag: Kregen eigenaren geen schriftelijk bewijs van de meetuitkomsten bepalend voor heffingen en stemrecht?