Goedenavond,

Wie weet hoe het benoemen van Friese officeren in de legers van de Nassau's eraan toeging.

Er waren in de 17e eeuw twee Friese regimenten, die beide onder de Friese stadhouder vielen.
Een daarvan was het zogenaamde Rennenberg regiment, waar bijv Roussel, Schelte van Aysma, Ludolf Potter kolonel van waren.

Het andere regiment werd o.a.later geleid door o.a. Kolonel Edzard van Eminga, Jacques van Oenema, etc.

Ik lees nu in een bepaald boek dat GS en Stadhouder van Friesland Jacques van Oenema nomineren als opvolger en de grietenijen van Zevenwouden hier een geschil over hebben.  Het lijkt erop dat dus de zevenwouden hier over bepalen.

Was het dan misschien zo dat Westergo over het Rennenberg Regiment bepaalde en Zevenwouden over het andere regiment?

En het zit het dan met Oostergo en de Steden? Of was de benoeming wellicht per toerbeurt over de kwartieren geregeld??

Ik ben zeer benieuwd wie hier een antwoord op heeft,

André

Dag André,

Ik weet hier ook zo 1-2-3 geen antwoord op, maar wellicht is het antwoord te vinden in de collectie Wacker bij het CBG. Heb je die al geraadpleegd? Dat kan volgens mij niet online, de originele kaartjes zijn wel op microfiche gezet.

Mvg

De benoemingsvoordracht van Jacques van Oenema tot Kolonel en Regimentscommandant werd zoals gebruikelijk ter goedkeuring voorgelegd aan de Volmachten van het Kwartier, waar Van Oenema gevestig was. Zo was dat geregeld tussen de Staten van Friesland, de Stadhouder en de Grietmannen van de kwartieren Westergo, Oostergo en de Zevenwouden. De Volmachten bepaalden dus niets over het Regiment, maar over keuze van de Candidaat. 

Deze Van Oenema was Grietman van Ooststellingwerf. Er waren uiteraard nog andere Grietmannen in Zevenwouden die het ambt van Regimentscommandant gaarne wilden vervullen. Er waren te weinig van dit soort ambten beschikbaar en dus volgde bij dit soort benoemingen een politiek spelletje. Dit was soms een smerig spelletje en dit spel heette vroeger: het bedrijven van "kuiperijen". Een meerderheid van Volmachten, in wisselende coalities, sloot de minderheid uit van het vervullen van vrijkomende ambten. Dit houdt ook verband met de sociale verschillen der plattelandskwartieren. Zevenwouden was armer en dunner bevolkt en dus was het aantal adellijken in Zevenwouden dunner gezaaid. In Zevenwouden waren zeven Grietmannen van de elf niet van adel. Toch werd er een adellijke candidaat voorgesteld. Het gevolg was, dat er een protest werd ingediend.  

Mits de link werkt, is op pagina 221 e.v. te lezen hoe de benoemingen in Zevenwouden, Westergo en Oostergo tot stand kwamen. 

https://books.google.nl/books?id=ub7SAQAAQBAJ&pg=PA221&lpg=PA221&dq=kolonel+jacques+van+oenema&source=bl&ots=klKxiApL7_&sig=4bjg-JmEsUU82aci0wG26VKFmCk&hl=nl&sa=X&ved=0ahUKEwiakIPY14vTAhXJCsAKHSEiB-UQ6AEIKDAE#v=onepage&q=kolonel%20jacques%20van%20oenema&f=false


Mvrgr,

Dank je wel Henk, hiermee is mijn vraag vooralsnog beantwoord.