Als vervolg op de inbreng van Zwenny (Jodocus staat voor de duivel): vroeger dacht men dat de duivel nooit een volledige menselijke gedaante kon aannemen i.e.: hij had altijd een afwijking. Voorbeeld hiervan is Moenen uit de Mariken van Nieumeghen, die een oog mist (voor de liefhebbers: http://www.dbnl.org/tekst/_mar001mari01_01/). In acte IV zegt hij letterlijk:
"[...]
Wi gheesten en hebben dye macht niet, dats verloren,
Ons te volmakene doer gheen bespreck.
Altoos es aen ons eenich ghebreck, [...]"
Het trekken van een gek gezicht werd wellicht als imitatie van de duivel gezien.
Ook ik ben op de hoogte van deze uitdrukking (Jodocus). Ik ben opgegroeid in Harlingen, dus in het Noorden van het land.Natuurlijk helpt de tekenfilm van Alfred J. Kwak daar natuurlijk bij, want ik wilde als nieuwsgierig kind natuurlijk het fijne van die naam weten. Maar in feite is het thema in die tekenfilm dat Alfred een aparteling is: een rare Jodocus.
Ook komt de naam veelvuldig voor in de (R.K.) familie van mijn vriendin, als Judocus. Dit is de fam. Van Troost, afk. van de regio Schiedam/Delft.
Over de piskijkende Bijsterveld:
In Rotterdam noemde men B. een 'piskijker', maar dat was eigenlijk iemand anders. Op zeventiende eeuwse schilderijen tref je nogal eens een meisje in bed aan, een bezorgde moeder ernaast en een vreemd uitgedoste man die haar pols voelt. Deze man is de 'piskijker'. Ook afgebeeld is een testje ( aardewerken kom) met een smeulende lont. In het testje zat urine, de lont werd aangestoken en de 'piskijker' kon aan de rook 'zien' of het meisje in kwestie zwanger was, meestal voortijdig! De man was een kwakzalver, en hij werd afgebeeld in 'ouderwetse' kleren, als een figuur uit de Italiaanse comedia del arte. Dat zien wij natuurlijk niet, voor ons zijn alle kleren uit de zeventiende eeuw ouderwets. Er werd op het schilderij de spot gedreven met die toen ook al ouderwetse methode en bovendien een vermanende vinger geheven naar alle nette meisjes: pas op!
Bij een stamboom, die ik maakte voor een goede vriend ontdekte ik de volgende namen :
Judocus Janssen, levend in de periode 1680 - 1730 te Geldrop ( NB )
Zijn dochter heette : Dijmpna Judocus Coppens
De uitdrukking "Wat ben jij een rare Jodocus of Judocus" is mij als oorspronkelijk Amsterdammer ook bekend.
Maar ik moet toegeven, dat een deel van mijn familie van, niet de hoofdtak, uit regio Den Bosch en West-Brabant komt.
Beste,
In mijn eigen stamboom komen er 6x mannelijke personen, met de (voor-) naam Judocus voor. Ook 6x vrouwelijke met de naam Judoca. Allen uit "Brugge", West-Vlaanderen, Belgie.
De term, "wat ben je een rare Judocus (figuur-kwast)", komt me wel bekent voor uit de uitspraken binnen de familie.
Even ter kennisgeving.
Jeff