stamboomforum

Forum logoRechtspraak, notariaat, wetgeving » Betekenis inhoud akte



Profiel afbeelding

Kan iemand mij vertellen wat deze akte precies verteld/ inhoud?

Dit betreft een obligatie. Ik heb het vermoeden dat in akte staat vermeld dat Albert en Adriaantje  de erfgenamen van de overleden Pieter van Lelyveld de schuld die zij verschuldigd waren aan Pieter van Lelyveld nu aan de erfgenamen verschuldigd zijn.

No 123

Obligatie

In dato den 17en december

1778

Op huijden den 17en december 1778 compareerden voor mij Johannes Thijssen notaris publijcq, bij den Edele Hove van Holland geadmitteert, binnen de stad Leijden resideerende, ter prasentie van de nagenoemde getuijgen.

D’Eersame Aalbert van Bostelen, en d’Eerbaare Adriaantje Harmse Kroes, egteluiden, zijnde de comparante ten deezen met haaren voornoemden man geadsisteert en door denselve tot het passeeren en teekenen deezes specialijk geauthoriseerd en gequalificeerd, woonende de comparanten onder de vrije Heerlijkheid Esselickerwoude, dog zijnde jeegenswoordig binnen deze stad, mij notaris bekend.

Ende bekenden de comparanten te zamen ende ieder in solidum ende voor ’t geheel onder expresse renuntiatie van de beneficier de duobus vel pluribus reis debendi ende ten reguarde van de tweede comparante ook nogh senatus consulti velleane et authentica codicil siquak mulier, de kragte van dezelve door mij notaris onderrigt wel ende deugdelijk schuldig te weesen aan ende ten behoeve van de heeren Paulus van Lelijveld, Pieter van Lelijveld en Rudolff Mees, in qualiteit als vermits het overlijden van den heer Wilhelmus van den Broek, eenige overgebleevene executeurs van het testament en rederaard van den boedel en nalatenschap van wijlen den heere Pieter van Lelijveld de somme van een duijzend een honderd guldens, spruitende eerst uit hoofde ende ter zaake van verscheene huur van een huismanswooninge met ruim drie en dertig morgen weij ofte hooyland geleegen onder Esselickerwoude voorsz. volgens huurcedulle op den 14 januarij 1769 voor mij notaris en getuigen gepasseerd te weeten een somme van een honderd tagtig guldens per saldo van verscheene huize tot kersmis 1776 en voorts een somme van zeeven honderd twintig guldens over een jaar huur verscheenen kerssemis 1777, mitsgaarders nog een somme van twee honderd guldens uit hoofde van eene onderhandsche obligatie spruitende ter zake van deugdelijke geleende en aangestelde penningen op den 26 april 1777 ten behoeven van opgemelde heeren executeurs geteekend en dewelke hier meede word gehouden voor gemortificeerd en vernietigt, verzakende der halven de exceptien errose calculi, als meede van onaangetelde gelde, en wijders alle andere exceptien en behulpmiddelen van regten welke de comparanten hier jeegens te staande zoude kunnen en mogen koome, beloovende van de voor zeide somme intresse te sullen betaalen jeegens drie guldens van ieder honderd guldens in ’t jaar, innegaande met dato deezes en geduurende tot de effectueele voldoeninge en aflossing toe, welke voldoeninge en aflossinge na verloop van een jaar ten allen tijden zal kunnen en ook moeten geschieden wanneer het de houders ofte de comparanten gelieven zullen mits elkanderen drie maanden te vooren waarschouwende.

Tot nakominge van ’t geen voorsz. staat, verbinden de comparanten hunne persoonen en goederen stellende de dezelfs ten verband en bedwang van alle regte en regteren, en specialijk van den Edele Hove van Holland.

 

Overgeevende de comparanten omme hun in den innehouden dezelfs ’t zij bij gemelde Hove ofte bij de Vierschaar van vrij heerlijkheid van Esselickerwoude meer gemeld, ten hunne kosten vrijwillig te werden gecondemneerd, daar toe onderroepelijk constitueerende en magtig maakende bij deezen zodanige procureurs voor opgemelde Hove of voorzeide Vierschaare postuleerende als deeze zal werden ter hand gesteld, den een omme de condemnatie te verzoeken en den andere omme daarinne te constenteeren respectire alle onder belofte van approbatie, ratificatie, verband en bedwang als voore.

Aldus gedaan en gepasseert binnen Leiden voorsz. te prasentie van Jacob van Rijn en Govert Willem van Gaasbeek, als getuijgen.

Aalbert van Bostelen

Adriaantje Kroes

Jb van Rijn. G.W. van Gaasbeek

 ’t welke ik affimeere

Johannes Thijssen 

Not. Pub

1778

Martijn van B - 1 feb 2022 - 11:52

enkele kleine correcties in de transcriptie [akte, hier, scan 1534]

Op huijden den 17en december 1778 
compareerden voor mij Johannes Thijssen 
notaris publijcq, bij den Edele Hove van 
Holland geadmitteert, binnen de 
stad Leijden resideerende, ter præsentie 
van de nagenoemde getuijgen.
---
D’Eersame Aalbert van Bostelen, 
en d’Eerbaare Adriaantje Harmse Kroes, 
egteluiden, zijnde de comparante ten deezen 
met haaren voornoemden man geadsisteerd 
en door denselve tot het passeeren en 
teekenen deezes specialijk geauthoriseerd 
en gequalificeerd, woonende de comparanten 
onder de vrije Heerlijkheid Esselickerwoude, 
dog zijnde jeegenwoordig binnen deze stad, 
mij notaris bekend.

Ende bekenden de comparanten te zamen 
ende ieder in solidum ende voor ’t geheel 
onder expresse renuntiatie van de benefi-
cien de duobus vel pluribus reis debendi 
ende ten reguarde van de tweede comparante 
ook nogh senatus consulti velleane et 
authenticæ codicis siqua mulier, de kragte 
van dezelve door mij notaris onderrigt 
wel ende deugdelijk schuldig te weesen 
aan ende ten behoeve van de heeren 
Paulus van Lelijveld, Pieter van Lelijveld 
en Rudolff Mees, in qualiteit als vermits 
het overlijden van den heer Wilhelmus 
van den Broek, eenige overgebleevene 
---
executeurs van het testament en red-
deraars van den boedel en nalatenschap 
van wijlen den heere Pieter van Lelijveld 
de somme van een duijzend een honderd 
guldens, spruitende eerst uit hoofde 
ende ter zaake van verscheene huur 
van een huismanswooninge 
met ruim drie en dertig morgen weij ofte hooijland 
geleegen onder Esselickerwoude voorsz. 
volgens huurcedulle op den 14 januarij 
1769 voor mij notaris en getuigen gepas-
seerd te weeten een somme van een 
honderd tagtig guldens per saldo van 
verscheene huure tot kersmis 1776 
en voorts een somme van zeeven hon-
derd twintig guldens over een jaar huure 
verscheenen kerssemis 1777, mitsga-
ders nog een somme van twee honderd 
guldens uit hoofde van eene onderland-
sche obligatie spruitende ter zake 
van deugdelijke geleende en aange-
telde penningen op den 26 april 1777 
ten behoeven van opgemelde heeren 
---
executeurs geteekend en dewelke hier 
meede word gehouden voor gemortificeerd 
en vernietigt, verzakende der halven de 
exceptien errore calculi, als meede van 
onaangetelde gelde, en wijders alle andere 
exceptien en behulpmiddelen van regten 
welke de comparanten hier jeegens 
te staade zoude kunnen en mogen koomen, 
beloovende van de voorzeide somme 
intresse te sullen betaalen jeegens 
drie guldens van ieder honderd 
guldens in ’t jaar, innegaande met 
dato deezes en geduurende tot de 
effectueele voldoeninge en aflossing 
toe, welke voldoeninge en aflossinge 
na verloop van een jaar ten allen 
tijden zal kunnen en ook moeten 
geschieden wanneer het de houders 
ofte de comparanten gelieven zullen 
mits elkanderen drie maanden te 
vooren waarschouwende.

Tot nakominge van ’t geen voorsz. 
---
staat, verbinden de comparanten hunne 
persoonen en goederen stellende de dezelve 
ten verband en bedwang van alle regten
en regteren, en specialijk van den 
Edele Hove van Holland.

Overgeevende de comparanten omme 
hun in den innehouden dezes ’t zij bij ?we[ledele]
gemelde Hove ofte bij de Vierschaar van de
vrije heerlijkheid van Esselickerwoude 
meergemeld, ten hunne kosten vrijwillig 
te werden gecondemneerd, daar toe onwe-
derroepelijk constitueerende en magtig 
maakende bij deezen zodanige procureurs 
voor opgemelde Hove of voorzeide 
vierschaare postuleerende als deeze 
zal werden ter hand gesteld, den 
een omme de condemnatie te ver-
zoeken en den andere omme daar-
inne te constenteeren respective alles 
onder belofte van approbatie, ratifi-
catie, verband en bedwang als voore.

Aldus gedaan en gepasseert binnen 
Leiden voorsz. te præsentie van 
Jacob van Rijn en Govert Willem van 
Gaasbeek, als getuijgen.

Peter B - 1 feb 2022 - 17:15

Dank voor de reactie. 

En wat hield de akte precies in?

Martijn van B - 2 feb 2022 - 09:48


Aalbert van Bostelen & Adriaantje Harmse Kroes zijn schuldig aan Paulus van Lelijveld, Pieter van Lelijveld  en Rudolff Mees, de executeurs van het testament van Pieter van Lelijveld, 1100 gulden met 3% rente p/jaar af te lossen binnen een jaar

Peter B - 2 feb 2022 - 20:35







Plaats een reactie

Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!


Inloggen Registreer nu